15542 resultaten - Pagina 682 van 1037
... 670 - 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690 - 691 - 692 - 693 - 694 - 695 ...
[23] Zie, hier komt Seth al naar Me toe; laat ons daarom zwijgen en horen wat hij wil! Amen.'Hoofdstuk 117: Pura, gezeten op Abedams arm, zoekt de Allerhoogste - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Toen Seth zijn vraag had beëindigd, boog Abedam Zich snel naar de grond en hiel Seth op, nam hem bij de hand en zei toen tegen hem:
Hoofdstuk 118: Sets vraag om voor de spijziging van allen te mogen zorgen. De lege voorraadkamers. De zegen van de dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Ga daarom, mijn dragers, met z'n tienen nu vlug naar mijn kamers beneden, vul de manden en breng die meteen weer hiernaartoe; en wie er maar komt en wat te eten en te drinken verlangt, hem zal onmiddellijk aangereikt worden waarnaar hij hongert en dorst!
Hoofdstuk 118: Sets vraag om voor de spijziging van allen te mogen zorgen. De lege voorraadkamers. De zegen van de dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Daarop nam het tiental hun manden en gingen vlug naar beneden naar het huis van Seth om daar de manden te vullen met de heerlijkste vruchten, waarvan de voorraadkamers bijna uitpuilden.
Hoofdstuk 119: De volle voorraadkamers als vrucht van Seths vertrouwen. Het gesprek tussen de huisbewaarder en de spijzendragers over de Heer. De Heer maakt Zich bekend. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Maar Ik kwam toch alleen maar zichtbaar naar jullie toe om het verlorene te zoeken en het dode levend te maken!
Hoofdstuk 120: De vrees van de dragers en Pura's verlegenheid voor de heiligheid van Abedam. Abedams geruststellende woorden. De Heer als God en Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Toen zij zo op de hoogte aankwamen, zegende de hoge Abedam daar de gevulde manden. Zeven manden liet Hij dadelijk onder het hele volk verdelen; drie behield Hij er voor de hoogte en wel de eerste voor Zichzelf en Zijn naaste reeds bekende vrienden, zoals nu ook voor Pura en Hij trok ook Seth naar Zijn mand toe, - de tweede gaf Hij aan Adam en zijn kinderen en gelastte ook de tien reeds bekende boden daaraan deel te hebben en de derde overhandigde Hij aan alle reeds bekende kinderen van de morgen.
Hoofdstuk 121: De schikking van de manden en de maaltijd. De woorden van de Heer over de belemmeringen en de beperkingen als voorwaarden voor al het leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] U bent nu ook nog even almachtig als eertijds toen U hemel en aarde deed ontstaan; zou het dan voor U niet mogelijk zijn om de laagte ogenblikkelijk te verbeteren en volkomen naar Uw wensen om te vormen?! Want in de laagte weet men van U zo goed als niets en enen wil anderzijds ook niets meer van U weten, zoals U heel zeker goed bekend lal zijn! - O Jehova, zou dat niet mogelijk zijn?'
Hoofdstuk 121: De schikking van de manden en de maaltijd. De woorden van de Heer over de belemmeringen en de beperkingen als voorwaarden voor al het leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Maar Ik zeg je ook, alleen jou en de aanwezige kinderen, vrienden en broeders wil Ik daarover iets naders meedelen, maar verder niet aan de gehele oneindigheid - zelfs als zij Mij er eeuwig telkens weer naar zou vragen!
Hoofdstuk 121: De schikking van de manden en de maaltijd. De woorden van de Heer over de belemmeringen en de beperkingen als voorwaarden voor al het leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Kijk naar de zon! Als zij niet door Mijn wil begrensd zou zijn en deze begrenzing niet een blijvende, eeuwige belemmering voor haar zou zijn, waarlijk, dan zou er niet één zon aan de hemel staan en in het grote heelal dus ook geen aarde zijn!
Hoofdstuk 121: De schikking van de manden en de maaltijd. De woorden van de Heer over de belemmeringen en de beperkingen als voorwaarden voor al het leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] De laagte zal omgevormd worden al naar gelang de hoogte zich zal omvormen; ten slotte zal het toch gebeuren, dat er één herder en één kudde zal zijn!
Hoofdstuk 121: De schikking van de manden en de maaltijd. De woorden van de Heer over de belemmeringen en de beperkingen als voorwaarden voor al het leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] O mijn Jehova, welk een zaligheid is het bij U te zijn; welk een levend voedsel voor het zwakke naar liefde hunkerende hart, als het door Uw oneindige vaderlijke mildheid wordt verzadigd!
Hoofdstuk 122: Pura's grote, voorbeeldige liefde voor de Heer. Een belofte van de Heer aan Pura - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Maar Abedam zei tegen hem: 'Seth, lieve broeder van de liefde van Mijn hart, Ik kijk alleen naar je hart, - en dat is meer dan voldoende voor Mij; daar kun je zeker van zijn; wees daar maar blij mee!
Hoofdstuk 124: Het loven met het hart en het loven met de mond. Het raadsel van de voortdurende vernietiging in het rijk van de natuur. De troostrijke oplossing van de eeuwige liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[32] Bekommer je daarom verder niet om de uiterlijke vergankelijkheid, maar bedenk: Alles wat uit het bestaan treedt, keert altijd in een meer volkomen bestaan weer terug, opwaarts tot aan de mens en van daaruit weer naar Mijzelf terug.
Hoofdstuk 124: Het loven met het hart en het loven met de mond. Het raadsel van de voortdurende vernietiging in het rijk van de natuur. De troostrijke oplossing van de eeuwige liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Verhef je daarom nu uit deze lauwe toestand, en stel vragen, opdat ook jij het antwoord krijgt datje nodig hebt op deze aarde! Maar vat dit woord niet zo op alsof het je tot leven wil dwingen; je moet het in je hart vinden en het Mij dan vrijelijk zeggen. Wil je echter liever stom blijven en de tijd met slapen doorbrengen, doe dat dan als je dat bevalt; je hoeft Mij dan nergens naar te vragen.'
Hoofdstuk 126: Abedams roep tot opwekking van de onverschillige Enos. Over het doel van het menselijk bestaan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Maar omdat hij daar zo een poosje zwijgend stond en niets over zijn lippen kon krijgen, stond de hoge Abedam weer op, ging naar Enos toe en vroeg hem:
Hoofdstuk 126: Abedams roep tot opwekking van de onverschillige Enos. Over het doel van het menselijk bestaan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)