Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 69 van 263

...  57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82  ...
[13] En DE WAARD keek Mij recht aan en zei: 'Ja, vriend, van u kan ik het geloven! In uw ogen ligt immers zo'n vastberadenheid, dat ze me zeggen: Uit deze mond is nog nooit een leugenachtig woord gekomen! En daarom geloof ik nu dan ook vast, dat u mijn zoon zult genezen."
Hoofdstuk 253: De genezing van de blindgeborene en van andere zieken (Ev. Matth. 19,2) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[16] DE WAARD kwam dicht op Mij toe en zei: 'O, u grote en waarachtigste heiland, hoe moet ik u nu op passende wijze bedanken voor deze waarachtige genade? Want waarlijk, alleen wie dat kan wat u kunt, kan genade uitdelen; want wat heeft een blinde aan duizend genadegaven en weldaden van de kant van de machthebbers van deze aarde, als zij hem ondanks al hun macht en goedheid het licht van zijn ogen niet kunnen geven!? Maar u heeft hem vanuit een innerlijke, mij geheelonbegrijpelijke macht het gezichtsvermogen gegeven en daarmee heeft u mij en mijn liefste zoon een onuitsprekelijk grote genade bewezen. Maar als loon daarvoor is hetgeen ik u voorheen beloofd heb veel te weinig! 0, zeg mij wat ik u nu schuldig ben, dan zal ik met alle liefde en vreugde gevolg geven aan uw wens!'
Hoofdstuk 253: De genezing van de blindgeborene en van andere zieken (Ev. Matth. 19,2) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] En toen het eerste mensenpaar stond voor Hem die hen gemaakt had, en Deze wel zag dat de man groot welgevallen had aan de mooie vrouw, sprak deze Ene, die jullie nog nooit gekend hebben: 'Zie, daarom zal in de toekomst een man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en deze twee zullen tot één vlees zijn!' (Matth. 19,5) En als dit volgens Gods woord zo is, zijn zij nu niet twee, maar één vlees. En wat God zo heeft samengevoegd, moet de mens niet scheiden' (Matth. 19,6)
Hoofdstuk 255: Het verbod van echtscheiding (Ev. Matth. 19, 3-9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Hierop verlieten de Farizeeën Mij zonder verder een woord te spreken.
Hoofdstuk 255: Het verbod van echtscheiding (Ev. Matth. 19, 3-9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Hierop zei IK tegen de enigszins verlegen leerlingen: 'Niet allen vatten dit woord (dat voor de Farizeeën gesproken werd), maar alleen diegenen aan wie het gegeven is om het te begrijpen (Matth. 19,11), en tot nog toe hebben jullie het ook niet begrepen, ofschoon het jullie gegeven is het te vatten; maar desondanks moeten jullie het begrijpen en dat zullen jullie ook!
Hoofdstuk 256: Uitzonderingsgevallen met betrekking tot huwelijkszaken (Ev. Matth. 19, 10-12) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Alleen hetgeen deel uitmaakt van de ziel en de geest is waarachtig en voor eeuwig blijvend mooi. Als jou nu alleen maar dat beeld van deze omgeving hier bevalt en haar luchtig kleurenspel, dan beleef je toch nog altijd meer vreugde aan de materie en haar vormen dan aan het geestelijke dat de starre vormen je als in een groot schrift vertolken. Maar ach, als je in staat zult zijn om al deze vormen met je innerlijke geestelijke ogen te bezien, te lezen en te begrijpen, dan zul je ook met David kunnen uitroepen: 'O Heer, hoe groot en heerlijk zijn al Uw werken! Wie deze ziet beleeft puur genot!
Hoofdstuk 266: Het geestelijk zien. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] DE WAARD zegt: 'O Heer en mijn waarachtige God! Als ik dat werkelijk tot op de grond zou begrijpen, zou ik zeker een van de gelukkigste mensen van deze aarde zijn; maar zover is het nog lang niet met mijn begrip, ofschoon ik nu wel bepaalde vage vermoedens heb gekregen van hetgeen U mij eigenlijk heeft willen zeggen! Mijn dochter Eliza die toch al zo'n halve zieneres is, zou Uw uitleg duidelijk beter begrepen hebben dan ik; maar iets heb ook ik begrepen! Maar er is buitengewoon veel voor nodig om in de uiterlijke vormen de innerlijke, puur geestelijke overeenkomsten te vinden en deze in hun talloze relaties juist te begrijpen. Heer, zou U mij dat door een passend beeld niet iets duidelijker kunnen maken?"
Hoofdstuk 266: Het geestelijk zien. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Wat de profeten erover geschreven hebben vanuit hun innerlijke ingeving hebben ze in beelden geschreven, die pure overdrachtelijke uitdrukkingen zijn van de hierin verborgen naakte waarheden. Wie derhalve de oude leer der overeenkomstigheden of analogieën kent, zal al gauw begrijpen wat de beelden van de profeten allemaal te betekenen hebben.
Hoofdstuk 272: De beeldspraak van de profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[16] DE WAARD zei: 'Kijk daar! De Meester aller meesters die daar met ons aan tafel zit en die, zoals je ziet, ook mijn dochter Eliza enkel door Zijn almachtige woord in één ogenblik zo genezen heeft zoals jij haar nu hier naast mij ziet zitten, heeft voor ons nu ook deze heerlijkste wijn uit water geschapen en zal er op dezelfde manier zeker ook voor zorgen dat wij eigen zout zullen hebben. Zeg me nu of je nog bang bent omdat deze ware Heer en Meester puur door Zijn almachtige woord deze weg naar beneden, die steeds heel gevaarlijk voor ons was, voor altijd versperd heeft en in ruil daarvoor een verborgen en gemakkelijke weg opent waarlangs wij ook onze onontbeerlijke huisdieren zonder enig gevaar naar boven en naar beneden kunnen drijven! Ben je het daarmee eens?"
Hoofdstuk 268: Genezing van de door een giftige slang gebeten man. De wonderwijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[16] IK zei: 'Er bestaat op de wereld onder de mensen geen waardigheid behalve die, dat ze evenbeelden zijn van God, en dat is ook de reden waarom een mens zijn medemens moet liefhebben en respecteren. En als iemand Mijn woord hoort, gelooft en ernaar handelt, is hij ook waardig dat Ik hem een goed getuigenis geef; want wie Mijn getuige is, diens meest geldige getuige ben ook Ik voor Mijn Vader in de hemel van al het leven. En als Ik iemand ook voor de wereld een getuigenis geef: dan doe Ik dat niet om hem voor de wereld te prijzen, maar Ik laat daarmee zien dat de waarheid uit God in hem is. En op die manier kunnen jullie Mijn getuigenis wel verdragen!"
Hoofdstuk 272: De beeldspraak van de profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] IK zei: 'Ze hebben zoveel gehoord en gezien, dat ze precies weten wat ze moeten doen om het eeuwige leven te bereiken, en meer hebben zij niet nodig. Zij wilden Mij vanwege hun huiselijke omstandigheden ook niet steeds en overal heen volgen en zo liet Ik hen voorlopig gaan; maar ze zullen wel weer terugkomen en Mij volgen op alle wegen en paden, want ze hebben Mijn woord aangenomen en leven en handelen er nu naar, en ze verlangen er nu al zeer sterk naar om zo vlug mogelijk weer bij Mij te komen. Het zijn voor het grootste deel Galileeërs, zoals Ik en Mijn twaalf belangrijkste leerlingen. - Nu weet je ook dit overeenkomstig de volste waarheid; en als je nog iets wilt weten, vraag het dan!"
Hoofdstuk 273: De geldzucht van Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] Dus sprak Ik verder en zei: 'Voorwaar, voorwaar, wie Mijn woord hoort en waarachtig in Hem gelooft die Mij tot de mensen op deze aarde heeft gezonden, heeft het eeuwige leven en komt met zijn ziel nooit in een gericht dat bestaat uit de dood van de materie, maar door dat ernstige en levende geloof is hij van de dood tot het ware, eeuwige leven doorgedrongen! (Joh.5,24)
Hoofdstuk 2: De Heer getuigt van Zichzelf en van Zijn zending als Messias 5,14-27) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] En juist deze Vader, die Mij nu naar u heeft toegestuurd, heeft reeds lang door de mond van de profeten van Mij getuigd, hoewel geen van u ooit Zijn stem gehoord en Zijn gestalte gezien heeft. (Joh.5,37) U heeft weliswaar Zijn woord uit de geschriften van de profeten vernomen, maar niet aanvaard, want u gelooft nu Degene niet die Hij tot u heeft gezonden. (Joh,5,38)
Hoofdstuk 3: De Heer spreekt over de betekenis van Zijn daden (Ev.Joh. 5,28-39) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Maar IK zei tegen hen: 'Jullie zijn nu vrij, maar tegen jullie en allen zeg Ik: van hetgeen hier is voorgevallen, mag geen enkel woord aan iemand anders verraden worden! Want Ik doe tekenen die iedereen mag zien en kennen, maar ook zulke die slechts voor weinig mensen geschikt zijn, en die moeten voorlopig met openbaar worden. Ik alleen weet hoe belangrijk dat is. Bovendien mogen jullie vandaag niet naar Jeruzalem terug, want Ik wil juist vandaag nog het een en ander met jullie bespreken.
Hoofdstuk 6: De bekentenis van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Toen hielden allen hun mond en durfden onder elkaar geen woord te wisselen.
Hoofdstuk 6: De bekentenis van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82  ...