Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1361 resultaten - Pagina 69 van 91

...  57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82  ...
[24] Maar dat dan ook eenieder die anders spreekt dan hij denkt en anders handelt dan hij spreekt en denkt, een leugenaar is, is vanzelfsprekend; want zo iemand is al helemaal in de alleruiterste, grofste materie begraven en heeft zijn geest haar gehele goddelijke vorm ontnomen. Aldus wordt ook aan de leerlingen hier dit gebod naar zijn meest innerlijke betekenis uitgelegd. Daar we dit nu weten, kunnen we ons meteen verder naar de negende zaal begeven.
Hoofdstuk 86: Wat is een vals getuigenis? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Ieder mens, hetzij zuiver geestelijk hetzij nog met materie omhuld, hangt door dit vermogen heel natuurlijk tussen een uiterlijk en een innerlijk. Hij kan daarom steeds een talloze hoeveelheid uiterlijke vormen aanschouwen, maar kan ook tegelijkertijd evenveel van de innerlijke, zuiver goddelijke waarheid in zich opnemen.
Hoofdstuk 86: Wat is een vals getuigenis? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Voor wie geldt dan dit gebod? Ik weet dat men met het antwoord gauw klaar zal zijn en zal zeggen: het geldt voor de met materie omhulde geesten en het gebiedt hun om hun omhulling alleen maar zodanig te gebruiken dat hun denken en hun daaruit voortvloeiende willen met hun zuiver geestelijke geaardheid in overeenstemming is.
Hoofdstuk 85: Achtste zaal - achtste gebod. Het materiële omhulsel - het middel om te liegen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Een zuivere geest is dus alleen in staat om te liegen als hij zich met materie omhult. Is echter een geest, ook die van onzuivere aard, van zijn grove omhulsel ontdaan, dan kan hij geen onwaarheid spreken.
Hoofdstuk 85: Achtste zaal - achtste gebod. Het materiële omhulsel - het middel om te liegen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Ik denk dat het nauwelijks nodig zal zijn om nog verder te gaan met het opsommen van dergelijke onzinnige uitwassen van raffinement van het menselijk verstand, maar dat we dadelijk het eindoordeel kunnen uitspreken: al dergelijke genotzuchtige verfijningen zijn, volgens de voorafgaande beschouwing, niets anders dan afgoderijen, want zij zijn offers van de menselijke geest aan de uiterlijke, dode materie.
Hoofdstuk 81: Wat is hoererij? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Wanneer echter al een arrestant zeker geen groot genoegen schept in zijn arrest, dan zal de absolute geest toch des te minder een hartstochtelijk verlangen koesteren om zich met zijn meest vrije wezen voor altijd aan de grove materie te binden om daarin zijn vermaak te vinden. In deze zin is dus een onkuisheid bedrijvende geest toch zeker de grootste onzin die een mens ooit kan uitspreken. Nu is dus de vraag: wat is dan onkuisheid en wie mag geen onkuisheid bedrijven, nu we hebben gezien dat zowel het lichaam alsook de ziel en de geest op zich geen onkuisheid kunnen bedrijven, zoals wij ze tot nu toe kennen?
Hoofdstuk 79: Het zesde gebod in de zesde zaal. Wat is onkuisheid? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Kijk, hij buigt zich naar de grote bol en raakt hem aan. En kijk, op de plaats waar hij hem heeft aangeraakt, ontstaat onmiddellijk een sterk licht; het licht concentreert zich, ontwikkelt zich tot een vorm en deze vorm lijkt op een mens. En zie verder: de leraar raakt de bol opnieuw aan, waarna fijne stof uit de aangeraakte plek opstijgt, dat de eerdere lichtgestalte omhult; deze straalt nu geen licht meer uit, want zij is al met een aards kleed van gelijke vorm omhuld.
Hoofdstuk 72: Leszaal van de scheppingsgeschiedenis van de mens Schoolgebouw van de 12 goddelijke geboden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Tevens wordt hier echter naast de materiële geologie ook nog uitgelegd hoe de gehele materie en de uit haar gevormde organen in wezen niets anders zijn dan geestelijk overeenstemmende vormen, waarin een gevangen geestelijk leven op zijn verlossing wordt voorbereid. Er wordt hun ook de trapsgewijze vooruitgang getoond, volgens welke het gevangen leven van het centrum van de aarde uitgaat en via talloze trappen opstijgt en zich dan op de oppervlakte van de aarde weer in talloze nieuwe vormen manifesteert en verder ontwikkelt. Kijk, dat alles leren de leerlingen in deze zaal.
Hoofdstuk 70: Onderricht over het wezen en het ontstaan van de aarde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Kijk eens verder! De bergen die heel getrouw in het klein die van de aarde voorstellen, zijn duidelijk van dezelfde materie. De gletsjers hebben hun sneeuw en ijs, de kalkgebergten hun kalk, de lagere alpen hun weiden en verder naar beneden hun bebossing. En kijk eens heel goed, elke stad en ieder dorp is precies weergegeven.
Hoofdstuk 69: Hemels schoolgebouw voor aardrijkskunde en wereld-geschiedenis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Zie, mijn lieve kinderen, dat is een buitengewone, zeer gewichtige vraag die zich slechts door de daad, maar nooit door de zelfs allerwijste woorden laat beantwoorden. Tevens maak ik jullie allen erop attent dat na het afleggen van het lichaam onze geestelijke toestand eveneens buitengewoon heerlijk is, zodat deze aan uiterlijke pracht en heerlijkheid zeker al het denkbare verre overtreft. We zijn hier in ons lichaam al zo buitengewoon mooi gevormd, dat onze uiterlijke vorm, naar ik heel goed heb gemerkt, zelfs de kinderen van God een grote bewondering afdwong; en toch is deze lichamelijke schoonheid nauwelijks een vluchtig schaduwbeeld van de schoonheid die eigen is aan onze onsterfelijke geest. Zo zijn ook onze uiterlijke, stoffelijke woningen al van zo'n stralende schoonheid, dat bewoners van andere, kleinere werelden bij de eerste aanblik daardoor hun leven zeker zouden verliezen. Toch kost het bouwen ervan ons slechts geringe moeite, want met de macht van onze verenigde wil zijn we immers volkomen heer en meester over de materie die zich moet voegen, buigen en verheffen naar onze wil.
Hoofdstuk 64: Zonnebewoners op weg naar het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Kijk, daarin ligt het wezen van het kindschap Gods. Als je denkt dat je in het kindschap van de Heer meer zult zijn, meer kracht zult hebben en rijker zult zijn aan allerlei pracht en macht, dan zeg ik je: blijf wat je bent, want van 'meer worden' is in ieder opzicht echt eeuwig geen sprake. Hier ben je zowel lichamelijk als geestelijk een volmaakte heer. Zolang jij in jouw lichaam leeft, moet zich alle materie van het oppervlak van deze, jouw wereld gehoorzaam voegen naar de macht van jouw wijsheid. Leef je echter in de geest, dan moet deze, jouw wereld aan jou, evenals aan alle aan jou gelijke geesten, vanuit haar centrum onderdanig zijn omdat jullie als bewoners van deze wereld, geestelijk gezien gelijk van wijsheid en gelijk van wil zijn, hetgeen op het eerste gezicht al aan jullie morele en staatkundige inrichting te zien is.
Hoofdstuk 62: De ware deemoed, de ware liefde en het ware kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Hoge afgezant van Hem die almachtig is en die al het licht en alle materie van de wereld heeft geschapen! Jouw raad is zo buitengewoon goed, overtuigend en diepwijs, dat ik er als de meest wijze van dit oord absoluut niets tegenin kan brengen.
Hoofdstuk 60: Over de menswording van de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[18] Jullie hebben weliswaar voorheen de door een holle spiegel veroorzaakte uitwerking op de stralen van de zon aangehaald, maar ik zeg jullie: het is waar dat het hoogst intensieve lichtpunt dat door een holle spiegel ontstaat, zo'n grote kracht in zich heeft dat het materie kan oplossen; maar waar komt dan die straal vandaan? Nergens anders dan van het door de holle spiegel opgevangen beeld van de zon, dus tenslotte toch van de holle spiegel. Nu zou men toch kunnen vragen: hoe kan deze straal wel de diamant vernietigen, terwijl toch de veel gemakkelijker te vernietigen materie van de holle spiegel zelf niet de minste schade lijdt?
Hoofdstuk 57: Elke wereld heeft haar ordening en bestaansgronden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Zo zijn er ook in de regionen van de ether massa's levende wezens die voor jullie onzichtbaar zijn. Deze kunnen slechts in de ether leven, niet in de lucht en nog minder in dichtere materie. Wezens echter die in staat zijn om in de ether te leven, zijn ook in staat om steeds meer in het licht te leven. Ze hebben weliswaar voor jullie onzichtbare lichamen, maar desondanks bestaan ze, en wel in zulke oneindige aantallen, dat jullie je daarvan eeuwig nooit enig begrip kunnen vormen.
Hoofdstuk 57: Elke wereld heeft haar ordening en bestaansgronden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Ja, als jullie de zaak eens in een helder daglicht zouden stellen, dan zouden jullie ontdekken dat al het gesteente, ja het gehele wezen van jullie aarde niets anders is dan stevig samengeklonterde materie, die ontstaan is uit louter afgelegde dierlijke lichamen of levenslarven. Ook zouden jullie zien dat deze oerlevenskracht daar waar ze wat vrijer geworden is, weer actief wordt en dat zij uit de lichtere, haar omgevende materie weer een nieuwe vorm ontwikkelt waarin zij zich enige tijd ophoudt om dit eerste oerleven in deze nieuw ontstane vorm krachtig te versterken.
Hoofdstuk 57: Elke wereld heeft haar ordening en bestaansgronden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82  ...