17481 resultaten - Pagina 681 van 1166
... 669 - 670 - 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690 - 691 - 692 - 693 - 694 ...
[14] Ja, in Mijn liefde zul je tot alles in staat zijn, - zonder Mijn liefde echter tot niets! Want Mijn liefde is een vette, goede akker, waarop jullie zijn gezaaid. Wie zich niet zal laten uitrukken door de vijand, zal weelderig opgroeien en zal veel heerlijke vruchten voortbrengen. Maar wie de wortels van zijn liefdesleven niet diep en stevig genoeg in de bodem van genoemde akkergrond heeft gedreven, waarlijk, het zal hem slecht vergaan ten tijde van de terugkerende verzoeking, wanneer de vijand van de liefde zal komen en zal proberen de boompjes uit de bodem van de akker te trekken! Hij zal geen enkele onbeproefd laten; waar hij dan een zwakke aan zal treffen, zal hij die wel sparen?Hoofdstuk 169: Het ochtendmaal van de aartsvaderen op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Dit zaad van het eeuwige leven in je kan slechts dan de heilige lucht van de goddelijke leer zich ten nutte maken als het op is gekomen en stevige en diepe wortels heeft gedreven in de grond van de liefde tot Mij in je hart. Wanneer dat van tevoren niet is gebeurd, zeg dan en beoordeel het zelf: zal datgene, namelijk de lucht, wat het anders vruchtbrengend zou hebben moeten ontwikkelen, het niet de dood aandoen?!
Hoofdstuk 169: Het ochtendmaal van de aartsvaderen op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] Zie, bijgevolg heeft Mijn woord weinig nut voor je, als je hart niet vol liefde is tot Mij en van daaruit voor je broeders, en de bodemloze, twijfelachtige wijsheid van je verstand is dan de dood van je liefde!
Hoofdstuk 169: Het ochtendmaal van de aartsvaderen op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] Maar als je liefde, die de geest tot voedsel moet dienen, dood is, net zoals het uit de grond van Mijn liefde tot jullie uitgetrokken boompje waarvan aan de wortels alleen nog maar de verdroogde aarde van je liefde tot Mij kleeft, waar zal dan je zaad of het nog maar zwakke uitgetrokken boompje het voedsel des levens vandaan halen?!
Hoofdstuk 169: Het ochtendmaal van de aartsvaderen op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Of is mijn handeling voor jullie een leugen geworden, omdat je haar niet begrijpt?
Hoofdstuk 171: Henoch bereidt het offer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] De afgelopen nacht was ijzingwekkend! De elementen woedden zo verschrikkelijk dat, zoals jullie allen weten, wij daarvoor op de hoogte vluchtten en zolang de storm duurde, in grote angst op de bevende aarde lagen; maar hoe groot deze angst ook was, toch kon hij niet de aanblik en het gehoorde van wat ik gisteren bij Henoch heb ontdekt uit mijn hart verdrijven!
Hoofdstuk 171: Henoch bereidt het offer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[24] Maar toen ik met hem aan het praten kwam en zelfs een leerling van hem wilde worden, zie, toen gaf hij mij een gelijkenis over het aanschouwen van een ver gelegen gebergte en maakte mij het onderscheid tussen horen zeggen en het zelf aanschouwen zo duidelijk dat het mij tijdens zijn uitleg, met al mijn wijsheid ten opzichte van hem niet anders voorkwam als was ik pas nauwelijks uit het moederlichaam ter wereld gekomen!
Hoofdstuk 171: Henoch bereidt het offer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[33] Jij moet echter van nu af aan niet meer van mijn zijde wijken, tot ook jij zult zien wat je sterfelijke ogen nog niet gezien hebben en zult horen wat je sterfelijke oren nog niet gehoord hebben!
Hoofdstuk 171: Henoch bereidt het offer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] En Henoch antwoordde de hoge Vrager: "O Abba, U zegt het in mijn hart! Laat met hen geschieden volgens Uw wil, dat zal voor hen het beste zijn!"
Hoofdstuk 172: Het wezen van de voorspraak - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Zie, omdat ik door Uw oneindige genade en erbarmen inzie dat in mij de erbarming en liefde ten opzichte van mijn broeders niets anders is dan louter Uw erbarming en liefde, een vonkje van Uw eindeloze, meer dan heilige liefdesvuur, daarom kom ik hier ook in mijn slechts schijnbare erbarmen tot U en beken dat niets van mij, maar alles van U is, - mijn liefde is Uw liefde in mij, mijn erbarmen is Uw erbarmen in mij! Heb daarom O Abba, eeuwig dank, lof en prijs daarvoor!
Hoofdstuk 172: Het wezen van de voorspraak - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] O Abba, indien ik voor iemand gevoelens van erbarming heb, dan voel ik echter ook tegelijkertijd, hoe oneindig laat mijn erbarmen opwelt, vergeleken met U!
Hoofdstuk 172: Het wezen van de voorspraak - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Hoe zou een arme zwakke blinde er intussen aan toe zijn, wanneer ik hem op grond van mijn erbarming te hulp wil komen, als U Zich niet reeds oneindig veel vroeger over hem zou hebben ontfermd?!
Hoofdstuk 172: Het wezen van de voorspraak - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Toch kan ik U vragen of U Zich over de zwakken en blinden wilt ontfermen! Als ik echter daarom vraag, o Abba, dan vraag ik niet om U tot iets te bewegen, maar of U in genade mijn hart wilt aanzien, wanneer het U uit Uw schat een klein offer voor de broeders brengt!
Hoofdstuk 172: Het wezen van de voorspraak - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Daarom zeg ik dan ook hier zoals overal en altijd: O Abba, Uw heilige wil geschiede! En wat mijn hart U aan liefde en erbarming voor de broeders aanbiedt - een gering offer ten opzichte van Uw oneindige liefde en erbarming, - neem dat genadig aan, alsof het voor U enige betekenis zou hebben, opdat ook ik dan, wanneer U Zich volledig over iemand ontfermd hebt in een voor ons blinden reeds zichtbare daad, mij met diegenen kan en mag verheugen tot wie Uw zichtbare erbarming uitging!
Hoofdstuk 172: Het wezen van de voorspraak - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] O Abba, neem mijn bekentenis genadig aan en heb geduld met mijn dwaasheid; Uw heilige wil geschiede nu en voor eeuwig! Amen."
Hoofdstuk 172: Het wezen van de voorspraak - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)