5587 resultaten - Pagina 69 van 373
... 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 ...
[2] Het hele brein wordt reeds lang tevoren met allerlei tekens volgeplakt, waardoor het ongevoelig wordt voor de opname van de heel subtiele tekens, die, nadat ze eerst opstijgen uit het hart, ingeprent moeten worden op de zeer gevoelige hersenplaatjes. Als later dan ook het hart de een of andere hogere geestelijke waarheid aanreikt aan de ziel, vindt die nergens een houvast en de ziel kan haar niet vasthouden, omdat deze waarheid nooit langer dan slechts een moment aanschouwelijk aan de ziel kan worden getoond.Hoofdstuk 227: Hersenen en ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Bovendien belemmert steeds een hoeveelheid materiële, grove wereldse beelden als een dicht woud het uitzicht van de ziel, waardoor zij onmogelijk de heel tere, kleine, oneindig vele, maar heel zwak ingeprente tekens kan zien. Als er ogenblikken zijn waarop zij de heellicht opgebrachte nevelachtige beelden, die uit het hart zijn opgekomen, ontdekt, dan lijkt dat haar een vertekend beeld dat zij onmogelijk kan begrijpen of duidelijk genoeg kan zien, omdat de grove materiebeelden voor het geestelijke beeld komen te staan en het ten dele afdekken en ten dele onherkenbaar maken.
Hoofdstuk 227: Hersenen en ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Je denkt nu waarschijnlijk: 'Ja, waarom moet de ziel dan juist naar de hersenplaatjes kijken? Laat zij zich maar meteen met het hart bezig houden en zo binnengaan in het licht van haar geest! ' Dat zou wel juist zijn, als men maar meteen zo, zonder schade toe te brengen aan het leven, de eenmaal vastgestelde levensorde geheel om zou kunnen vormen!
Hoofdstuk 227: Hersenen en ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Zolang de ziel het lichaam bewoont, zijn en blijven de hersenen het belangrijkste gezichtsorgaan van de ziel. Als deze op de juiste wijze ontwikkeld zijn, zal de ziel de uit het hart in de hersenen ingeprente levensbeelden goed en nauwkeurig zien en aan de hand daarvan ook denken, besluiten en handelen. Want ook al kan de ziel, op bepaalde momenten van vervoering door de handoplegging van iemand met een sterk geloof en een sterke wil, persoonlijk vanuit de maagholte helder zien, zoals onze Zorel jullie daar een voorbeeld van gaf, dan heeft zij daar toch voor het werkelijke leven weinig of niets aan, want in de duistere behuizing van haar dierlijk lichaam kan haar daarvan ook niet de minste herinnering blijven.
Hoofdstuk 228: De juiste vorming van de hersenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Wanneer dus de hersenen op juiste wijze en geheel volgens Mijn orde vanuit het hart ontwikkeld worden en de geestelijke levensindrukken die een lichtbron zijn, eerder op de hersenplaatjes ingeprent worden dan de materiële, dan worden de daaropvolgende indrukken van de buitenwereld verlicht, waardoor deze in al hun onderdelen eenvoudig en volkomen duidelijk en volgens de ware wijsheid begrijpelijk en bevattelijk worden. En het licht dat er doorheen straalt vervult dan niet alleen het gehele menselijke organisme, maar het stroomt met geestelijk heldere stralen nog veel verder dan dit organisme en vormt zo de uitstralende levenssfeer, waarmee een mens dan, als die sfeer mettertijd noodzakelijkerwijs steeds dichter en krachtiger is geworden, in de buitenwereld ook zonder de wedergeboorte van de geest wonderbaarlijke dingen kan verrichten, zoals jullie dat bij onze Moren hebben gezien.
Hoofdstuk 228: De juiste vorming van de hersenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[16] Kijk, vriend Cyrenius, in alles wat Ik je tot op heden gezegd heb, heb je weliswaar het antwoord op je vraag als zodanig niet gekregen, en in je hart sta je nog steeds op het punt om Mij daaraan te herinneren, -maar Ik zeg je, dat als aan je verlangen meteen voldaan zou zijn, het van weinig nut voor je geweest zou zijn als Ik dit niet eerst vooraf had laten gaan."
Hoofdstuk 231: De zegen van een verwekking volgens de gestelde orde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] In plaats daarvan gaan echter van de piramidevlakken in het achterhoofd, waarop pure klanken opgetekend staan, zenuwen door het ruggenmerg naar de zenuwen in de maagholte en vandaar naar het hart, om welke reden heel zuivere muziek ook voornamelijk alleen op het gemoed inwerkt, het ontroert en dat niet zelden teer en gevoelig maakt.
Hoofdstuk 233: De samenhang van de hersenen in voor en achterhoofd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Die vorm krijgt het brein reeds in het moederlichaam! Wat moet er van zo 'n mens terecht komen, welke vorderingen zal hij in de ware levensschool maken met zo'n brein?! Ja, als men het nog maar met rust liet en eerst het hart tien jaar lang zorgvuldig zou vormen! Maar waar blijft de opvoeding van het hart?! Men denkt er helemaal niet meer aan, en in de hogere lagen van het volk al totaal niet! Het lagere volk weet zonder meer van een ontwikkeling van de ziel of van het leven al niets beters dan de brave dieren uit de bossen, en hun eigenschappen lijken volkomen op die oerbewoners van de bossen, die andere goedaardiger dieren als prooi en voedsel gebruiken en daarvan leren."
Hoofdstuk 235: Het onbedorven en het bedorven brein. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Als je dat nu in je hart wat te overdreven vindt, probeer dan eens zo'n zinnelijk mens te veranderen! Begin met hem op de geboden van God opmerkzaam te maken en zeg tegen hem: 'Vrede zij met je, het rijk van God is dichtbij je gekomen! Houd op met je zondige leven, heb God lief boven alles en je naaste als jezelf! Zoek de waarheid, zoek het rijk van God in de diepte van je hart! Laat de wereld en haar ijdele materie varen en probeer het leven van de geest in je te wekken! Bid, zoek en handel binnen de orde van God!" -en je zult deze woorden tot volledig dove oren gericht hebben! Hij zal je uitlachen, je de rug toekeren en tegen je zeggen: 'Verdwijn, vrome dwaas, maak me niet kwaad met je domheid, anders noodzaak je mij je in je gezicht te slaan! ,
Hoofdstuk 230: De gevolgen van de onkuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Hoe gemakkelijk kan zo'n ziel haar hart reeds in de teerste kindertijd, als een Samuël, uit ware kinderlijke, heel onschuldige liefde tot God verheffen! En wat een heerlijke grondschets van het oerleven wordt op deze wijze uit de ware diepte van het hart vóór iedere materiële schets in het jonge, tere brein, stralend licht en helder ingeprent, waardoor het kind in dit licht dan de later komende beelden uit de materiële wereld op de juiste wijze kan beoordelen voor wat betreft betekenis en relatie, omdat deze beelden op een verlichte en levensechte ondergrond in zekere zin ingeplant en uitgebreid worden en als het ware in hun delen ontleed en, 'omdat ze door en door verlicht zijn, door de zielook gemakkelijk door en door bezien en begrepen worden.
Hoofdstuk 231: De zegen van een verwekking volgens de gestelde orde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Waar later Mijn woord door jullie gepredikt wordt, moet deze les niet ontbreken; want zij bewerkt de grond en de bodem van het leven en, maakt deze vrij van alle dorens en struikgewas en distels, waarvan nog nooit een mens druiven en vijgen geoogst heeft. Als de grond en de bodem eenmaal.gereinigd is, is het niet moeilijk het edele levenszaad in de door het licht uit het hart doorlichte, en door de vlam van de liefde met leven verwarmde, voren te strooien. Niet één korreltje zal er vallen zonder meteen te ontkiemen en zich snel te ontplooien voor het dragen van een rijke levensvrucht! Maar op wilde, ongereinigde grond kunnen jullie zaaien wat je wilt, maar je zult daarmee toch nooit een gezegende oogst binnenhalen!
Hoofdstuk 231: De zegen van een verwekking volgens de gestelde orde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] En kijk, dat komt allemaal doordat de bouw van de menselijke hersenen reeds in het moederlichaam grondig bedorven wordt en verder door de opvoeding van het hart en het gemoed, die haast nog slechter is; want als er tenminste na de geboorte maar een goede opvoeding van het hart en het gemoed zou plaatsvinden, zou daardoor het in het moederlichaam bedorven brein voor het grootste deel weer in orde gebracht worden, en dan zouden de mensen vervolgens nog veellicht en levenskracht kunnen krijgen, en zou door een aanhoudende ware deemoed en ware goedheid van het hart, weliswaar na jaren, het verlorene zich weer helemaal terug laten vinden of vervangen kunnen worden.
Hoofdstuk 236: Het ongeluk van de wereldse geleerde in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] In zo'n wereld is het de bedoeling dat haar nieuwe, op liefde ingestelde huishouding in haar persoonlijke, geestelijke rijk begint. Maar hoe is dat mogelijk als haar gemoed, respectievelijk haar hart, verhard en ongevoelig is, steeds dieper wegzinkt in een boosheid vol zelfbeklag, en op toorn en wraak zint,en als de geest in haar vrijwel volkomen dood, doof, stom en blind is en zodoende nooit de hersenplaatjes van de ziel kan bekijken en goed kan onderzoeken?
Hoofdstuk 236: Het ongeluk van de wereldse geleerde in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Pas wanneer de nood het hoogtepunt bereikt, waarin de ziel, door de machtige druk van de totale vertwijfeling, in een soort gloeien zal overgaan, zullen uit de overgrote angst in haar hart, dus uit haar vreselijk benauwde gemoed, als uit een smidsvuur, gloeiende vonkjes opstijgen naar haar hersens, en daardoor zullen zich schemerbeelden van haar nood, haar kwelling, haar pijn, haar smart, haar ellende, haar onmacht, haar verlatenheid inprenten op haar hersenplaatjes; dan pas zal zij zelf weer tot enige heel povere ideeën komen en na lange tijd in staat zijn om uit zulke erg armzalige beelden voor zichzelf een heel schamele woonwereld te bouwen!
Hoofdstuk 237: Welke gevolgen het heeft wanneer hersenen geen geestelijk licht hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Iedere ziel moet zich ooit zelf tot ontwikkeling brengen: hier gemakkelijk, of in het hiernamaals moeilijk, daarvoor zijn haar de middelen ingeplant. Verzuimt zij het hier, omdat zij zich te veel door de wereld en haar verlokkende schatten heeft laten verleiden, dan zal zij het in het hiernamaals moeten doen. Op wat voor manier, heb Ik jullie zoëven heel duidelijk laten zien, en de vragen die je op je hart had, heb Ik voldoende beantwoord. Ook al kijken jullie er nu niet al te vriendelijk bij, dan kan Ik jullie toch met helpen en Ik kan het onmogelijk anders maken dan het gemaakt en gesteld is; want drie keer drie kan nooit zeven, maar altijd alleen maar negen zijn. De appelboom moet eeuwig appels en de vijgeboom eeuwig vijgen als vrucht dragen!"
Hoofdstuk 238: Ontwikkelingsmoeilijkheden van een wereldse ziel aan gene zijde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)