2758 resultaten - Pagina 69 van 184
... 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 ...
[10] Op de juiste tijd werden vanuit Mijn wijsheid en Mijn wil meer volmaakte zaden in dit slik gelegd, en weldra begon het el al weelderig uit te zien op de grotere stukken land van de nog altijd jonge aarde.Hoofdstuk 71: De eerste twee ontwikkelingsperioden van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Maar vraag Mij nu niet waarom er voor het ontwikkelen van een hemellichaam zo'n onvoorstelbaar lange tijd nodig is, want dat ligt in Mijn wijsheid en orde besloten. Als de heer van een wijngaard al het werk in één ogenblik klaar zou kunnen hebben, wat zou hij dan het hele jaar door doen? De verstandige bezitter van een wijngaard maakt echter voor zichzelf een. indeling van het werk, heeft ieder jaar iets te doen en deze dagelijkse bezigheid bezorgt hem ook steeds een nieuwe zaligheid. Kijk, dat is bij Mij ook het geval; want Ik ben in de hele oneindigheid eeuwig het meest actieve, en daarom ook het zaligste wezen.
Hoofdstuk 73: De twee laatste ontwikkelingsperioden van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Als zielen, die in het geestenrijk verder leven, worden ze op een of ander groot hemellichaam, dat wil zeggen op een plaats die daar geestelijk mee overeenstemt tot diepere kennis gebracht over God en Zijn macht en wijsheid, en zo leven ze ook heel zalig verder en kunnen ook steeds zaliger worden. Maar het zou zinloos zijn om je ook nog te vertellen waar zich in deze hulsglobe een dergelijk groot hemellichaam bevindt, omdat jij zo'n hemellichaam niet zou kunnen waarnemen met je zintuigen, en er zou gedurende je lichamelijke leven ook geen sprake van kunnen zijn dat je jezelf ervan overtuigt of het er inderdaad zo uitziet als Ik je zou beschrijven, zolang je niet volledig in je geest wedergeboren bent; tot die tijd moet je je dus tevreden stellen met wat Ik je zeg: in het huis van Mijn Vader zijn heel veel woningen! Wanneer jullie eenmaal in Mijn rijk zijn, zal alles jullie duidelijk worden. - Heb je Mij begrepen?'
Hoofdstuk 74: De zielsontwikkeling van de pre-adamieten (16.1.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Nu zei de Romein Marcus: 'O Heer en Meester, dat is voor mij althans wel allemaal duidelijk; maar ik zie nu ook heel duidelijk in, dat de mensen, die dat op een of andere manier zomaar zullen horen, het niet zullen vatten en begrijpen; want daar is wel enorm veel voorkennis voor nodig! Wij hebben het nu in Uw aanwezigheid gemakkelijk, omdat U met behulp van Uw almacht, liefde en wijsheid alles zo voor ons kunt voorstellen, dat wij zelfs de meest wonderbaarlijke dingen kunnen begrijpen; maar wij zijn daartoe niet in staat, en dus zullen wij deze wonderbaarlijke dingen vanuit onszelf moeilijk of helemaal niet begrijpelijk kunnen maken voor de andere mensen.
Hoofdstuk 77: Gelijkenissen van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik zei: 'Maar dat geeft toch niets; want Ik heb het immers alleen aan jullie onthuld en bekend gemaakt om het rijk Gods beter te kunnen begrijpen. Aan degenen die het in de toekomst nodig hebben om vanwege het rijk Gods Mijn werken beter te begrijpen, zal Mijn geest in hen het wel onthullen, en hij zal hen in alle waarheid en wijsheid binnenleiden. De andere mensen doen echter al genoeg, als ze in Mij geloven en naar Mijn geboden leven en handelen. Want weliswaar zijn er velen geroepen tot het rijk Gods, maar er zijn er maar weinigen uitverkoren, aan wie het gegeven is de geheimen van Gods rijk te begrijpen.
Hoofdstuk 77: Gelijkenissen van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Er bestaat overigens zelfs in fysiek opzicht een verbinding en een overeenkomst tussen het hoofdlevensknobbeltje in het hart en het knobbeltje van de onderste huidzenuw van de linker kleine teen. En daarom kan men vooral in deemoedig geestelijk opzicht zeggen, dat deze aarde vroeger ook overeenkwam met het eerder genoemde huidzenuwknobbeltje van de teen bij de Grote Scheppingsmens en daarom nu ook het hoofdlevensknobbeltje in het hart van de Grote Scheppingsmens is en zal blijven; dat wil zeggen: geestelijk, door middel van de op haar ontstane kinderen van Mijn liefde en wijsheid. Maar ze kan het ook fysiek nog gedurende een voor jullie onvoorstelbaar lange tijd blijven, al zullen er zich op haar bodem ook grote veranderingen voordoen. Want ook de latere nakomelingen zullen weer de slechte springstof uitvinden en nog een grote hoeveelheid vernietigingsinstrumenten, en ze zullen vele, vele verwoestingen op de aarde aanrichten; dat ze evenwel niet tot op te grote diepte in de aarde kunnen komen, daar zal door Mij wel voor gezorgd worden.
Hoofdstuk 76: Over de bewoners van het vernietigde hemellichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Om die reden hebben de meeste mensen wel een heel flauw vermoeden van iets hogers en bovenzinnelijks, door de zwakke schemering die een gevolg is van het zuivere, achter de donkergrijze wolk stralende hemelse licht; maar omdat de genoemde wolk niet wijkt en in plaats van lichter meestal alleen maar donkerder wordt en dikwijls helemaal duister, begrijpen ze ook niets van de zuivere wijsheid uit de hemelen. Bijgevolg zijn ze dan ook steeds vol zorgen, vol vrees en vol angsten, geloven in allerlei domme dingen en zoeken troost en geruststelling bij de dode afgoden en hun priesters, omdat ze de ware troost uit de hemelen niet kunnen verwachten vanwege de genoemde wolk die niet verdwijnt en blijft liggen tussen de ogen van de ziel en de zon van de hemelen.
Hoofdstuk 77: Gelijkenissen van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Er is maar één waarheid, die even goed door één mens als door myriaden engelen uitgesproken en bewezen kan worden. Maar wanneer de wereldse wijsheid zich daartegen verzet, omdat die waarheid niet bevorderlijk is voor haar wereldse voordelen, is dat dan een reden om aan te nemen dat de waarheid minder waar is?
Hoofdstuk 79: Spreken en handelen is beter dan schrijven Over de echte en valse evangeliën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Bij het langzame ontbinden veranderen de onreine geesten echter eerst in een ontelbaar aantal kleine en ook grotere wormen; die verteren het lijk en tenslotte ook elkaar, ontbinden vervolgens zelf en stijgen in reeds zuivere vochten naar het oppervlak van de aarde, waar ze weer overgaan in allerlei kruiden en dan van daaruit naar een zuiverder soort wormen en insecten. Kijk, zo willen Mijn wijsheid en Mijn orde het, en Ik heb jou daar nu precies zoveel over gezegd als voor de mens nodig is om te weten; het overige zal de geest jou wel meedelen wanneer het nodig is datje het weet.
Hoofdstuk 83: Waarom lijken langzaam ontbinden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Een schriftgeleerde, die zich erg op zijn wijsheid liet voorstaan en die wij al kennen van de Olijfberg, zei tegen Lazarus: 'Vriend, je weet vast nog wel wat we gisteravond besproken hebben en ook zo goed als geheel overeen zijn gekomen! Daarom zijn wij vandaag zo vroeg mogelijk hier naar toe gegaan. Maar, vriend, wij zijn hier werkelijk niet ontvangen op een manier die ons genoegen doet. Want het scheelde niet veel of wij waren doorjouw honden lelijk toegetakeld, als jouw dienaren ons niet te hulp waren gekomen! Dat was toch echt niet de ontvangst waarmee men ons tempeldienaren pleegt te ontvangen!
Hoofdstuk 85: De Heer en de pas bekeerde priesters (30.1.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Maar U, o Heer, bent machtig; doe volgens Uw genade, liefde en wijsheid wat U welgevallig is! Maar al blijven wij in de tempel, wij zullen werkelijk in geen enkele vergadering meer een woord ten nadele van U spreken, maar wel bij gelegenheid aan de hogepriesters tonen hoe het met deze zaak zit. Maar als U ons speciaal zou willen aangeven wat wij moeten doen, dan zullen wij dat ook doen om in genade door U aangenomen te worden. Heer en Meester, wat is Uw wil met ons en ten aanzien van ons?'
Hoofdstuk 92: Over het invoeren van de sabbat (8.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Sla daarom ook acht op Mijn vaak onbelangrijk lijkende woorden; want juist in die woorden geef Ik jullie meer van het liefdeleven uit Mij dan wanneer Ik een hele hulsglobe voor jullie ogen en oren keurig in atomen zou ontleden! Want van Mijn eindeloze wijsheid en macht kunnen jullie maar enkele druppels drinken, maar uit de levensbron van Mijn vaderlijke liefde kunnen jullie altijd stromen in je opnemen.
Hoofdstuk 95: Over de kracht van het kleine - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Maar aangezien jullie nu unaniem van deze slechte opvatting afgestapt zijn en een ander besluit hebben genomen, kunnen jullie nu ook het geluk hebben om de Messias te zien en ook te spreken. Kom Hem echter vooral niet met een onderzoekend hart en een onderzoekende blik tegemoet, maar met geloof en liefde, dan zal ook Hij jullie met Zijn liefde tegemoet komen -maar in het andere geval met Zijn alles doordringende wijsheid en dan zouden jullie in de verste verte niet in staat zijn die te beantwoorden! Want zoals Hij heel goed wist met welke gedachten jullie hierheen gekomen zijn, zoals ik jullie nu openlijk meegedeeld heb, zo kent Hij ook iedere gedachte die wellicht nog, hoe stil en geheim ook, in jullie gemoed opkomt. Laat dit dus een vriendelijke raad aan jullie zijn, waarvan ik hoop dat jullie die opvolgen tot je tijdelijk en eeuwig welzijn!'
Hoofdstuk 85: De Heer en de pas bekeerde priesters (30.1.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Na enig nadenken zei een oudste: 'Hoge Romeinen en onze gezaghebbers, jullie hebben groot gelijk dat jullie ons een reeds lang verdiend verwijt maken; want wij joden bevinden ons al sinds heel lang bij de zuiverste bron en willen daar niet uit drinken! Maar wiens schuld is dat? Kijk, als iemand een schat heeft, dan waardeert hij hem niet zozeer als degene die hem niet heeft en hem eerst op de een of andere manier met moeite moet verwerven, als hij hem wil bezitten! Als wij van vreemde profeten en wijzen horen, dan verlangen wij gretig naar hun wijsheid; maar wij slaan geen acht op de eigen profeten en wijzen, omdat wij hen van hun geboorte af aan kennen en dan bij hun optreden zeggen: 'Waar heeft hij die wijsheid en die wonderbaarlijke daadkracht vandaan?' Kort en goed, de mens en in het bijzonder wij, reeds oud geworden joden, zijn lui en onverschillig geworden tegenover alles wat er onder ons als nieuw naar voren treedt, al is het ook nog zo buitengewoon; want ons vertrouwde en gezapige leven schuwt iedere extra moeite en arbeid en enkel en alleen om die reden zetten wij ons af tegen alles wat ons in onze rust en vanouds gewende behaaglijkheid begint te storen.
Hoofdstuk 87: De redenen van de tempeldienaren voor hun houding tegenover de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Jullie Romeinen zijn heren van een groot en machtig rijk en jullie voelen je heel behaaglijk wanneer er in het hele rijk vrede heerst; maar als jullie uit een of ander deel van het rijk bericht krijgen dat het volk daar tegen jullie is opgestaan, dan vragen jullie ook niet of dat volk misschien met het volste menselijke recht vanwege te zware lasten tegen jullie is opgestaan, maar jullie sturen er snel een machtig leger heen en tuchtigen het opgestane volk zonder enige genade en zonder te overwegen of het volk terecht of onterecht is opgestaan. En waarom doen jullie dat? Omdat het opstandige volk jullie slechts een beetje uit je behaaglijke rust wakker heeft geschud. Jullie kennen dat volk en vragen je in jullie vergadering dan ook af: 'Maar hoe heeft dat volkje het in het hoofd gehaald om tegen ons in opstand te komen?' en zeggen vervolgens: 'Wacht maar, volkje, jij zult je moed en waanzin duur boeten! ' Waarom zeggen jullie dan niet na allerlei wijze overwegingen: 'Dat kleine volk is weliswaar tegen ons opgestaan, maar laten wij er vredesboden en ook vrederechters heen sturen; die moeten de reden onderzoeken en ook goed achterhalen of dat volk daar een duidelijk aantoonbaar en goed recht toe had!' Nee, dat doen jullie niet, ook al zouden jullie horen dat zelfs een God zich aan het hoofd van het in het nauw geraakte en daarom opgestane volk gesteld zou hebben, maar jullie sturen onmiddellijk een leger en overvallen dat volk zonder enig pardon; en als jullie door dat volk misschien zelfs enkele malen verslagen zouden worden, dan is de hel bij jullie pas goed losgebroken, ook als jullie heel goed zouden inzien dat dat volk het volste recht had om tegen jullie op te staan. Kortom, dat volk heeft nu eenmaal jullie behaaglijke rust verstoord en daarom zetten jullie alles op alles om het te tuchtigen, ook, zoals gezegd, als zelfs een God uit Zijn goedheid, wijsheid en erbarming het volk tot een overwinnende opstand tegen jullie aangezet zou hebben!
Hoofdstuk 87: De redenen van de tempeldienaren voor hun houding tegenover de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)