10915 resultaten - Pagina 691 van 728
... 679 - 680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690 - 691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 ...
[13] Laat daarom de domheid blijven wat ze is, een voortdurende straf voor domme ezels en narren; wie echter wijsheid zoekt en haar loon, die weet ook waar ze te vinden is.Hoofdstuk 65: Allerlei menselijke klachten 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[16] Het is waar: Sodom en Gomorra gingen ten onder; daarvoor in de plaats kwam echter Babel op. Ook hier is al veel vuur in de afgoderij geslingerd, zoals het in alle tijden gebeurde; maar het komt weer op. Daarom laten we maar de tarwe met het onkruid opgroeien; de tijd van de scheiding komt nog wel! Waarom zou men zich bij een bezigheid op een minuut vastleggen, als men een hele eeuwigheid de tijd heeft? Daarom maar doorgaan - hier! Wie dom wil zijn moet dat maar blijven; wie verstandig wil zijn weet waar hij moet aankloppen.
Hoofdstuk 65: Allerlei menselijke klachten 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] Wie zich echter aan deze kerkdienst ergert, laat die maar liever buiten blijven; want niemand wordt aan zijn haren naar binnen getrokken. En zou dat het geval zijn, dan kan het niemand schaden als hij naar binnen gaat; want het is nog altijd beter zich in een bedehuis te bevinden en een zekere wijding te ontvangen, dan op de algemeen geldende feestdagen op jacht te gaan of een speelhuis te bezoeken of woekerwinsten te maken, intriges op touw te zetten, hoeren te bezoeken en meer van dergelijke kwalijke zaken.
Hoofdstuk 66: De ceremoniële kerk - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Dit soort dromen worden noch door helse en nog minder door hemelse geesten in de ziel opgeroepen, maar ze zijn geheel en al eigen producten van de ziel en ze herinnert zich deze nu eens beter, dan weer slechter en soms helemaal niet. Bij een nog heel natuurlijk mens is dat afhankelijk van de gesteldheid van de zenuwgeest. Richt die zich meer naar de ziel, dan zal de mens zich bijna elke droom precies herinneren; keert die zich na zijn slaap echter meer naar het vlees, dan zal de mens ook weinig of geen herinnering van zijn droom hebben - wat gewoonlijk bij die mensen het geval is, die erg zinnelijk en grofmaterieel zijn.
Hoofdstuk 67: Dromen en hun betekenis - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Ten eerste heb Ik op aarde nooit naar eer gezocht, alleen maar naar geloof en liefde. Hieruit volgt echter dat elke andere nutteloze eerbetuiging die van Mij, de enige, eeuwige levende ware God, een afgod maakt, een gruwel is; want Ik wil in geest en waarheid, die in het levende hart van de mensen woont, aanbeden worden, maar niet in een kerk. De ware aanbidding in de geest en in de waarheid bestaat daarin, dat de mensen Mij als hun God en Vader erkennen, Mij boven alles liefhebben en de geboden van de liefde ook tegenover hun broeders onderhouden. Dat is de ware Godsverering; maar een kerkgebouw is een gruwel en kan tot grote verheerlijking van Mijn naam niet bijdragen, omdat het toch zeker niet laat zien wat Ik vermag, maar alleen wat ijdele en hoogmoedige mensen vermogen.
Hoofdstuk 65: Allerlei menselijke klachten 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] Ik vind echter, dat zolang een grote mensenmenigte er nog een grote vreugde aan beleeft, deze afgoderij op alle mogelijke manier te ondersteunen, missen en gezongen diensten te betalen, schenkingen te doen, bedehuizen en andere kapellen te bouwen, offerblokken te vullen, orgels te laten bouwen, klokken aan te schaffen, rijke begrafenisplechtigheden te laten houden en zeer dure zogenaamde paramenten te vervaardigen, ook kostbare bedevaarten te ondernemen en zich met geldzuchtige broederschappen in te laten - zo lang gaat het nog wel goed. Waarom zou men in één keer datgene als een schuimbel vernietigen, waaraan de mensheid tot op vandaag vreugde beleeft? Wie dom en blind wil zijn en wie aan deze eerzuchtige ceremoniën, waarbij men met veel goud en edelstenen pronkt, genoegen beleeft, die moet maar dom en blind en dwaas blijven!
Hoofdstuk 66: De ceremoniële kerk - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] Maar heel anders is het gesteld met bepaalde heldere dromen, waarin het degene die droomt voorkomt, als was de verschijning werkelijkheid, zodat hij daarna bij het ontwaken zichzelf er nauwelijks rekenschap van kan geven of het een droom was of werkelijkheid. Dergelijke visioenen of dromen behoren niet tot de ziel, maar tot de hem omgevende geesten die van goede of slechte aard kunnen zijn. Zijn ze boosaardig, dan zal de ziel en daardoor ook het lichaam, geheel uitgeput uit zo'n droom ontwaken; zijn deze visioenen echter een werk van goede geesten, dan zullen ziel en lichaam zich bij het ontwaken gesterkt voelen.
Hoofdstuk 67: Dromen en hun betekenis - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[16] Men moet het zich zo voorstellen alsof iemand van jullie in een vreemd huis zou komen. Dan zou hij wel niet weten wat de huisheer vandaag, morgen en overmorgen zal doen; maar de heer des huizes zal dat wel weten, omdat hij van de stand van zaken op de hoogte moet zijn. Als hij jullie dan zegt wat hij zal doen, weten jullie het ook. Zo kunnen jullie ook niet weten wat de geesten in dit jaar nog allemaal tot stand zullen brengen, omdat jullie in het huis van de geesten nog vreemdelingen bent. Als de geesten het echter aan een ziel vertellen, dan zal ook zij weten wat er gaat gebeuren. Opdat de geesten echter aan de ziel zoiets kunnen meedelen, moet ze daartoe voorbereid worden en de voorbereiding is wat hierboven werd aangegeven.
Hoofdstuk 67: Dromen en hun betekenis - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[19] Daarom moet niemand erg schrikken van zulke niet zelden voorkomende visioenen; want als ze goed zijn hoeft niemand er van te schrikken en als ze naar zijn, dan kunnen ze wel veranderd worden. Natuurlijk, wie er vast in gelooft en Mij niet meer kracht toekent dan zijn visioen, voor die zal het echter wel een 'fiat' betekenen.
Hoofdstuk 67: Dromen en hun betekenis - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[20] Het menselijk gemoed is echter wel zo zwak, dat het al uit heel eenvoudige dromen graag en vaak allerlei toekomstige gebeurtenissen afleidt en daar geloof aan hecht. De mensen hebben allerlei regels opgesteld, waarbij na bepaalde dromen bepaalde gebeurtenissen moeten plaatshebben. Die regels en de droomuitleggingen met zijn gevolgtrekkingen zijn natuurlijk net zo buitengewoon dom als degenen die ze hebben opgesteld. Er zijn waterdromen, die brengen de dood van één of andere bloedverwant of kennis. Vuur brengt leugen of vreugde. Brood -, mest - en trouwdromen worden voor aankondigingen van sterfgevallen in de familie gehouden. Als iemand van bijen droomt, komt er brand; droomt men van mieren, dan komt daarna een overstroming of men krijgt veel zorgen. Als iemand van sprinkhanen, krekels en vliegende vogels droomt, betekent dat oorlog en nog meer van dergelijke onzin, om aan dromen over loterijen maar helemaal niet te denken.
Hoofdstuk 67: Dromen en hun betekenis - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[24] Dit vertel Ik echter juist daarom, opdat men weten zal wat men in de toekomst van dromen en ook daarnaast van andere visioenen, die nog verder besproken zullen worden, wat betreft de waarheid te verwachten heeft. Elk verschijnsel heeft een zeker overeenkomstig doel, maar van ingebeelde domheid is daar geen sprake. Nu weer verder met deze gedenkwaardigheid.
Hoofdstuk 67: Dromen en hun betekenis - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Met deze lotdagen moet de mens rekening houden, dan zullen veel domme stormen, bliksem, donder, regen en slaghagel, sneeuw en ijs in zijn hart achterwege blijven. En als dergelijke stormen en slecht weer zullen uitblijven, dan zou de geest uitzijn kamertje in de vrije wereld van het hart durven treden en zou de ziel de lotdag van het eeuwige leven verkondigen! Zolang echter in het hart aanhoudend allerlei zware onweders razen, die van de miserabele lotdagen afkomstig zijn, dan blijft de geest in zijn kamertje en de mens blijft wat hij was, alleen maar een verachtelijk dier, dat bezwaarlijk ooit in de hemelse dierenriem wordt opgenomen.
Hoofdstuk 68: Over bijgeloof 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[15] Een tweede afweermiddel is het zogenaamde zegenen van de velden door de geestelijke in het dorp, die echter niet zo krachtig is, of door een bedelmonnik, wiens zegen wordt geacht veel krachtiger te Zijn.
Hoofdstuk 68: Over bijgeloof 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Veel mensen zien wel in, dat hier onmogelijk waarheid in kan schuilen; als zich echter zo'n geval voordoet, dan geloven ze er inwendig toch aan en raken in een soort verlegenheid bij de gedachte, dat er toch wel iets van waar zou kunnen zijn.
Hoofdstuk 69: Over bijgeloof 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] Bij een echte christen echter zou zoiets nooit moeten voorkomen, omdat het nooit tot iets goeds, maar alleen tot iets kwaads kan leiden.
Hoofdstuk 69: Over bijgeloof 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan