Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 686 van 1112

...  674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690 - 691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699  ...
[1] Hierna wendde Abedam Zich tot Pariholi en zei tegen hem: 'Pariholi, zie, iedere trouwe en vlijtige arbeider is zijn loon ook volledig waard!
Hoofdstuk 45: De grootste beloning voor de mens: de Heer te mogen liefhebben - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Mocht je de zon aan je voeten willen hebben, Ik zeg je: waarlijk, zij zal zich uiterst snel naar Mijn wil moeten voegen!
Hoofdstuk 45: De grootste beloning voor de mens: de Heer te mogen liefhebben - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Of wil je de maan? Hij zal zich naar de minste van Mijn wenken voegen!
Hoofdstuk 45: De grootste beloning voor de mens: de Heer te mogen liefhebben - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Of wil je de binnenste organen van de aarde? Je kunt Me geloven: zij zullen zich onmiddellijk als een machtig grote kluwen slangen rondje voeten winden!
Hoofdstuk 45: De grootste beloning voor de mens: de Heer te mogen liefhebben - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Bij deze woorden van Pariholi hield Abedam Zijn hand voor Zijn ogen en verborg Zijn tranen voor de andere vaderen; maar al spoedig nam Hij zijn hand van Zijn ogen weg, en zeer bewogen boog Hij Zich voorover naar de nog wenende Pariholi, hief hem snel op en zei de volgende woorden tegen hem:
Hoofdstuk 45: De grootste beloning voor de mens: de Heer te mogen liefhebben - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Want God laat Zich niet omvatten, en de Heer van alle gerechtigheid kan op grond van Zijn eindeloos open heiligheid een dergelijke toenadering nooit dulden, maar alleen de Vader, die in Zijn eindeloze liefde voor Zijn kinderen alles in Zich bergt, opdat zij Hem allen zo volkomen en in de geest nog onuitsprekelijk inniger dan jullie het hier zien, zullen kunnen naderen en ook moeten naderen om daar aan Zijn vaderborst eeuwig te genieten van alles wat maar des Vaders is.
Hoofdstuk 46: Hoe men moet bidden. Het wezen van God en van het leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Wie zich dus niet volkomen tot de Vader wendt, waarlijk, die zal ook niet tot de Vader komen; wie echter niet tot de Vader komen zal, zal weinig leven in zich ervaren! Want er is een eindeloos verschil tussen leven en leven!
Hoofdstuk 46: Hoe men moet bidden. Het wezen van God en van het leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Na deze woorden nu had de zon zich reeds geheel achter de bergen verscholen en zodoende was de sabbat ook voorbij. Omdat alle volksstammen al uit de aankondiging van deze morgen wel wisten dat er deze keer, evenals in de toekomst, 's avonds geen offervuur meer gebrand zou worden, maar daardoor ook niet wisten wat zij nu moesten doen, blijven of naar huis teruggaan, - stuurden zij van alle kanten boden naar de hoogte om te vragen wat nu de bedoeling was.
Hoofdstuk 47: De verdeemoediging en verlegenheid van de betweterige vragenstellers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Toen de genoemde boden op de hoogte aangekomen waren met het bedoeling zich naar Adam te begeven, die nog aan de borst van Abedam rustte, vroeg Deze hen:
Hoofdstuk 47: De verdeemoediging en verlegenheid van de betweterige vragenstellers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Nu hadden allen die op dit moment op de hoogte waren van Abedam een innerlijk gebod gekregen om over Hem te zwijgen, maar de zoekenden wel te wijzen waar Adam zich bevond.
Hoofdstuk 47: De verdeemoediging en verlegenheid van de betweterige vragenstellers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Al spoedig kwamen zij bij Seth en vroegen hem waar de aartsvader zich bevond. En met zijn vinger wees Seth hen meteen Adam aan.
Hoofdstuk 47: De verdeemoediging en verlegenheid van de betweterige vragenstellers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Toen verbaasden zij zich enorm, hoe zij aan hem voorbij hadden kunnen gaan zonder de toch zeer goed herkenbare Adam opgemerkt te hebben.
Hoofdstuk 47: De verdeemoediging en verlegenheid van de betweterige vragenstellers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Wie van ons zal dus dit lastige karwei op zich nemen?'
Hoofdstuk 47: De verdeemoediging en verlegenheid van de betweterige vragenstellers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[32] Omdat niemand van ons eigenlijk nog met die bedoeling naar Adam durft te gaan, denk ik dat het toch nog beter zal zijn de lieve eerlijkheid trouw te blijven en regelrecht onverrichter zake weer naar de onzen terug te keren en hen zonder omwegen te melden wat ons hier overkomen is. Daar de zeer wonderlijke, verheven sabbatsstemming van de aartsvaderen allen bekend is, zal zeker ook niemand zich erover ergeren of verwonderen dat wij onverrichter zake weer bij hen teruggekeerd zijn!
Hoofdstuk 47: De verdeemoediging en verlegenheid van de betweterige vragenstellers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[34] En nu meldde zich ook een vierde, en zei alsof hij tegen zichzelf sprak: 'Die ideeën zijn niet slecht; maar toch schijnt het eerste mij beter toe, hoewel het het moeilijkste is.
Hoofdstuk 47: De verdeemoediging en verlegenheid van de betweterige vragenstellers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  674 - 675 - 676 - 677 - 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690 - 691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699  ...