Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 69 van 215

...  57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82  ...
[14] De hemel heeft echter eveneens drie graden, zoals ook de hel drie graden of trappen heeft.
Hoofdstuk 170: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] De leerlingen en ook de andere aanwezigen zeiden eenstemmig: 'Heer, wat U beveelt, wilt en toelaat is beslist goed, wijs en rechtvaardig; want U als Schepper en Meester van de mensen en alle van dingen in de wereld weet immers het allerbeste wat voor de mensen het beste is. Als zilver, goud, edelstenen en prachtige parels volkomen nadelig voor Uw mensen zouden zijn, dan had U zulke kwade zaken niet geschapen!
Hoofdstuk 174: Uitleg van Jesaja 2, 6 -22. De genade-openbaringen van het nieuwe licht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Zo zal het eens ook in Mijn rijk zijn. Wie daar de kleinste en minste zal zijn, zal ook de grootste zijn. Want in de hemel is alles tegengesteld aan de wereldorde hier; wat in de ogen van de wereld belangrijk en luisterrijk is, is in de hemel heel klein en gering en zonder enige pracht of praal.
Hoofdstuk 177: De zucht naar aanzien. Hoogmoed en deemoed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Maar wat zou een mens er aan hebben als hij alle dingen en verschijnselen in de natuurlijke wereld van het grootste tot het kleinste geheel nauwkeurig zou kennen en in staat zou zijn deze scherp te beoordelen, maar daarbij nog zover af zou staan van de wedergeboorte van zijn geest in de ziel als deze aarde van de hemel? Zouden die vele wetenschappen hem wel het eeuwige leven kunnen verschaffen?! Vorm daar een oordeel over en zeg Mij dan wat jij daarvan denkt!'
Hoofdstuk 183: De oorzaak van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] De zeven mannen uit Opper Egypte vertegenwoordigden de onderste graad van de zuivere wijsheidshemel, en alleen daarin mochten de helse geesten uit Jeruzalem het eerst komen. Toen begon hun een licht op te gaan, en zij werden gewaar dat zij volledig in het kwaad van de.hel waren. Toen zij zich daarvan steeds meer bewust werden, daalde het licht van de tweede graad van de hemel in de persoon van Rafaël tot hen af en zij begonnen behoefte te krijgen het kwade af te leggen en zich naar het licht te keren. Toen zij in het felle waarheids en liefdelicht van de tweede hemel zichzelf voor het eerst helemaal goed bekeken, drong pas echt berouw in hen door, en ontstond in hen een streven naar Mij, de hoogste graad van de hemelen. En toen Ik dan Zelf tot hen kwam, werden zij ook meteen helemaal bekeerd, en zo zijn zij nu kandidaten voor de eerste graad van de hemel.
Hoofdstuk 170: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Zulke dingen gebeuren heel vaak, en de mensen komen daardoor gemakkelijk tot het geloof dat er helemaal geen God bestaat of dat God Zich helemaal niet om de mensen bekommert. En voor mij ligt daar een van de voornaamste redenen van het verval van het geloof. Want ieder mens heeft een natuurlijk rechtsgevoel dat heel nauw verbonden is met het geloof in een goede en zeer rechtvaardige God. Als dit gevoel te vaak en meestal op een ten hemel schreiende wijze gekwetst wordt, dan wordt gaandeweg ook het geloof gekwetst en aangetast, en dan verzinkt de mensheid langzaam maar zeker steeds meer in de nacht van het ongeloof en het bijgeloof en begint in haar nood overal hulp en troost te zoeken waar haar ook maar hulp geboden wordt, en zij gaat op die manier over tot afgoderij of stoïcisme.
Hoofdstuk 173: Over de schijnbaar onrechtvaardige leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Beiden zeiden: 'O heer, Gods macht is wel groot en heerlijk, maar tegen de dood heeft deze toch geen kruid geschapen! Er zijn zeker wel wonderlijke middelen waarmee de zwaarste ziektes genezen kunnen worden, - maar bestaat er een middel waardoor een dode ooit weer levend wordt?! Wij geloven wel dat de zielen van de mensen na de dood van het lichaam voortleven, maar dat een lichaam, als het eenmaal dood is, ook weer tot leven wordt gewekt, is wel moeilijk te geloven! Men spreekt wel van een jongste Dag, waarop allen die in hun graven allang zijn vergaan, weer op zullen staan; maar dat lijkt ons maar zo'n lege troostleer te zijn om te voorkomen dat de mensen te veel vrees hebben voor de dood. Maar wij denken dat ieder die eenmaal gestorven is, in eeuwigheid nooit meer op zal staan.
Hoofdstuk 180: De Heer wekt een gestorven weduwe op uit de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[25] O, waren alle mensen toch zoals jullie, dan zou het er op aarde heel anders uitzien! Maar de traagheid van de mensen is het oude vangnet van de satan, waarin ze zich gewillig laten vangen tot hun eeuwige verder[ En toch konden de mensen niet volkomener geschapen worden dan ze zijn! Ze hebben verstand, inzicht, een volledig vrije wil en een geweten dat hen altijd waarschuwt, en overal en te allen tijde door Mij gewekte mannen en leraren, die zeer actief zijn en een even grote wijsheid hebben als de engelen. Maar hun genotzucht en traagheid trekt hen voortdurend af van al het juiste, ware en goede. En zo vallen ze ten offer aan het rijk van het verderf, en kan niets anders hen helpen dan het ene gericht na het andere en de ene straf na de andere. En zelfs dat helpt alleen maar een uiterst kleine minderheid.
Hoofdstuk 181: Terugkeer naar de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Tegen deze opmerking van Mij durfde niemand meer iets in te brengen; want iedereen dacht bij zichzelf: 'Hij heeft macht over hemel en hel en hoeft niet op te zien tegen die woestelingen van de tempel of er zelfs bang voor te zijn!'
Hoofdstuk 185: Aanwijzingen van de Heer voor het bezoek aan de tempel De Heer en Zijn tegenstander (Ev. 1 oh. Hfdst.9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Dan zou jouw God met al zijn ondoorgrondelijk diepe wijsheid en goedheid met al hetgeen hij geschapen heeft, uiteindelijk de grootste vreugde en zijn grootste welbehagen beleven aan het feit dat hij al zijn schepselen, die hij zo uiterst wijs uitgerust heeft, na een kort bestaan weer doodt en totaal vernietigt!
Hoofdstuk 189: Een Farizeeër zet zijn wereldbeschouwing uiteen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Met een ernstige uitdrukking op Mijn gezicht zei Ik: 'Je durft Mij veel onbillijke en onware dingen recht in Mijn gezicht te zeggen, waar het volk bij is. Als Ik evenzeer tot toorn geneigd zou zijn als jullie joden en Farizeeën, zou Ik je deze brutale, onware, zinloze en hoogmoedige woorden nu zodanig betaald zetten dat al het volk erdoor ontsteld zou zijn, omdat het daardoor snel tot het inzicht zou komen, dat Mij alle macht en zeggenschap in de hemel en op aarde is gegeven; maar Ik ben met heel Mijn hart zachtmoedig, ben Zelf vol deemoed en Ik zal jou ten overstaan van het volk slechts met Mijn woord straffen!
Hoofdstuk 190: Het eeuwige leven van de zielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Maar Ik zeg jullie: Precies daarom zijn jullie de allerlaatsten voor God! Want alles wat in de ogen van de wereld groot en stralend is, is voor God een gruwel. Jullie willen niet naar de hemel en versperren ook nog de weg voor degenen die er wel naartoe willen. Daarom zullen jullie later ook des te meer verdoemd worden.
Hoofdstuk 192: De Farizeeën proberen de Heer te vangen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Een van beiden zei: 'Je praat vrij en open tegen ons, die evengoed mensen zijn als jij. Als het de almachtige God behaagd heeft om ons mensen alleen voor de hel te scheppen, had Hij Zich die moeite wel kunnen besparen; want daar zal geen enkele ziel Hem voor prijzen. Maar wij zijn van mening dat God de mensen nog altijd voor iets beters heeft geschapen en hopen daarom dat Hij, als het meest wijze en volmaakte wezen, ons mensen niet meteen voor eeuwig met alle kwalen van de hel zal willen pijnigen, want wij werden door onoverkomelijke moeilijkheden gedwongen zo te handelen.
Hoofdstuk 192: De Farizeeën proberen de Heer te vangen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Maar omdat God de mensen nu juist alleen maar voor het eeuwige leven heeft geschapen en niet voor de eeuwige dood, blijft Hij steeds maar allerlei boodschappers sturen om de trage en zinnelijke mensen wakker te schudden, opdat deze zullen opstaan om aan het ware werk te beginnen dat hun ziellevend maakt.
Hoofdstuk 193: De gelijkenis van de wijngaardeniers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Maar opdat niemand zich ooit zal kunnen verontschuldigen door te beweren dat hij niet heeft geweten waarin de ware hemel dan wel bestaat, zal Ik jullie omwille van het volk in beelden tonen, waarin de ware hemel overal in de hele oneindigheid en hier op deze aarde, in en boven alle sterren, overal op dezelfde manier bestaat. Luister dus naar Mij!'
Hoofdstuk 194: De Farizeeën vragen naar het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82  ...