Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 684 van 1112

...  672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690 - 691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697  ...
[9] Abedam, zoals hij door de vaderen genoemd wordt, zei mij voorheen immers iets over een halve waarheid; - zie, zie, - daaruit begint bij mij een wonderbaarlijk licht op te gaan! Ja, ja, er kan zich waarlijk in ernst heel goed een halve waarheid voordoen!
Hoofdstuk 35: Horeds stille inkeer en zelfbeschouwing in de Adamsgrot - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Wat is echter het heerlijke licht op zichzelf, wanneer de stralen zich in de lege eindeloosheid zouden verspreiden runder ergens een vorm te treffen en deze te verheerlijken?
Hoofdstuk 35: Horeds stille inkeer en zelfbeschouwing in de Adamsgrot - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Dus zo zal het ook met de mens zijn, als zijn hart zich zonder liefde en vorm wendt en keert.
Hoofdstuk 35: Horeds stille inkeer en zelfbeschouwing in de Adamsgrot - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Net als de zon laat het verstand zijn stralen wel van zich uitgaan; maar wat voor nut heeft dat voor de leegte? Waar niets is, wat voor effect heeft de straal dan wanneer hij op de dorre vlakken van het niets valt?!
Hoofdstuk 35: Horeds stille inkeer en zelfbeschouwing in de Adamsgrot - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Het berouw is immers een armzalige dochter van de liefde; maar als de moeder zich nog ergens in het verre veld bevindt, waar moet ik dan de dochter vandaan halen?
Hoofdstuk 35: Horeds stille inkeer en zelfbeschouwing in de Adamsgrot - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Uit deze liefde ontwikkelde zich echter mettertijd een soort van liefde voor de natuur, die tenslotte de overhand kreeg over zijn liefde tot Mij en zijn liefde tot de vaderen, broeders en zusters. Wat moest dus voorshands wel het natuurlijke gevolg van de afdwaling van die liefde zijn?
Hoofdstuk 36: Het klankwonder in de grot en de weldadige uitwerking daarvan op Hored - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Hij wist zich in Hanoch vanwege Mijn naam door woord en daad een groot aanzien te verschaffen en kreeg daarom het beste als loon voor zijn wijsheid en voor zijn niet weinig gevreesde macht. In dit loon vond hij volledige schadeloosstelling voor al zijn aan de stomme natuur verspilde liefde; toen hij echter deze liefde vond, beminde hij mateloos en wierp zijn wijsheid geheel en al over boord; daardoor werd hij een en al zinnelijkheid, waardoor hij nu in Naëhme Mijn straf zag en dat in zijn geredde toestand, toen zijn liefde zich weer in wijsheid begon te verliezen.
Hoofdstuk 36: Het klankwonder in de grot en de weldadige uitwerking daarvan op Hored - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Toen echter de geluiden die Hored zo heilig voorkwamen, zich niet meer lieten horen, richtte hij zich op en begon het volgende gesprek met zichzelf te voeren:
Hoofdstuk 37: Horeds gesprek met zichzelf en zijn berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] O mijn hart, mijn hart! Stel je nu wijd open; ja breid je over alle eindeloze scheppingen uit en ervaar wat zich daar nu op gindse heilige hoogte bevindt!
Hoofdstuk 37: Horeds gesprek met zichzelf en zijn berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Begrijp en besef het; want God, de grote, eeuwige, meer dan heilige Schepper van de oneindigheid - o hart, besef het! - de meest liefdevolle, meest heilige Vader is het! Ja, ons aller Vader is liet die Zich daar bevindt, zichtbaar temidden van Zijn kinderen!
Hoofdstuk 37: Horeds gesprek met zichzelf en zijn berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Ja, heilig ben je, jij overigens armzalige borst, als deze gedachte je alleen diaar aanraakt! De Vader - temidden van Zijn kinderen! O jij te eindeloos grote gedachte, - wie kan leven en zich je voorstellen in je grootsheid, in jouw oneindige oneindigheid!
Hoofdstuk 37: Horeds gesprek met zichzelf en zijn berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Ach, wat is toch de mens, die zwakke bewoner van deze aarde, dat de eeuwige God Zich over hem ontfermt en hem als Zijn kind opneemt!
Hoofdstuk 37: Horeds gesprek met zichzelf en zijn berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Is de mens dan misschien rijk aan verschillende dingen die vreemd en zeldzaam zijn voor God? - O die onuitsprekelijke dwaasheid, die duistere gedachte die zich altijd nog van de tong meester kan maken!
Hoofdstuk 37: Horeds gesprek met zichzelf en zijn berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] O Jij groot, ondoordringbaar geheim! Dat wij ons Zijn kinderen mogen noemen, is toch alleen maar Zijn eindeloos erbarmen, zonder welk wij net als iedere steen eigenlijk niets anders dan slechts pure schepselen zouden zijn en dan ook nog vol ongehoorzaamheid, terwijl een steen vele duizenden en nogmaals duizenden jaren zich, zonder de wil van de Heer, niet van de plaats beweegt waarop hij neergezet werd door de almachtige hand van de heilige Vader.
Hoofdstuk 37: Horeds gesprek met zichzelf en zijn berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Nu riep Abedam tezelfdertijd Henoch, Lamel, Gabiël met Purista en Lamech met Uhemela bij Zich.
Hoofdstuk 38: Abedam bij de berouwvolle Hored in de grot. Hored aan de borst van de heilige Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690 - 691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697  ...