10915 resultaten - Pagina 684 van 728
... 672 - 673 - 674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690 - 691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 ...
[14] Hoe echter engelen onder Mijn leiding, en andere goede geesten onder de leiding van engelen, de opbouw van de wezens van plant tot mens begeleiden, zullen we hierna beschouwen.Hoofdstuk 39: De leidende geesten van de laagste luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[16] Het is niet te loochenen dat vroeger veel mensen met boze geesten in conflict raakten, waardoor ze dan soms de streek schade berokkenden, maar juist deze booswichten hadden altijd een flinke controle en bekwame leermeesters aan hun goede buren, die heel precies wisten wat een of ander boosaardig mens in de zin had. Maar de geestelijkheid had, zowel toen als nu, geen consideratie en engel en duivel moesten beiden het vuur in; want men keek er niet na of iets goed of slecht was, maar alleen of het geld opbracht. Als de aanklager en de vermeende tovenaar niet vermogend waren, dan was het Requiescant in pace! (*Mogen zij rusten in vrede!) Maar als men vermoedde dat er geld was, liep alles niet zo vreedzaam af. Het was toen met de heksen net zoals tegenwoordig bij begrafenissen, waar voor de rijken alle mogelijke ceremonieën en gebeden worden verricht, de arme echter tevreden moet zijn met een 'Onze Vader' en een 'Hij ruste in vrede'; en kan een arme helemaal niets betalen, dan moet hij er genoegen mee nemen in gewijde aarde begraven te worden.
Hoofdstuk 35: Heksen en heksenprocessen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Deze berg was veel eerder bewoond dan de dalen en zijn eerste naam was 'Freitauwer'. Toen later de dalen bewoond werden door verslapte mensen, begonnen deze dalbewoners de bergbewoners van tovenarij te verdenken en de naam 'Freitauwer' werd weldra veranderd in de naam: 'Schockel' of 'Zauberberg'. Nog honderd jaar geleden was de berg zo berucht, dat geen mens die ook maar enig katholiek christelijke inslag had, het waagde de top van de berg te bestijgen, omdat iedereen van de kerk uit dringend werd gewaarschuwd voor de Schöckelheks. Daarom heeft men zijn hoogste top ontbost, om aan de Schockelheks haar schuilplaats te ontnemen, zodat ze zich niet kon verbergen als van alle kanten met gewijd buskruit op haar werd geschoten. Het weergat is nog te zien; dat daar echter nooit het weer uit voortkwam en er ook nog nooit een heks op de Schockel heeft gewoond begrijpt men wel. Maar dat de berg vroeger en ook nu nog door heel veel zogenaamde berggeesten wordt bewoond, en dat de oude bergbewoners vaak heel natuurlijk met hen omgingen en daarom veel wijzer waren dan de bewoners uit het dal, kan men zeker aannemen en ook dat deze berg eens een vuurspuwende berg was en zijn weergaten niets anders dan dode kraters zijn.
Hoofdstuk 36: Toverbergen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] In de streek Karintië, niet ver van de Drau, bevindt zich een berg met de naam 'Hohe Staff. Deze berg overziet met zijn top het Drauwdal bijna vanaf de grens van Tirol tot aan Klagenfurt toe, dat wil zeggen tot in de nabijheid van deze stad; aan zijn voet ligt aan de zuidelijke kant de zogenaamde 'Weise See'. Hij is 8000 voet hoog en vanaf de top kan iedereen die hem heeft bestegen van het meest betoverende uitzicht genieten. Hij was eens berucht, omdat hij volgens de sage de voornaamste verzamelplaats van heksenmeesters was - natuurlijk volgens de verhalen van de nog levende landlieden, die deze berg aan alle kanten bewonen. Zijn uitlopers hebben de naam van hun vroegere roem als toverberg behouden. Zo heet een noordwaarts gerichte uitloper de 'Goldeck', een noord-west gerichte de 'Siflitz', een naar het westen gerichte 'Barenbuck' en een naar het zuiden gekeerde het 'Silberne Grab'. De loodrechte rots vanaf de hoge top noemt men de 'Hohe Freiung' en een enigszins onder deze liggende wand de 'Unterfreiung', terwijl het zadel tussen de hoge en de lage Staff vaak 'Hexen' - en vaak ook 'Teufelsritt' heet. Zo loopt ook vanaf dit zadel een kale stenen kloof, die de 'Rutschbrett des Teufels' wordt genoemd. Nog een andere kloof die naar het westen loopt, heet het 'Wilde G'jad'. Deze en nog meerdere dergelijke benamingen, die zich hierbij aansluiten, zoals een 'Hexensprung', 'Teufelsritt', 'Wehrwolfsnest' en nog meer andere, laten heel duidelijk zien, welke roep deze berg eens heeft gehad. Maar afgezien van deze namen van de verschillende kanten van de berg, is de naam 'Staff alleen al voldoende om te begrijpen dat het een belangrijke toverberg was.
Hoofdstuk 37: Bergen met beruchte namen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] De nieuwe naam was en is nog steeds 'Landschnur'. Hiervan hebben later de Fransen die zich daar ophielden 'Landjour' gemaakt. Het woord 'Staff betekende in deze oude taal uit de bergen als het ware een gericht en 'Hochstaff een hoog gericht en wel daarom, omdat elke onbevoegde, die in de tovermysteriën van deze berg niet was ingewijd, dadelijk op de vreselijkste manier, natuurlijk door de heksenmeester, werd berecht als hij het waagde de berg te bestijgen tot daar waar de bebossing ophield; zo' n mens werd dan door onzichtbare handen beetgepakt en met de snelheid van de bliksem, zoals de sage luidt, op de hoogste bergtop neergezet. Daar werd hij door eveneens onzichtbare krachten vele uren lang op de meest pijnlijke en gruwelijke manier gekweld en met donderende stem werd hem te kennen gegeven, dat hij tot de heksenbond moest toetreden. Wilde hij dat niet, dan werd hij van het hoogste punt, dat daarom de 'Hohe Freiung' heette, op de 'Untere Freiung' geworpen, maar met zo'n magische kracht, dat hij niet werd gedood. Op de Untere Freiung kwamen de betoverende bekoorlijke Sylphiden hem dan met hun verleidelijke gestalten bedwelmen. Had hij zich dan aan hen overgegeven, dan werd hij plotseling weer op de Hohe Freiung gezet en daar in hun mysteriën ingewijd. Maar als hij zich niet door de bekoorlijkheden van deze Sylphiden wilde laten betoveren, dan kwam hij op de duivelsglijbaan en moest dan een afschuwelijke reis naar beneden in het dal maken, waarbij al zijn ledematen, kompleet, zoals men zegt, uit hun voegen gingen. Als hij echter tijdens de bekoringen van Sylphiden had laten zien, dat hij wel enigszins toegankelijk was geweest, dan werd hij op de gouden hoek gezet waar hij werd verblind door de enorme rijkdom die bestond uit massa's blank goud. En was dat dan ook nog niet genoeg, dan werd hij zuidwaarts gevoerd in de streek van het zilveren graf, naar een wondermooi feeëriek gedeelte van deze berg, dat deze nieuwaangekomene zo betoverde, dat het voor hem alleen nog maar mogelijk was zich volkomen bij deze heksenbond aan te sluiten.
Hoofdstuk 37: Bergen met beruchte namen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Zo'n rusttijd is de winter, die echter in de buurt van de evenaar veel korter duurt dan meer aan de polen. Daarom worden ook naarmate men dichter bij de polen komt alsook in de hoger gelegen gebieden op aarde, zwakkere geesten aangesteld; en hoe dieper omlaag, des te krachtiger moeten de arbeiders zijn - wat ook duidelijk wordt aan de producten.
Hoofdstuk 40: Het werk van de geesten binnenin de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Als er echter in en aan de materie werkende krachten worden ontdekt, dan zijn die niet dood, maar levend en intelligent; want zonder een bepaalde intelligentie is een werking even ondenkbaar als een kracht.
Hoofdstuk 41: Substantie en materie, kracht en stof - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Hoe echter de afzonderlijke intelligenties op één en dezelfde manier kunnen functioneren en andere intelligenties weer op een andere manier en dat alles onder leiding van hogere geesten, zullen we door een paar begrijpelijke voorbeelden duidelijk maken.
Hoofdstuk 42: Gods werkzaamheid door middel van geesten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] De verstandiger bergbewoners die vanwege de domheid van de dalbewoners niet zelden een schandelijk strafgericht moesten verdragen, wisten van al deze hekserij niets, maar kenden wel de geesten die deze berg aan alle kanten zo dicht bevolkten als geen andere berg. Waarom juist deze berg? De reden waarom zulke wezens de ene berg meer dan de andere in bezit nemen is verschillend; gedeeltelijk hangt dat af van de ligging en een bepaalde hoogte van de berg, gedeeltelijk van de inhoud van zo'n berg; meestal echter van een tamelijk vrije ligging waardoor een berg van de andere bergen aan alle kanten als het ware afgesneden is, opdat de geesten van andere bergen die vaak boosaardig zijn, deze geesten niet gemakkelijk bereiken kunnen en verwarring onder hen stichten. Zo'n berg wordt echter hoofdzakelijk door de boven beschreven geesten in bezit genomen, omdat hij tengevolge van zijn vrije plaats naar alle zijden een heerlijk vrij uitzicht heeft. Want al deze geesten hebben het vermogen, als ze het willen, de natuurlijke wereld te kunnen zien. Omdat ze ook voor het zogenaamde weermaken worden gebruikt en voortdurend een nauwlettend oog op de naburige berggeesten moeten houden, houden ze ook het meest van die bergen, waar ze door niets in hun waakzaamheid gehinderd kunnen worden. Aan zulke geesten worden weliswaar ook meer volkomen geesten toegevoegd, die hen beheersen en leiden, maar niettegenstaande dat wordt aan geen één geest zijn eigen individualiteit, zijn vrije werkzaamheid en het daarmee verbonden geluk ontnomen.
Hoofdstuk 37: Bergen met beruchte namen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[13] Om echter het begrip 'gebod' tot één geheel te maken vanuit de vele begrippen is een heel bijzondere en doorgaans niet zo'n gemakkelijke opgave als iemand zou denken, want wat hoort bij een gebod? Ten eerste een wijs, gebiedend wezen dat een groot, diepgaand inzicht heeft waarom er een gebod is en voor wie. Ten tweede moet er een vrij wezen zijn, met veel inzicht en daarmee verbonden wilskracht, opdat dit het gebod kan aannemen, begrijpen en er aan gehoorzamen. Wat is nodig om zo'n wezen te scheppen en welke eigenschappen moet de Schepper hebben om zo'n wezen te kunnen scheppen? Ten derde: het gebod moet ook gesanctioneerd zijn; wat is nu weer nodig, om een gebod wijs, rechtvaardig en daadwerkelijk te kunnen sanctioneren?
Hoofdstuk 38: De eerste, onderste luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Zoals het bij een te bouwen huis waar het materiaal aanwezig is het geval is, zo gaat het ook in geestelijk opzicht in de onderste bouwsfeer. Hier is het materiaal, intelligentie-zielespecifica en geestelijke centra, in overvloed voorhanden. Maar hoewel in elk partikel een eigen levende intelligentie aanwezig is, kan het materiaal zich toch niet zelf tot een volkomen mensenwezen opbouwen, omdat elke aparte intelligentie maar één enkele uit velen herkent. Pas als de talloze, voor één wezen benodigde intelligenties tot één vorm en één wezen zijn verbonden door de geestelijke bouwmeesters, kan zo'n wezen langzamerhand tot een algemeen inzicht komen, dat de hele ordening overziet. Dit kan echter pas langzamerhand gebeuren zoals eigen ervaring leert en daar komt het gezegde vandaan: er is nog nooit een geleerde uit de hemel komen vallen, en nog minder een wijze.
Hoofdstuk 39: De leidende geesten van de laagste luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Een spreuk uit jullie liturgie, die de zaak wel wat ongelukkig en niet juist weergeeft, luidt: 'Bedenk mens, dat gij stof zijt en tot stof zult wederkeren'. Deze spreuk bedoelt met het woord 'stof wel het totale uiteenvallen van het lichaam, maar is in deze betekenis onjuist, omdat iedereen onder 'stof fijn verpoeierde aarde of steen verstaat, die door de wind gemakkelijk verwaait. Ook kan daaronder de nog fijnere zonnestof verstaan worden, die wel fijner is dan de stof van de straat. Als het lichaam in zulk soort stof opgelost zou worden dan was zijn ziel daarmee weinig geholpen. Het allerfijnste stof dat we nog kunnen zien is toch altijd nog materie en kan zich zo lang het materie blijft niet met de ziel en de geest verenigen. Beter dan stof zou men kunnen zeggen 'specifiek zieleatoom'; dat is niet meer materieel maar substantieel. Tussen materie en substantie is echter een hemelsbreed verschil.
Hoofdstuk 41: Substantie en materie, kracht en stof - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Hier kan iedereen gemakkelijk het verschil zien tussen materie en substantie. Ook bij een zogenaamde elektriseermachine kan iedereen gemakkelijk het materiële van het substantiële onderscheiden. De materie is hierbij: de glasschijf, het wrijvingskussen, de metalen conductor en nog enkele flessen. Als de machine in rust is, ondervindt niets wat de machine nadert een of andere beweging; maar wordt de machine in beweging gebracht, dan wordt de zich in haar bevindende substantie evenals die uit de lucht van de omgeving, opgewekt; als iemand dan de machine nadert, voelt hij dadelijk hoe er aan zijn haren wordt getrokken en als hij nog dichterbij komt zal hij de substantie als knetterende vonken zien, die flink prikken - en die als ze sterk zijn in zijn spieren schokken teweegbrengen. Zo'n elektrische vonk, hoewel zichtbaar in de materiële tijd en ruimte, is echter geen materie meer maar een substantie of kracht die overeenkomst heeft met de zielesubstantie en die in de materie rust. Als ze echter geprikkeld wordt, uit ze zich ogenblikkelijk als een alles doordringende kracht, waar men geen materiële hindernis tegenover kan stellen.
Hoofdstuk 41: Substantie en materie, kracht en stof - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Als mensen echter voor grotere kunstuitingen van bepaalde mensen al leiders aanstellen die bijvoorbeeld de dag van een concert bepalen, stukken uitzoeken en die dan dirigeren, hoeveel noodzakelijker is het dan bij zoveel kunstzinnige intelligenties leiders aan te stellen, als het gaat om het behoud en een doeltreffend voortbestaan van hele werelden!
Hoofdstuk 42: Gods werkzaamheid door middel van geesten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Als er echter sprake is van opwekking, hoe kan dan een dood gewekt worden, als hij dood is? Het begrip 'dood' - veronderstelt toch een totale wezenloosheid of tenminste de onmogelijkheid van een wezen om een inwerking te veroorzaken, wat eigenlijk hetzelfde is; want wanneer er geen wezen is, kan het ook op niemand een indruk maken, omdat het helemaal niet bestaat, en zo is het met een wezen dat geen inwerking kan uitoefenen ook; zou zo'n wezen indruk op iemand kunnen maken, dan was hij zeker niet totaal ineffectief omdat de indruk toch een uitwerking is.
Hoofdstuk 43: Indrukken van de materie op ziel en geest - Jakob Lorber - Aarde en Maan