15542 resultaten - Pagina 683 van 1037
... 671 - 672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690 - 691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 ...
[2] Hij ging weliswaar naar zijn vroegere plaats terug, maar in zijn hart begon het zeer onrustig te worden. Duizend gedachten en ideeën doken als vurige nietsoren uit de diepte van zijn ziel op en schoten daar als bliksemschichten naar alle kanten. Dat had bij hem hetzelfde effect als wanneer zij 's nachts hele gebieden van de aarde één ogenblik lang verlichten, die dan ook door de korte duur van de bliksem zeer duidelijk te zien zijn, - maar als de bliksem is gedoofd, wordt de nacht ook meteen tienmaal donkerder dan voor de bliksem.Hoofdstuk 127: De trage Enos staat afwijzend tegenover het leven en prijst het niet-zijn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Abedam, de andere, die zich nog steeds in de nabijheid van de Heer ophield, schrok en ging meteen naar Hem toe en vroeg:
Hoofdstuk 128: De verwondering van Abedam, de andere, over de levenafwijzende visie van Enos. De geruststellende woorden van de Heer tot Abedam, de andere - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Pas nu ben je heer van je lichaam geworden en je kunt nu in dit aardse huis uit en ingaan naar het je belieft.
Hoofdstuk 130: Kenans loon voor zijn lied: de onsterfelijkheid. De essentie van het leven en de dood - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Nu zij allen de hoge Abedam zo dankten en loofden en prezen, werd ook Enos tot tranen toe geroerd, hij keerde zich om en ging vol wroeging naar de Vader toe.
Hoofdstuk 131: Enos' berouw. De angst voor de dood van degenen die het leven afwijzen. Over de volledig rijpe vrucht van de geest en de onrijpe vrucht van het vlees - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] En nu die berg plotseling teniet is gegaan en jou die zekere vergankelijkheid nog meer voor ogen is gesteld, wordt die vraag waar je altijd over piekert weer versterkt. Daarom huiver je nu ook des te meer naarmate je vaker naar de plaats kijkt waar pas eergisterenmorgen Adam de profetische mening uitsprak dat juist voor deze berg, waarvoor hij als eerste mens der aarde nu diepzuchtend treurt en weent, ook eens de laatste mens van de aarde zal treuren en vergaan.
Hoofdstuk 132: De vergankelijkheid van de dingen - een misvatting - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Na deze onthulling waren alle vaderen - zelfs Adam niet uitgezonderd - volledig tevredengesteld en keerden, gehoor gevend aan de innerlijke opdracht van Abedam, vol dankbaarheid terug naar hun vorige plaats. Nu riep Abedam Mahalaleël bij Zich en zei tegen hem:
Hoofdstuk 133: Over het wezen van de drievoudige verwekking. De juiste vleselijke verwekking - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Ga maar naar deze of gene en je zult niemand vinden die zich erover beklaagt dat Mijn woorden duister zouden zijn; ja, je kunt het zelfs aan dit arme meisje uit de laagte vragen en zij zal je met weinig woorden laten weten of zij achter Mijn woorden geen licht heeft aangetroffen !
Hoofdstuk 134: Een evangelie voor de kletsers en mooipraters - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Nu pas heb je licht en kun je je naar je plaats begeven! Amen.'
Hoofdstuk 135: Over verwekkingen die wel of niet volgens de orde geschieden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Open daarom nu ook jullie harten en verheug je omdat de Vader naar jullie toegekomen is en jullie Hem hebben gevonden. En verwonder je er in de toekomst niet te zeer over wanneer jullie weer iemand tegenkomen die vrolijk is in Mijn naam; want jullie weten nu uit Mijn mond dat degene die vrolijk is om een goede reden, Mij veel aangenamer is dan iemand die angstig en verdrietig is, ook al is dat om een goede reden.
Hoofdstuk 136: Mahalaleëls dank voor het ontvangen licht. Liefde tot God is van een hogere orde dan vrees voor God, en tranen van vreugde zijn de Heer aangenamer dan tranen van berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Handel daarom naar Mijn wil, opdat de dag jullie niet verkeerd aantreft, als hij zal komen!
Hoofdstuk 137: De Heer maant tot liefde en vrolijkheid. De belofte van de dag van de grote verlossing en de grote tijd der tijden. De liefde als bevrijder van het juk van het vlees en de dood - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Want Ik ben van mening: Zoals het eindige, ruimtelijk begrensde nooit de oneindige ruimte geheel zal vullen - ook al zou het zich eeuwigdurend naar alle kanten uitbreiden -, is toch ook het omgekeerde het geval.
Hoofdstuk 138: De Heer komt de mens eeuwig naderbij. De tegenstelling tussen de oneindig-heid van God en de eindige, begrensde gedaante van de Heer in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Een vierde merkte op: 'Ik kan mijn gedachten wenden en keren zoals ik naar wil, maar het is voor mij gewoonweg onmogelijk, om het oneindige van (ie ruimte weg te denken -, en dus ook het eeuwige!
Hoofdstuk 139: De twijfel van de piekeraars over het oneindige en eindige wezen van God en Abedams heldere antwoord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Want ook al laat ik ergens in de eindeloze verte de ruimte door een eindeloos ver uitgestrekte ringmuur begrenzen, dan dringt mijn geest toch al weer .nel door de scheids of grensmuur heen en ziet niets anders voor zich dan de ruimte die zich almaar verder uitstrekt naar alle kanten in oneindige diepten.
Hoofdstuk 139: De twijfel van de piekeraars over het oneindige en eindige wezen van God en Abedams heldere antwoord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Na deze woorden nam Hij de hand van Pura en zei tegen haar: 'Mijn dochtertje! Zie deze man eens aan, - zie, hij is geheel en al een man naar Mijn hart! Zijn gehele wezen is Mijn liefde in hem. Deze man is op aarde je ware vader, zoals Ik je lieve en enig echte Vader ben; volg hem daarom, en hij zal je hele leven op aarde voor je zorgen, zoals Ik zorg voor je eeuwige leven! Amen.'
Hoofdstuk 140: De liefde als de juiste aanbidding van de Heer. De beproeving van Pura's liefde en haar gouden woorden over de echte Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Neen, neen, Jared kan dan een man zijn naar Uw hart en is waarlijk ook een goede vader, zoals ik zojuist uit zijn mond vernomen heb - want zulke woorden zou immers niemand kunnen uiten voor Uw aangezicht, als zij niet waarachtig en getrouw waren! -, maar U is hij toch niet, en zal dat ook eeuwig niet zijn! Daarom wijk Ik ook niet van U; want mijn hart zegt me, dat alleen U de enig ware Vader bent, en behalve U bestaat er geen ware vader meer, en wie zich Uw allerheiligste naam toeëigent en zich ook `vader' noemt, moet wel een zondaar zijn!
Hoofdstuk 140: De liefde als de juiste aanbidding van de Heer. De beproeving van Pura's liefde en haar gouden woorden over de echte Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)