Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 692 van 1112

...  680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690 - 691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705  ...
[9] Desalniettemin wisten sommigen ten gevolge van te grote liefde en eerbied in hun hart zich geen raad en konden daardoor hun mond ook niet meteen openen om het van hen verlangde weer te geven.
Hoofdstuk 68: Abedams berisping en vermaning aan de onoprechte Purhal. De verklaring van het visioen van Purhal - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Maar, zoals Ik al aan het begin vermeldde, zal voor deze keer jouw fout niet als zonde aangerekend worden; eiaar wees in de toekomst goed op je hoede datje hart niet meer door een dergelijke dubbelzinnige stemming overvellen wordt, anders zal de grote nacht van je hart nog lang niet door de naar binnen dringende liefdesvlammen verlicht worden en de heerlijke ochtendzon die je in jezelf hebt zien opgaan, zal nog langer op zich laten wachten!
Hoofdstuk 68: Abedams berisping en vermaning aan de onoprechte Purhal. De verklaring van het visioen van Purhal - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Maar wat valt er aan te doen?! Hem kan niemand veranderen, - eeuwig zal Hij aan Zichzelf, zo zuiver en heilig als Hij nu is, gelijk blijven; dus men moet zich ernaar voegen!'
Hoofdstuk 69: Hoe de aan Purhal gerichte berisping op de aanwezigen werkt. Abedam beurt de bang geworden gemoederen weer op - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Maar Abedam, die dergelijke gedachten maar al te goed bij de kinderen opgemerkt had, wendde Zich tot Purhal en vroeg hem:
Hoofdstuk 69: Hoe de aan Purhal gerichte berisping op de aanwezigen werkt. Abedam beurt de bang geworden gemoederen weer op - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Wijs Mij de vader in jullie midden aan die zich niet vol ijver bij zijn kinderen van de soms zeer scherpe tuchtroede bediend heeft!
Hoofdstuk 69: Hoe de aan Purhal gerichte berisping op de aanwezigen werkt. Abedam beurt de bang geworden gemoederen weer op - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Maar de wereld boezemt jullie geen angst in, terwijl die toch op zich niets anders is dan je reinste dood!
Hoofdstuk 69: Hoe de aan Purhal gerichte berisping op de aanwezigen werkt. Abedam beurt de bang geworden gemoederen weer op - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Na die woorden riep Abedam Juribaël bij Zich en vroeg hem evenals de anderen, namelijk:
Hoofdstuk 70: Juribaëls woorden over de grootsheid van de mens als kind van God. Het visioen van Juribaël: de talloze, eindeloos groeiende kringen van de ene levenscyclus - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] U hebt mij nu uit mijn slaap in het leven geroepen, - ja in het ware, wakkere, vrije leven van Uw oneindige vaderliefde hebt U mij geroepen en U hebt van de matte, blinde worm, bestoven met het stof van deze aarde een vrij mens gemaakt, die met zijn ogen in de verre eeuwigheden ziet als een eindeloze reeks van kringen, almaar kringen vol onsterfelijkheid en die zich in ieder van die eeuwige kringen steeds meer verheerlijkt ziet en op U, o heilige Vader, steeds meer gelijkend en U steeds nader!
Hoofdstuk 70: Juribaëls woorden over de grootsheid van de mens als kind van God. Het visioen van Juribaël: de talloze, eindeloos groeiende kringen van de ene levenscyclus - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Heilige Vader, ik kan U aanbidden, U loven en prijzen; ik kan U mijn leven lang roemen uit al de door U aan mij verleende krachten; ik kan voor U overal offers branden waarheen mijn oog zich ook maar mocht wenden; ik kan U zodanig hoogachten dat, met de allergrootste eerbied die mij maar mogelijk is, mijn geest zich onder de allerlaatste, onderste en onbeduidendste scheppingen zou kunnen verbergen; ja ik kan U beminnen met al het geweld van de liefde in mij; ja, dat kan ik allemaal voor U doen, mijn almachtige Schepper, voor U, mijn heilige, grote God!
Hoofdstuk 70: Juribaëls woorden over de grootsheid van de mens als kind van God. Het visioen van Juribaël: de talloze, eindeloos groeiende kringen van de ene levenscyclus - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] O Vader, omdat mijn tong door de buitengewoon grote liefde in mijn hart voor U in het geheel niet bij machte is zich te bewegen om te bidden of om Uw muon te roemen, daar al mijn kracht zich in mijn hart in de liefde tot U heeft verenigd, vergeef me daarom reeds bij Voorbaat; want mijn verhaal zal zeker ontzettend stuntelig uitvallen!
Hoofdstuk 70: Juribaëls woorden over de grootsheid van de mens als kind van God. Het visioen van Juribaël: de talloze, eindeloos groeiende kringen van de ene levenscyclus - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] En ik verstond dit waaien. Het openbaarde zich als een goed verstaanbaar woord in mij; en daarom verstond ik dat waaien.
Hoofdstuk 70: Juribaëls woorden over de grootsheid van de mens als kind van God. Het visioen van Juribaël: de talloze, eindeloos groeiende kringen van de ene levenscyclus - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Maar de Vader boog Zich over hem heen en hief hem op en drukte hem aan Zijn heilige borst, opdat hij daar het ware, eeuwige leven in kon ademen uit dezelfde oerbron van al het leven, waaruit alle eindeloze eeuwigheden hun zijn en hun leven gezogen hebben en ook eeuwig zullen zuigen.
Hoofdstuk 71: De verklaring van het door Juribaël geschouwde door Abedam de hoge. Het levensgeheim van de deemoed en de liefde tot God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Maar ook dit duurde niet lang. Want heel snel loste de kring zich op in eindeloos vele kringen, die zich aldoor achter elkaar aaneen sloten en steeds groter en groter werden en steeds helderder straalden. En ik zag in het midden van iedere kring mijzelf steeds luisterrijker, stralender en groter en krachtiger en in een eindeloze diepe diepte, waar geen eind kwam aan de steeds groter, ja eindeloos groter wordende kringen, zag ik een onmetelijk groot en helder licht; en toen ik intenser en scherper naar het licht tuurde, zag ik opeens dat U, o heilige Vader, in het licht dat licht Zelf was!
Hoofdstuk 70: Juribaëls woorden over de grootsheid van de mens als kind van God. Het visioen van Juribaël: de talloze, eindeloos groeiende kringen van de ene levenscyclus - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Zie, dat is de eeuwig stralende ring in je hart, dat je nu leeft vanuit Mijn liefde in je! Want Mijn liefde in het hart van Mijn kinderen is een kring, die zich steeds verveelvoudigt en tot in het eindeloze vergroot; en die kringen die ontstaan zijn door deze eeuwige verveelvoudiging van die ene kring, hangen aan elkaar als de schakels van een ketting of als de windingen van een slakkenhuis, waar iedere winding groter wordt en ruimer en vrijer en niet iedere winding dichter en dichter, en steeds dichter de grote uitmonding in de eeuwige, oneindige ruimte nadert; dat is in de geest de allerhoogste volmaakte genieting van Mijn eeuwige, oneindige vaderliefde en alle genade en wijsheid vanuit die liefde.
Hoofdstuk 71: De verklaring van het door Juribaël geschouwde door Abedam de hoge. Het levensgeheim van de deemoed en de liefde tot God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] En als daarin toch enige liefde heerst, dan is het toch alleen maar een geroofde liefde, die de een of andere dief zich toegeëigend heeft en hij leeft dan vanuit die geroofde liefde, welke je reinste eigenliefde is.
Hoofdstuk 71: De verklaring van het door Juribaël geschouwde door Abedam de hoge. Het levensgeheim van de deemoed en de liefde tot God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  680 - 681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690 - 691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705  ...