17481 resultaten - Pagina 679 van 1166
... 667 - 668 - 669 - 670 - 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690 - 691 - 692 ...
[3] Niet waar, Mijn geliefde Seth, aan het hart van de eeuwige, heilige Vader is het zacht en goed rusten?!Hoofdstuk 162: De hoge Abedam in de kring van Zijn zalige kinderen. Het einde van het onweer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Maar Abedam richtte hen op en zei verder nog tot hen: "Mijn geliefde kinderen! Jullie hebben Mij dikwijls gezocht, hebben Mij lang en moeizaam gezocht, ja, voorbij alle sterren heb je Mij gezocht terwijl ik toch aanhoudend in je midden wandelde; maar jullie hebben Mij niet kunnen vinden en kunnen herkennen omdat je ogen en daardoor ook je hart steeds in de verte waren gericht om Diegene te zoeken en lief te hebben die jullie allen toch steeds zo na was, ja nader dan een ieder zichzelf!.
Hoofdstuk 162: De hoge Abedam in de kring van Zijn zalige kinderen. Het einde van het onweer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] Kaeam dankte voor deze hoogst wijze les en zei vervolgens: "O jij, wiens woorden nu als een ademtocht vol leven mijn hele wezen vervullen, wil je mij dan niet toestaan dat wanneer ik de mijnen naar de woonstee, die mij al zo lang tot rustplaats dient, zal hebben begeleid, ik onmiddellijk hier weer terugkeer, alleen maar om in jouw mij zo uitzonderlijk weldoende aanwezigheid, al zij het ook buiten de woning van Adam, de nacht door te brengen?"
Hoofdstuk 163: Seths wonderlijke kracht brengt de vuurstorm tot bedaren. Kaeams zoeken en vermoeden; zijn liefde tot Abedam, de hoge - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] Zie, al mijn zorgen liggen al onder mijn voeten op de aardbodem! Waarlijk, als ik honderd woningen en duizend kinderen bij honderd vrouwen zou bezitten, zou ik ze uit liefde tot jullie en in het bijzonder tot jou, heerlijke leraar, even makkelijk en even vlug verlaten en je volgen, dan nu ik er één bezit!
Hoofdstuk 163: Seths wonderlijke kracht brengt de vuurstorm tot bedaren. Kaeams zoeken en vermoeden; zijn liefde tot Abedam, de hoge - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[21] Want zie, ik geloof dat de heilige zorgzaamheid van Degene aan wie de elementen gehoorzamen en die voor de gehele aarde zorgt, mijn arme woonstee wel niet zal vergeten! En daarom volg ik, als je dat wilt, je onbezorgd tot aan het einde van de wereld. Amen."
Hoofdstuk 163: Seths wonderlijke kracht brengt de vuurstorm tot bedaren. Kaeams zoeken en vermoeden; zijn liefde tot Abedam, de hoge - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] En nogmaals antwoordde Kaeam hen: "Daardoor, dat ik blijf, heb ik alles al gedaan! Hij, die vandaag de aarde niet verbeurde en de band met de hemel niet verscheurde zal toch zeker wel tot morgen voor mijn arme hutje zorgen!
Hoofdstuk 164: Kaeams lied van troost - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Wat voor nut biedt mij mijn hut als die Ene haar niet beschut! Wat Hij die ons bemint, doet bovenmate, kan door ons worden nagelaten! En, volg ik Hem, door 't Betere bewogen, O, dat ook jullie de liefde volgen mogen!"
Hoofdstuk 164: Kaeams lied van troost - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[24] Zo zag ik eens een grote vogel in de lucht vliegen. Het was een adelaar. Hij bootste het geluid van kleine vogeltjes na. De vogeltjes vlogen op, omdat zij een soortgenoot meenden te herkennen; maar wat schoten zij geschrokken terug toen zij de machtige adelaar in zicht kregen! Het gezang leek weliswaar op dat van de vogeltjes, maar het klonk machtiger en galmde verder langs de huiveringwekkende hoogten. Ik werd bevreesd en bang, toen dat geluid tot mijn oren doordrong!
Hoofdstuk 164: Kaeams lied van troost - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[27] En zo zag ik ook eens vanaf een hoge rotswand, hoe een heel zware, grauwe wolk zich uit de zee losmaakte. Deze steeg steeds verder op tot aan de hoge rotsrand. Ik wilde alleen maar zien waaruit die wolk bestond; maar spoedig voer er een huivering door mij heen. Want hoe dichterbij deze somber aan kwam rollen, des te onheilspellender werd de diepte. Daarom, zoals jullie zult begrijpen, neem ik aan, verdween ik zo snel mogelijk van die wand vandaan Ik ben in de richting van mijn hut gevloden waar d' oude rust mij werd geboden.
Hoofdstuk 164: Kaeams lied van troost - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[28] Moet ik verder nog van iets gewagen, laat de tijd de nevels dan verjagen! En laten we onze hoofden niet breken, noch ons in wespennesten steken. Bergen zijn krom en wij zijn dom. Wat kunnen wij elkaar vertellen als we elkaar zulke domme vragen stellen? Wat anders dan hem onze eigen nood klagen, dié onze domheid zal moeten verdragen! Ik wil derhalve nog slechts zwijgen en stillekens naar mijn hutje stijgen om daar in de vreugde van stille hoop mij ter ruste te leggen; en de loop
Hoofdstuk 164: Kaeams lied van troost - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[30] Doe jij dan maar naar jouw believen. Mijn tong zal je niet langer grieven. Morgen zal men dan wel merken wat in de nacht je kon bewerken!
Hoofdstuk 164: Kaeams lied van troost - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Toen zij de woonstee binnenkwamen stapte Abedam onmiddellijk op het vijftal af en zei tegen hen: "Zeg Mij nu wat je hebt gevonden gedurende de tijd dat wij afwezig waren! En wat voor uitwerking heeft Mijn woord op jullie gehad? Heeft het je vernieuwd of zijn jullie bij je oude zienswijze gebleven? Zeg Mij dat nu vanuit je hart!"
Hoofdstuk 165: Abedam, de hoge, en de vijf zoekenden naar het licht. Niet onderzoeken, maar liefhebben voert tot leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] En als eerste sprak Enos over zichzelf: "Ik heb in mij een licht gezien; dat was krachtig en lichtte geweldig op. Ik wilde weten waar het vandaan kwam en zie, het licht ging uit en ik zag het binnenste van mijn lichaam niet meer!
Hoofdstuk 165: Abedam, de hoge, en de vijf zoekenden naar het licht. Niet onderzoeken, maar liefhebben voert tot leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Daarop vroeg ik aan mijn hart waar het licht zich verborg. En mijn hart bleef zwijgen en ik vroeg het voor de tweede en voor de derde maal en wederom bleef het stom en tot nu toe is het stom gebleven!
Hoofdstuk 165: Abedam, de hoge, en de vijf zoekenden naar het licht. Niet onderzoeken, maar liefhebben voert tot leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[22] En Kenan antwoordde: "Waarlijk, ook mij verging het niet beter dan vader Enos! Ook voor mijn ogen vlogen dingen voorbij die er uitzagen als geweldige lichtende bliksems; maar ik kon ze niet volgen. Te snel verzonken zij achter de verre horizon en alras bedekte de dichtste duisternis de aardbol. Ik moest daarop met grote angst bemerken hoe ontoereikend menselijke krachten zijn en hoe veel te langzaam om een voorbijtrekkend licht in te halen!
Hoofdstuk 165: Abedam, de hoge, en de vijf zoekenden naar het licht. Niet onderzoeken, maar liefhebben voert tot leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)