10915 resultaten - Pagina 678 van 728
... 666 - 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690 - 691 ...
[11] Om dit echter duidelijker te onderkennen laten we door elke voor - of binnenleidingbuis een heel andere vloeistof stromen, zoals bijvoorbeeld door de ene bronwater, door de tweede mineraalwater en door de derde wijn, door de vierde bier, door de vijfde melk, door de zesde azijn, door de zevende alcohol, door de achtste olie, door de negende een loog en door de tiende zelfs mede. Tot aan het verenigde doorgangspunt zal iedereen die de buizen opent de oorspronkelijke vloeistof krijgen; maar na het verenigingspunt een mengsel van alle bovengenoemde tien vloeistoffen en dat zou er zeker niet meer zuiver uitzien.Hoofdstuk 6: Over de zwaartepunten en de sappen van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[15] Zoals jullie echter nu bij de boom hebben gezien, dat in hem de al bekende drie bomen door deze verschillende kanalen verbonden zijn, en hoe daar de verschillende werkingen ontstaan, zo is dat ook het geval bij het aardelichaam, maar dan in een naar verhouding veel grotere en sterkere mate, wat gemakkelijk te begrijpen is, omdat de aarde toch zeker een groter lichaam is dan een boom.
Hoofdstuk 6: Over de zwaartepunten en de sappen van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Datzelfde is ook min of meer het geval met alle planten, bomen en struiken, omdat vooral hun wortels niets anders dan poliepachtige zuigsprieten zijn. Hun bloemen en vooral hun meeldraden zijn grotendeels als eetsprieten te beschouwen, die - hoewel voor korte tijd - de bevruchte stuif deeltjes in zich opnemen, ze kneuzen en dan het bevruchte sap naar de komende vrucht leiden om deze tot leven op te wekken en te voeden. Tegelijkertijd echter is elk dierlijk evenals elk plantaardig lichaam met heel veel kleine zuighaartjes bedekt, die er speciaal voor dienen om de elektrische en etherische levensstof uit de vrije lucht door zich heen naar binnen te zuigen.
Hoofdstuk 7: Voeding en rotatie van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Daar echter alle dingen, zoals planten en dieren, kleine overeenkomstige voortbrengselen van het aardelichaam zijn, is het begrijpelijk dat dit alles op grotere schaal ook in het aardelichaam moet worden aangetroffen. De aarde heeft daarom evenals elk dier een aan haar wezen aangepaste grote hoofdmond, waardoor ze ook het voornaamste voedsel in zich opneemt. Naast deze hoofdmond heeft ze echter nog overal talrijke grote en kleine zuig - en eet slurven, waartegenover ze dan tevens een overeenkomstig hoofdafvoerkanaal heeft en daarnaast ook nog talloos vele kleinere afvoerkanaaltjes.
Hoofdstuk 7: Voeding en rotatie van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Het ademhalen van het aardelichaam is gemakkelijk waar te nemen aan de zeekust, waar de zee regelmatig opkomt en dan weer terugvalt. Als dan zo'n uiterlijk verschijnsel aanwezig is, dan kan iedereen daar met zekerheid uit concluderen dat dit alleen maar tot een innerlijke oorzaak terug te voeren is, echter nooit tot een oorzaak van buitenaf.
Hoofdstuk 8: Long en ademhaling van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[13] De vorm van de aardlong aanschouwelijk te maken is moeilijk, behalve als jullie de long van een olifant eens zouden kunnen zien. De long van een mammoet zou nog beter zijn, doch om deze in onze tijd te zien is nu eenmaal onmogelijk, daar dit dier helemaal is uitgestorven. Er is echter nog wel een daarop gelijkende soort in de oerwouden van Midden-Azië te vinden; maar deze is erg achteruitgegaan als men hem met de vroegere reuzen soort vergelijkt en daarom lijkt de long van een olifant er nog het meest op. Bij een volwassen dier is die zo groot dat hij gemakkelijk meer dan honderd kubieke voet lucht kan bevatten. Haar kleur is blauwgrijs en haar vorm lijkt op die van een grote, holle kokosnoot, waarin natuurlijk nog het hart, de maag, de lever, de milt en de nieren een plaats hebben.
Hoofdstuk 8: Long en ademhaling van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Ik weet wel dat heel veel artsen en natuurkundigen tot op dit ogenblik nog niet weten wat ze met de milt aan moeten, waar echter ook moeilijk achter te komen is, omdat niemand een levend dier van binnen kan bekijken om op deze manier te onderzoeken wat de milt doet. Is het dier dood, dan is de milt toch al veel eerder dood; maar hierbij is jullie nu meegedeeld wat de milt is en waarvoor ze dient.
Hoofdstuk 9: De milt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] Om dit echter ook in te zien zullen we in het kort de werkingen van onze aardemilt enigszins belichten.
Hoofdstuk 9: De milt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[16] We hebben nu enkele van de belangrijkste werkingen van de aardemilt opgenoemd en wel om dit belangrijke ingewandsorgaan grondig en met waardering te kunnen begrijpen; om haar betekenis echter nog dieper tot ons te laten doordringen, zullen we ons persoonlijk in dit orgaan van de aarde begeven, om daar een kleine doelmatige excursie te maken en na te gaan hoe deze aardemilt is opgebouwd en waar ze haar vuur en de brandstof vandaan haalt.
Hoofdstuk 9: De milt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Nu hebben we zo goed als in het kort mogelijk was een enigszins anatomische beschrijving van de milt gegeven, die echter in dode toestand een heel andere vorm aanneemt dan hier beschreven. Ook moeten we nu weten wat voor werk ze hier eigenlijk verricht en hoe juist voor dit werk haar inrichting zo geschikt is.
Hoofdstuk 10: De opbouw van de milt en de vorming van het bloed - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Dit deel van de ingewanden bestaat dus eveneens uit een grote hoeveelheid aan elkaar geregen kamertjes, die net zoals die van de milt - maar dan wat nauwer - met elkaar zijn verbonden. Naast deze kamertjes wordt de lever hoofdzakelijk doorkruist door vier verschillende soorten buisachtige vaatjes, die echter niet dezelfde vorm hebben als die van de milt, maar het zijn gelijkvormig doorlopende organen die met elkaar door nog kleinere doorgangsvaatjes verbonden zijn, zodat alle organen van dit deel van de ingewanden in een onderlinge verbinding staan.
Hoofdstuk 11: De lever van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[14] Stel je nu deze long in de bovenbeschreven grote dimensies voor, dan zul je zo ongeveer een vrij goed gelijkend beeld kunnen vormen. Een nadere beschrijving zou weinig nut hebben, want dit grote ademhalingswerktuig zullen jullie je toch nooit helemaal overzichtelijk kunnen voorstellen. Want één kamer van deze long zou al te groot zijn om ze ineens te kunnen overzien. Ook zou het geen nut hebben jullie de elastische stof in details te beschrijven, omdat je toch ook niet kunt begrijpen, waaruit de stof van een dierlijke long is samengesteld; hoeveel te minder zou je begrijpen waaruit de stof van de aardlong bestaat. Dat ze echter gelijkenis vertoont met de stof van de dierlijke long is te begrijpen, omdat elke dierlijke long, maar dan wel in heel verfijnde vorm, van deze grote aardlong afstamt. Waar zou men de stof voor al deze dierlijke lichaamsdelen vandaan halen, als die niet in de aarde voorhanden zou zijn?
Hoofdstuk 8: Long en ademhaling van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Zo is het dus met een bloedvat in de milt gesteld; het zal nog gemakkelijker te begrijpen zijn als Ik het met een zeer fijn snoer van kleine pareltjes vergelijk. Zulke bloedvaten vindt men door de gehele lengte van de milt en ook in grote hoeveelheden in de breedte daarvan. Ze beginnen in een enkel vat, dat in verbinding staat met de maag en ze eindigen in een hoofdbloedvat dat direct met het hart verbonden is. Tevens is het hele miltweefsel door een zachte huid omgeven, waar doorheen de miltkamertjes en de parelsnoerachtige bloedvaten als donkerrode wratjes te zien zijn. Omdat de milt bij dieren echter een uiterst teer weefsel is, is ze nog extra met een laag vet omgeven, waardoor ze beter beschermd is en ook vanwege haar voortdurende wrijvende werking een goede vette stof om zich heeft, zodat ze zich door deze werkzaamheid nergens bezeert.
Hoofdstuk 10: De opbouw van de milt en de vorming van het bloed - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] Een derde soort vaten gaat ook weer van de maag uit en verbindt speciaal diens slijmhuid met de galblaas en de lever. Door deze vaten wordt de slijmerige kool - of galstof van de spijzen in de maag afgezonderd en voor het grootste deel in de galblaas bewaard. De reden daarvoor is dat, als de mens of het dier iets te weinig van deze stof - die voor de vertering nodig is - uit de spijsbrij in de maag haalt, de lever van haar voorraad weer wat aan de maag moet teruggeven. Want alle vertering is een soort gistingsproces waartoe, zoals bekend, sommige voedingsstoffen zich beter lenen dan andere. Ook hebben enkele stoffen die zeer waterachtig zijn maar weinig giststof in zich, wat iedereen in de natuur al dadelijk merken kan. Neem bijvoorbeeld een schaal met zuiver water en voeg een beetje zemelen erbij, dan zal dit mengsel lang moeten staan voordat het gaat gisten. Neem nu een andere schaal met wijnmost en doe er ten overvloede nog wat gerste - of rijstemeel bij, dan zal dit in een paar uur zo'n gisting teweegbrengen, dat men zich nauwelijks raad weet. Als echter daaruit al blijkt dat enkele stoffen, die de mens evenals het dier als voedsel tot zich neemt, meer of minder kool - of giststof bevatten, dan moet het ook duidelijk zijn dat er in de lever voor een teveel van deze stof een reservoir aanwezig moet zijn om daarmee een tekort aan deze stof te hulp te komen, als deze in de opgenomen voedingsmiddelen in onvoldoende mate aanwezig is. - Door deze vaten hebben we nu de derde soort leren kennen.
Hoofdstuk 11: De lever van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] De lever bevindt zich bij de mensen - evenals bij alle dieren rondom de maag, omdat zij daar het meest nodig is. Daar is dit orgaan, maar dan in de grootste afmeting, ook in de aarde geplaatst. Zijn functie is geheel dezelfde als die van de lever bij de dieren. Hoewel ze maar een secundaire werking uitoefent ten opzichte van de werking van de milt, is ze toch een niet minder machtig orgaan tot verwekking van leven in elk dierlijk organisch lichaam. Want uit de lever van de aarde komt aanvankelijk alles als het ware voort wat de aardkorst in zich en op zijn oppervlakte draagt. Zo is ook al het zeewater uit de lever afkomstig en is in de grond van de zaak niets anders dan de uitgestoten urine van het aardelichaam, welke urine echter desondanks weer verdampt en in wolken opgaat, die op hun beurt in de lucht door de inwerking van het licht in zoet, voedzaam water wordt omgezet.
Hoofdstuk 11: De lever van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan