10915 resultaten - Pagina 690 van 728
... 678 - 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690 - 691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 ...
[20] Laat de vader niet voor zijn zoon een mooiere jas maken dan hijzelf draagt? En de moeder gaat met haar dochters in de modezaken en zoekt uren lang kleding uit, waarin haar dochters des te beter uitkomen om daarmee 'veroveringen' te maken. Waarom veroveringen? Vernederingen zouden het volgens Mijn woorden moeten zijn, waarnaar de mensheid moest streven. Omdat het echter veroveringen zijn, is het goed dat er tirannen zijn; ja, ze zijn zelfs engelen, omdat ze de veroveringszucht zoveel mogelijk door belastingen en andere wetten de kop indrukken.Hoofdstuk 63: Over de menselijke eerzucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[22] Wie het onderst is, die is ook het veiligst: de torenspits is echter een speelbal van storm en onweer.
Hoofdstuk 63: Over de menselijke eerzucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[27] Wie anderen wil beteren, moet eerst zichzelf verbeteren en moet rechtschapen leven, dan zullen de anderen hem navolgen als ze het voordeel er van zien. En wie anderen wil verdeemoedigen, moet eerst zichzelf verdeemoedigen, dan zal hij daardoor voor zijn buurman de trede wegnemen, waarop die buurman hoger zou zijn gestegen. Maar als iemand zijn broer draagt, zal zijn broer dan wel de berg afkomen, als degene die hem draagt niet naar beneden wil gaan? Daarom moet de drager eerst naar beneden gaan, dan zal ook degene die hij draagt beneden komen. Gaat het lastdier echter naar boven dan gaat zeker ook diegene die op hem zit en als last op hem drukt, mee omhoog.
Hoofdstuk 63: Over de menselijke eerzucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[28] Zolang Mijn leer niet in alles volkomen in acht wordt genomen, zal het noch hier, noch in het hiernamaals - bij de enkeling noch in het algemeen - beter gaan. Diegene die Mijn leer echter helemaal wil navolgen, die zal het hier en in het hiernamaals goed hebben; want voor een deemoedige ziel gaat alles goed en omdat ze Mij het meest nabij is, heeft ze ook altijd de zekers te en allerbeste hulp bij de hand.
Hoofdstuk 63: Over de menselijke eerzucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[31] Maar wat voor nut en welke betekenis zou Mijn leer hebben, als Jezus, haar stichter, thans Zelf de eer heeft om helemaal niets te betekenen - of hoogstens nog maar een beetje mee te tellen naast Socrates of Plato? Of men verandert Jezus enkel en alleen in een afgod, waarvan alleen nog maar de naam is overgebleven en een paar brokstukken van Zijn leer in de vorm van Egyptische hiëroglyfen, waarover het bovendien streng verboden is na te denken. Kort en goed, men heeft Jezus gemodelleerd zoals men Hem kan gebruiken, zodat het wat opbrengt en niets uitdraagt, zoals Hij het heeft geboden toen Hij zei: 'Als iemand je om een kleed vraagt, geef hem dan ook de mantel!' Diegene echter, die de laatste en ieders knecht zou moeten zijn, die zit onder miljoenen het hoogst! Een slecht voorbeeld voor deemoed! Maar het kan niet anders, want heden ten dage zijn er nog veel mensen wier vurigste wens het zou zijn, dat hun zonen paus zouden worden. Dus nog veel liefde voor het pausdom! Zolang dat nog bestaat, kan het niet beter gaan!
Hoofdstuk 63: Over de menselijke eerzucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Daar zie Ik een huisvader geweldig uitvallen tegen de luxe van deze tijd, terwijl hij juist in een warenhuis is om voor zijn dochters dure, spiksplinternieuwe allermodernste stoffen voor hun kleren te kopen. Wat moet men tegen zo'n aanklager van de luxe zeggen? Alleen maar: Domkop, als die luxe je niet bevalt, waarom laat je je dan door de luxeduivel aanzetten dergelijke verderfelijke dingen voor je dochters te kopen? Koop linnen gewaden, of nog beter koop vlas en laat je dochters spinnen, dan zul je kleren voor je dochters hebben die hun veel meer van nut zijn dan de moderne stoffen die je zo ergeren, dat je ze van louter ergernis koopt om je dochters maar aanzien te verlenen, zodat men aan hen je welstand kan afmeten en ze goede veroveringen kunnen maken. O, jij dwaas, voor jou is er nog veel te weinig luxe, nog veel te weinig wisseling van mode. En als de mode van de dag twee keer zal veranderen, dan zul je nog de oude ezel zijn. Wel zul je dan nog meer schimpen dan nu, maar niettegenstaande dat de voortschrijdende geest van de tijd huldigen, zoals het behoort. Nu vraag Ik echter: Wie anders dan domkoppen zoals jij openen de deuren voor de luxe, omdat je houdt van het kleurrijk uiterlijk van je dochters?
Hoofdstuk 64: Allerlei menselijke klachten 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Aan de andere kant ziet men weer boeren en hotelhouders de verbruiksbelasting aanvallen en beschimpen en vervloeken. Zij bedenken daarbij echter niet, dat ze de eerste uitvinders van deze staatsplaag zijn, omdat ze door hun toedoen hun afnemers een nog tienmaal zo hoge belasting opleggen, dan de regent van zijn onderdanen verlangt.
Hoofdstuk 64: Allerlei menselijke klachten 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Van iemand die iets uit een goed hart schenkt wordt, zover Ik mij herinner, door de staat weinig of helemaal geen belasting geheven, nota bene! Als echter de mens tegenover zijn medemens geen hart meer heeft, hoe kan hij dan van de staat verlangen, wat hemzelf zo geheel en al ontbreekt? En Ik voeg daaraan toe: De mensen richten zichzelf, maar de staat richt Ik naar het gedrag van de mensen.
Hoofdstuk 64: Allerlei menselijke klachten 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] Jullie zien daaruit, dat de mensen altijd zelf hun euvelen veroorzaken; daarom zal het kwaad ook zolang onder hen zijn, zolang zijzelf voortdurend scheppers van dit kwaad zijn. De armen zullen echter al tijd een toevoeging zijn, als een bezoeking bij dergelijke maatregelen! Want wie maakt de armen? De grote hebzucht en de algemene gewinzucht van de vermogenden! Daarom zullen zij deze ook moeten onderhouden, want wat een mens zelf veroorzaakt, dat zal dan ook zijn deel zijn dat hij heeft te dragen.
Hoofdstuk 64: Allerlei menselijke klachten 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Het is wel waar, dat daardoor veel zogenaamde ambachtslieden minder verdienen of zelfs helemaal niets meer en dat sommigen van hen tot de bedelstaf geraken. Ook heeft men menige boer een goed stuk grond afgenomen, waardoor hij bij het verbouwen van zijn land bouwproducten zeer werd benadeeld; ook hebben arme voerlui hun loon ingeboet en menige waard, die wat menselijker was dan de anderen, kwam tegelijk met de onmenselijken in de narigheid. Maar dit alles kan heel anders bekeken worden dan het zich oppervlakkig laat aanzien. Want hier heeft in materieel opzicht alleen diegene veel verloren die heel veel had; die echter toch weinig had, die kon daarbij niet zoveel verliezen.
Hoofdstuk 65: Allerlei menselijke klachten 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] Er wordt ook erg veel over de tegenwoordige spoorwegen gevloekt en geschimpt. Het is waar, ze zijn voor de mensen een slecht teken van deze tijd en Ik zou wel willen dat ze er niet waren; maar de mensen wilden het en daarom wil Ik het ook. Zag men dat vroeger niet, hoe de groten en rijken er equipages op nahielden en daarmee overal heenreden? Als een arme echter, moe van het lopen, vroeg om een stukje mee te mogen rijden, dan werd hij, als hij er maar enigszins op aandrong, met de zweep terecht gewezen. Ja, zelfs nog als hij wilde betalen werd hij niet meegenomen. Nu zit in dezelfde wagon een stinkende boer en een zogenaamde vagebond, naast hem moet een stadsdame met een fijne neus plaatsnemen en beiden rijden voor hetzelfde geld en genieten gelijke rechten. Het vaak uitgesproken 'Fi donc!' (* .Foei toch!') naast een stalknecht is helemaal verdwenen en de dienst van de vroegere parfumflesjes wordt nu verricht door de rook uit de ketels. Daardoor worden de fijne neuzen enigszins doorgerookt en ruiken ze de onaangename geur van de boer niet meer zo erg. Vroeger konden de aristocraten en naast hen de heren uit de gegoede burgerij niet snel genoeg rijden. Wee degene, die zich op straat bevond; er werd niets ontziend over hen heengereden. Nu is er snelheid genoeg; Zo'n snelheidsmaniak komt bij de spoorwegen tenminste tot het inzicht, dat hiertegenover zijn paarden koets toch louter prutswerk is. Daarom laat hij zijn equipage thuis en valt de wandelaars niet meer zo vaak lastig; want hij rijdt nu liever met de trein dan met de wagen. Wat echter een grote weldaad is voor die straatrovers van herbergiers, want die beginnen nu pas enigszins mens te worden. En wat een rechtvaardige tuchtroede voor allerlei voerlui die voor een enkele rit, met maar weinig posthuizen, niet zelden twee keer zoveel verlangden als hun paard en wagen waard waren! De smeden langs de weg, die voor een hoefnagel vaak zoveel vroegen alsof hij van goud was, komen nu pas, bij het zien van geheel uit ijzer vervaardigde wegen, tot het inzicht dat ijzer dan toch niet zo duur kan zijn! Ook wagenmakers, zadel - en riemmakers weten nu pas wat hun waren waard zijn, want vroeger dachten ze louter goud en zilverwaren te verkopen. Ook de haverwoekeraars zullen langzamerhand tot inzicht komen, dat ze heel wat minder van die vrucht nodig zullen hebben. En de koetsiers in de stad, die vroeger niet wisten wat ze voor een rit in een eenvoudig voertuig zouden vragen, kunnen nu voor twee penningen rijden en wie meer verlangt, kan zelf een plezierritje naar het station maken, waar er maar een is en daar weemoedig toezien hoe honderden reizigers voor weinig geld vervoerd worden. Ook de posthuizen, die vroeger niet wisten voor hoeveel paarden ze een stal zouden huren, hebben nu genoeg aan weinig zogenaamde oude knollen. En hoofdzakelijk door het zeer snelle vervoermiddel zullen de aandeelhouders ook des te eerder tot het inzicht komen, dat ze hier niet goed hebben gespeculeerd; want hun vermeende winst zal zeker als sneeuw voor de zon verdwijnen en ze zullen erkennen, dat in de waterdamp, behalve de machtige drijfkracht, zich ook een vermogenoplossende werking bevindt.
Hoofdstuk 64: Allerlei menselijke klachten 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Wie echter Mijn kracht en grootheid wil bewonderen, die moet naar de natuurlijke kathedralen gaan; ga naar de aarde zelf en kijk naar de zon, maan en sterren en je zult zeker genoeg zien om de almacht van God, je Vader, te erkennen.
Hoofdstuk 65: Allerlei menselijke klachten 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[12] Zo'n spoorweg ligt, strikt genomen, net zo min in Mijn ordening besloten als de bouw van de toren van Babel. Maar deze torenbouw had ook zijn goede zijde. Het dreef de volkeren uit elkaar en bracht ze mettertijd tot de overtuiging, dat de mens ook op een andere plaats en niet alleen in Babylon kan leven en dat God overal Zijn zon laat schijnen en Zijn regen laat vallen. En zo hebben tenslotte allen, die door de torenbouw uit Babylon zijn verdreven, erbij gewonnen. Zo zal het ook met de spoorwegen gaan, daar zal tenslotte iedereen bij winnen. De hoofdaandeelhouder wint materieel, want hij plundert de beurs van anderen. Maar de anderen winnen aan inzicht en weldra aan menselijkheid; want als rijken tot bedelaars worden, worden ze zachte deemoedige mensen. De herbergiers langs de weg winnen ook, want ze verliezen het straatroversachtige en winnen aan menselijkheid. De boeren, over wier beste land de spoorbaan vaak wordt geleid, winnen ook. Want vroeger plaatsten ze op hun land vaak hekken en doornhagen en als een mens maar één stap op hun weiland had gedaan, dan werd hij mishandeld; nu is het echter goed, dat hij zo'n brede ijzeren weg op zijn grond moet dulden; hij wint nu aan geduld en menselijkheid - en dat is ook een grote winst. De reizigers winnen, want ze komen veel goedkoper en vlugger op de plaats van bestemming en leren tenminste in de spoorwagons dat ze niet meer waard zijn dan anderen, want iedereen betaalt dezelfde prijs. Maar niettegenstaande dat alles schim pen de mensen over de tuchtroede, die ze zelf met alle mogelijke middelen tot stand hebben gebracht. Maar als men het zelf gedaan heeft, moet men ook zelf de gevolgen dragen. Als herbergiers, voerlieden en soortgelijke handwerkslieden en de aandeelhouders menselijk worden, zoals het hoort, dan zal het er met de tuchtroede beter uitzien, want alles ligt in Mijn hand en Ik kan het zo vormen en veranderen zoals Ik wil. Ik heb gezegd dat Ik in dit werk geen welgevallen heb en zo is het ook; want Ik heb geen plezier in de tuchtroede. Maar omdat ze er nu eenmaal is, zoals de mensen haar wilden hebben, daarom zal ze nuttig zijn voor de goeden en ze zal de slechten tot een vloek zijn. Jullie kunnen er rustig gebruik van maken en Ik wil bovendien nog diegene zegenen, die er gebruik van maakt opdat de straatrovers hun volledige tuchtiging krijgen.
Hoofdstuk 64: Allerlei menselijke klachten 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Smeden, die vroeger bijna niet te betalen waren, werken nu veel goedkoper, als ze maar werk krijgen. Had iemand zijn zaak vroeger in het groot gedreven, dan schaadt het hem niet; want hij heeft al iets verworven en wil hij verder nog werk hebben, dan moet hij goedkoop zijn. Daarbij wordt hij echter ook menselijker; dus heeft hij niet veel verloren. Heeft iemand uit deze beroepsklasse maar een heel kleine zaak gedreven, die hem niet veel meer heeft opgeleverd dan een bedelaar het bedelen oplevert, dan heeft die ook niet veel verloren en de kloof tussen hem en een vroegere grootmeester is aanzienlijk kleiner geworden; dus alweer winst! Hetzelfde is het geval met alle andere beroepen en met alle boeren die aan grond hebben verloren. Want wie maar weinig grond had, die kon ook geen groot stuk afstaan en wat hij afstond werd hem vergoed. De grootgrondbezitter kon ook een groter stuk van zijn grond afstaan, dat hem mettertijd ook vergoed wordt, en daar kan hij gemakkelijk op wachten omdat hij toch al meer heeft dan het nodige. Hetzelfde is ook het geval met de grote en kleine hotelhouders. De grote hebben hun geld al binnen en het zou ten hemel schreiend zijn als men ze nog langer hun gang had laten gaan. De arme herbergiers hadden toch al een erbarmelijke verdienste en ze konden dit gemakkelijk te boven komen; en omdat ze natuurlijk voor weinig geld ook maar slecht eten aan de gasten konden voorzetten en ze zich langzamerhand meer met bedrog dan met koopwaar moesten behelpen, is het voor henzelf en voor hun gasten een fysieke en een geestelijke winst.
Hoofdstuk 65: Allerlei menselijke klachten 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Daaruit blijkt, dat bij dit gebeuren niemand in materieel opzicht teveel verloren heeft; en de tuchtroede is daarom goed en wordt langzamerhand nog veel beter. Evenals de Hanochieten in de tijd van Noach zelf de watersluizen van de aarde openden, waardoor ze verzwolgen werden, evenzo hebben ook hier deze mensen zelf de luis in hun pels gezet. Ik zeg echter: Ga maar op dezelfde manier door! Degene voor wie de rustige, vruchten gevende aardbodem niet genoeg is, moet de zee opgaan en daar het onderscheid tussen vrede en rust en beweging en storm leren kennen. Als hij wil en de stormen hem nog niet verzwolgen hebben, kan hij weer terugkomen; want naast het water bestaat nog steeds de vaste bodem, zoals naast deze vernieuwingen ook het oude woord van God onveranderd voort bestaat en ook Mijn genade voor iedereen die haar zoekt. Wie hier niets aan gelegen is, maar alleen van vernieuwingen houdt uit louter algemene of persoonlijke zucht naar aanzien, die kan altijd in zo'n snel rijdende stoomtrein gaan zitten en daarmee naar zijn duivels rijden en hij kan verzekerd zijn, dat in Mijn hemelen hem geen medelijdend' Ach' zal nageroepen worden; want domme dwazen zijn ook voor Mijn hemel een weerzin wekkende gruwel en overal lacht men om hen.
Hoofdstuk 65: Allerlei menselijke klachten 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan