Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 682 van 1490

...  670 - 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690 - 691 - 692 - 693 - 694 - 695  ...
[20] Maar hoe moet ik dat eigenlijk verstaan: verenigd met U zou ik Uw rijk binnengaan? Hoe, o Heer, bedoelt U dat dan? Zult U deze aarde ook verlaten?'
Hoofdstuk 30: Over het sterven - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[21] Ik zei: 'Zeer zeker, zodra het werk voltooid zal zijn. De Joden zullen macht krijgen over Mijn lichaam en het doden. En op die dag zal Ikzelf jou Mijn stad binnenleiden, die in de hemelen wordt gebouwd in plaats van het Jeruzalem dat hier op aarde verwoest zal worden, terwijl het een stad der steden zou kunnen zijn, als de inwoners ervan maar wilden en niet zo goddeloos waren geworden. Dan zal Ik van daaruit de wereld regeren, en Mijn getrouwen zullen samen met Mij wonen binnen de geheiligde muren die gebouwd worden door dit leven van Mij op deze aarde en waarvoor het werk van Mijn handen stuk voor stuk de bouwstenen leverde. - Maar genoeg hierover -jij zult samen met Mij een burger van die stad zijn, en weldra zal jouw geest helder aanschouwen wat Ik je nu alleen maar kan aanduiden!
Hoofdstuk 30: Over het sterven - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[5] Op deze uitnodiging zei Philippus: Heer, als U er niets op tegen hebt, zou ik hier graag een man opzoeken die mij heel dierbaar is, en die voorzover ik weet hier nog moet wonen. Hij is een ijverige leraar van het woord Gods, die met de weinige middelen die het leven hem heeft gegeven al veel goeds heeft gedaan. Hij is een tweedegraads bloedverwant van mij, en als het mogelijk is hem voor U te winnen, zal ik hem bij U brengen.'
Hoofdstuk 31: Een rustdag - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Daarop trokken ook deze drie leerlingen zich van Mij terug, om Mij niet in de gewenste rust te storen, en zij zorgden ook dat er in huis geen al te groot lawaai was, dat misschien in de tuin kon doordringen; want vanwege de vele onverwachte gasten heerste daar, geheel in tegenstelling tot de stilte die men tot nu toe gewend was, een grote drukte en bedrijvigheid. Deze keer ondersteunde Ik de diverse huiselijke bezigheden niet met Mijn kracht, omdat alle bewoners blij waren voor Mij en de Mijnen te kunnen zorgen; en die werkelijke vreugde mocht hen niet ontnomen worden.
Hoofdstuk 31: Een rustdag - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[9] Van deze verklaring schrokken de leerlingen, temeer daar ze Lazarus nog niet zo lang geleden gezond en wel hadden gezien. Er ontstond een luid gemurmel van medeleven onder hen en tenslotte vroeg men angstig of er niet toch nog hulp geboden kon worden, omdat hij misschien alleen maar schijndood was, en of Mijn kracht hem niet zou opwekken.
Hoofdstuk 32: Over de dood van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[17] Raël kalmeerde nu ook bij deze woorden en nam liefdevol afscheid van Mij en de Mijnen.
Hoofdstuk 32: Over de dood van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] Ook al wisten de tempeldienaren dat deze en soortgelijke leugens ongegrond waren, evenals de pogingen hem als vriend van de volksopruier Jezus ook bij de Romeinen verdacht te maken, rekenden ze toch op de bekende opvliegendheid van zijn karakter, waardoor hij zich misschien bij eventuele verhoren onvoorzichtig bloot zou geven; zodoende zou het mogelijk zijn hem aan de tempel te binden, zodat hij, om vrij te komen, op zijn minst grote beloftes met betrekking tot zijn erfgoed had moeten doen.
Hoofdstuk 33: De oorzaak van de dood van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[12] Maar Martha alsook haar zuster Maria waren door deze bijna onoverkomelijk lijkende slag van het noodlot innerlijk zo onzeker geworden, dat hun voorlopig alleen de grote ellende voor ogen stond, waarin ze zich bevonden, en het vroegere vaste geloof in Mij en Mijn zending volkomen op de achtergrond raakte. Zo geven de mensen meestal blijk van een schijnbaar sterk geloof, zolang de uiterlijke levensomstandigheden gunstig zijn. Ze vallen echter onmiddellijk weer terug in onzekerheid, en zelfs ongeloof, zodra hun een kleine beproeving overkomt die God naar hun mening had moeten afwenden, omdat zij zichzelf toch tot de gelovigen rekenen -God zou dus de verplichting hebben hen tegen ieder kwaad te beschermen.
Hoofdstuk 34: De aankomst in Bethanië - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Maria zat in de pronkkamer, die in ieder Joods huis aanwezig was, omringd door de vele vrienden en bekenden van Lazarus, die troostende woorden tegen haar spraken en de vele goede eigenschappen van de overledene roemden. Maria bleef des te liever in deze kring, aangezien enkele Farizeeën, die zich hier -zoals reeds gezegd -tamelijk ongegeneerd als heren voordeden, daardoor tenminste van haar persoon werden afgeleid en haar verder niet met allerlei reeds behoorlijk brutale voorstellen konden benaderen.
Hoofdstuk 35: De Heer en Maria - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[4] Op het ogenblik van Mijn komst waren de meeste Farizeeën niet aanwezig, maar hadden zich naar de reeds bekende, aan Lazarus toebehorende herberg op de Olijfberg begeven om zich op de hoogte te stellen van de pachtvoorwaarden. Zoals bekend hadden de Farizeeën deze herberg een slechte naam bezorgd, en ze overlegden met elkaar om vooral op de herberg aanspraak te maken; want de tempel zou er, na de schandvlek te hebben verwijderd, goede zaken mee kunnen doen, vooral omdat hij vroeger vanwege het mooie uitzicht als een soort ontspanningsoort door de Joden veel bezocht werd.
Hoofdstuk 35: De Heer en Maria - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[13] Nu zei Efraïm, die al een grijze man was: 'Meester, wat is de dood toch wreed, dat hij deze beschermer en beste broeder in zijn volle mannelijke kracht van haar zijde heeft weggerukt! Waarom moest zoiets toch gebeuren?'
Hoofdstuk 35: De Heer en Maria - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[18] Deze woorden zijn zeer noodzakelijk, opdat iedereen die goed in zijn hart opneemt en leert begrijpen; anders zal hij nooit begrijpen waarom Ik eens in het vlees kwam, leed en stierf, en wat ten grondslag ligt aan deze schijnbare dubbele natuur van Mensenzoon en Godszoon.
Hoofdstuk 35: De Heer en Maria - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[9] Opnieuw beving Mij innerlijk - omdat al deze woorden, hoewel ze voor degenen die om Mij heen stonden niet hoorbaar waren, terwijl ze voor Mij wel duidelijk te horen waren - een diepe weemoed vanwege het feit dat hun geloof zo weinig levend was.
Hoofdstuk 36: De opwekking van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[12] Er was een diepe gang in de rotsen gehouwen, tamelijk hoog gewelfd, en aan het einde daarvan was een dieper gedeelte in de rots, waar de dode in was gelegd, afgedekt door een grote vierhoekige steen, die maar moeizaam weg te wentelen was. Deze gang moest volgens het idee van Lazarus rechts en links nissen bevatten voor de toekomstige graven van zijn zusters. Maar die wilden niet reeds tijdens hun leven hun toekomstige graven leren kennen; daarom had hun broer dat achterwege gelaten en één enkel graf gemaakt.
Hoofdstuk 36: De opwekking van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[18] Na deze woorden wendde Ik Mij naar het graf en riep met luide stem: 'Lazarus, kom eruit!'
Hoofdstuk 36: De opwekking van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
...  670 - 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690 - 691 - 692 - 693 - 694 - 695  ...