Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 693 van 1490

...  681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690 - 691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706  ...
[7] Wat verstaan zulke lezers dan onder eenvoud? Ik ben de mening toegedaan, dat een geschrift dat zo geschreven is, dat zelfs kinderen, als ze slechts enige vaardigheid in het lezen hebben en in staat zijn aan iets meer dan aan het abc en de tafel van één te denken het heel goed zouden kunnen begrijpen, toch met recht geen gebrek moet hebben aan een zekere eenvoud, ondanks de voor het beperkte menselijke inzicht heel noodzakelijke mysterieuze volheid en diepte waarmee het is geschreven. De eenvoud van een geschrift wordt echter nooit bepaald door beeldspraak en taal, maar enkel en alleen door het gemakkelijke begrip van een toch zo eenvoudig hart en door het moeiteloos de weg vinden in zo'n geschrift; maar al het overige - zoals: een oude onbeholpen taal en vele duizenden jaren oude gelijkenissen - is net zo min eenvoudig als het wereldse verstand van de wereldse wijzen. Maar wat over de vereiste rust, het beleid en de vereiste diepgang van de gehele wereldbeschouwing opgemerkt is, is allemaal in het voor ons liggende werk des te meer voorhanden naarmate het kritische wereldse verstand dat meent te missen; want dat wat rust geeft aan het hart, moet toch zelf rust in overvloed hebben. Aan het verstand kan het weliswaar geen rust geven, omdat dat niet in staat is om rust op te nemen en vandaar in een geschrift evenmin enige rust kan vinden als een rivier, zolang die nog niet de diepste diepte van de zee bereikt heeft. Als het verstand van de wereldse wijzen zich echter verdeemoedigt en van zijn vermeende hoogte tot in het zo eenvoudige levenskamertje in zijn hart zou kunnen afdalen, zou hij vanuit deze rust ook in het voor ons liggende boek de gemiste rust en een grote omzichtigheid, juist in deze rust, vinden. Maar zolang het verstand als een weerhaan op de torenspits van wereldse wijsheid voortdurend door allerlei winden van twijfel naar alle richtingen heen en weer gedraaid wordt, kan het waarschijnlijk nergens de rust vinden die het vanuit zichzelf niet heeft en ook niet de aangeleerde omzichtigheid die het op zijn winderige hoogte geniet.
Hoofdstuk 0: Voorwoord door de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Zeg heel letterlijk en zonder schroom aan de ambtenaren en heren van de wereld, dat hun ambten niet hoger staan dan de ambten in Mijn rijk. Maar ieder ambt dat in strijd is met Mijn ambt zal Ik binnenkort vernietigen; wee degenen die het uitoefenen! Want Ik ben de Allerhoogste; Mijn wet is eeuwig, zoals Ik eeuwig ben en dat eeuwig zal blijven, zoals Ik eeuwig blijf. De motten die aan Mijn wet willen knagen en weer wetten uit hun uitwerpselen maken om Mijn gebod uit te roeien, over hen zal dat gebod met groot gewicht en zwaarte heen walsen en hen vernietigen, als hadden zij nooit bestaan. Ieder die tegen Mijn geboden zondigt, kan worden vergeven als hij zich verbetert, zijn fout inziet en berouwt en zich dan tot Mij wendt en in Mij blijft en Ik in hem; wie echter Mijn wet wil ondergraven, zal erdoor terneergedrukt worden en hij zal in eeuwigheid niet meer verder bestaan. Alle wereldse wetten ondergraven Mijn gebod als zij niet vanuit Mijn liefde zijn gegeven door mannen die door Mijn geest zijn onderwezen. Wee de tirannen, wee de despoten die heersen omwille van de troon, de macht en het aanzien; want er mankeert nog slechts één ding aan hun tijdspanne en dan zullen zij de macht der zwakken ondervinden! De grond is van Mij en het veld is van Mij; dit zegt de waarachtige, de eeuwige God van liefde en wijsheid en deelt dit mee aan iemand die dwaas is in de ogen der wijzen van deze wereld. Amen. Ik Jehova, Amen.
Hoofdstuk 2: De geboden van de Heer aan de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] Wee echter degenen die Mijn vaderlijke straffen miskennen en verkeerd uitleggen! Ik zeg nog eenmaal: wee hen! Deze zal de Vader verstoten en dan zullen zij met hun eeuwig onverbiddelijke God te maken hebben. Dat zeg Ik tegen jou als een slechte, luie knecht. Amen. Ik, Jehova, Amen.
Hoofdstuk 3: De Heer als Vader van Zijn kinderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Zo sprak de Heer tot mij en in mij voor iedereen, en dat is waar, gewis en getrouw: Mijn genade is een rijke schat; wie deze ten deel valt, zal nooit te eniger tijd, noch in der eeuwigheid, aan iets gebrek hebben. Daarom moet iedereen zijn best doen, zich deze in ieder geval meteen eigen te maken; want Ik geef haar aan iedereen die ze maar hebben wil.
Hoofdstuk 4: De ware kerk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[22] En zie, de Liefde werd ontroerd tot in haar binnenste en de eerste traan vloeide uit het oog van de eeuwige Liefde, en deze traan vloeide uit het hart van de Godheid en heette en heet en zal eeuwig heten: ERBARMING.
Hoofdstuk 5: Het geheim van de schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[23] Deze traan werd tot grote wateren, en de wateren stortten zich uit in alle ruimten van de oneindigheid en stortten zich uit in het diepste aller diepten van de toorn van de Godheid en temperden het vuur van Gods toorn.
Hoofdstuk 5: Het geheim van de schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[26] En zie nu: van deze laatste druppel werd de aarde geschapen, die jij en je broeders bewonen! En van de andere druppels werden allerlei soorten zonnen, aarden en manen geschapen, wier aantal geen einde heeft; en zie, zo ontstonden de hemel, die je ziet met zijn sterren, de zon, de maan en de aarde, die je ziet met de zeeën en het vaste land!
Hoofdstuk 5: Het geheim van de schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Zie, Ik wil hen (dat wil zeggen: jouw vrienden en broeders) je allen bij naam noemen: Hl B VI T Z L G D Z G *. (* De verklaring van deze tien letters staat aan het einde van dit boek ) Zij zullen allen Mijn vaderlijke groet ontvangen en vandaag nog, als ze dat willen, zullen de poorten van de hemel, dat zijn de ogen van hun geest, voor hen geopend worden en Ik wil nog heden in hun harten wonen. Slechts één ding moeten zij nog met volharding doen, namelijk, zij moeten hun vlees schoon wassen aan de bron waarin het levende water is en zij moeten een stok nemen die voor de helft zwart en voor de helft wit is; hiervan moeten zij de helft afbreken en het zwarte stuk moeten zij de wereld voor de voeten gooien en het witte stuk voor zichzelf houden als teken dat zij voor altijd met de wereld en met haar vlees gebroken hebben.
Hoofdstuk 3: De Heer als Vader van Zijn kinderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[27] En zie nu verder en sla je ogen op en je zult de wonderen van de eeuwige Liefde begrijpen! Altijd zie je de luister van de zon, het licht van de maan en het geschitter en geflonker van de sterren in hun veelvuldige constellaties, die jullie sterrenbeelden noemen; je ziet ook de meest verschillende formaties in alle drie de rijken van de natuurlijke aarde; maar tot nu toe heeft nog niemand doorgrond en goed begrepen wat de glans van de zon is en vanwaar deze komt en hoe die aan haar werd verleend, en het lichten van de maan en het geschitter van de sterren en hun geflonker en hun veelvuldige constellaties, en alle vormgevingen op de aarde.
Hoofdstuk 5: Het geheim van de schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[29] Nu zie: toen al de zonnen met hun aarden door de macht van de erbarmende liefde van de eeuwige en oneindige God ontstonden, hadden zij nog geen luister, geen schijnsel, geen geschitter en geen geflonker, want er heerste nog diepe nacht op de ontstane zonnen en aarden en manen; maar in het centrum van de zonnen liet de eeuwige Liefde een kleine genadevonk zinken en deze vonk doorgloeide sneller dan een krachtige bliksemflits de duistere massa's en zie, zij verlichtten de aarden met grote luister, zoals zij ze op dit uur nog verlichten en zullen blijven verlichten, zolang de genadevonk niet aan hen onttrokken wordt.
Hoofdstuk 5: Het geheim van de schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[36] Deze liefde zal vele vruchten voortbrengen en zal zich verheffen tot het licht van de genade en zal met onafgewende blik de onmetelijke diepten van de Godheid zien net als de polen, die in de oneindige ruimten van de scheppingen van Gods liefde kijken en met wijd open ogen de tedere stralen in zich opzuigen uit alle niet te meten oneindige ruimten, waarin de talloze wezens van de erbarming rondcirkelen, ieder op zijn eigen wijze, en daardoor van verrukking en zalige vreugde in hun liefde tot de liefde en voor de liefde ontbranden en als een zon zelf lichtend worden zoals het licht van de polen van de aarde.
Hoofdstuk 5: Het geheim van de schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[34] Zie, aldus is de beweging aan de aarden om hun zonnen en om hun middelpunt door de ademtocht van de erbarmende liefde gegeven als teken, dat de kinderen al hun daden zullen richten naar de beweging van de aarden om de zonnen en van de manen om hun aarden, en dan zullen de zwakken zijn als de manen en zullen de sterken zijn als de aarde en zullen de wedergeborenen zijn als de zon. En de zwakken zullen de kracht van de liefde, die ze nimmer laat vallen, doorschouwen wanneer zij zich evenals de manen onafgebroken naar het aangezicht van de liefde wenden en deze in alle richtingen in kleine banen omcirkelen, maar toch ook door haar kracht in de grote baan worden meegetrokken. En de sterken zullen zijn als de aarde, zelfstandig draaiend, om voortdurend bereid te zijn voor de ontvangst van het licht en de warmte uit de genade van de liefde, die doorlicht en verwarmend verlevendigt door de kracht die in haar is, opdat zij vruchten van allerlei aard uit de werken van de liefde mogen voortbrengen, waaraan de zwakken zich mogen verzadigen en de geborenen zich mogen versterken en de wedergeborenen zich mogen verlustigen. En de wedergeborenen uit de wateren van de erbarmende Liefde, waarin de genade volmaakt is, zullen zijn als de zon en hun licht zal overal schijnen, en hun warmte zal de zwakken verlevendigen en zal de sterken bevruchten tot voedsel voor de zwakken, zodat er één gemeenschap zal zijn van kinderen van een en dezelfde Vader.
Hoofdstuk 5: Het geheim van de schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[35] En zie, je moet nog dieper schouwen, hoe en waarom Ik alles zo geregeld heb! Zie, de maan heeft vlekken en vele donkere plekken en de aarde heeft koude, maar vaste polen en heeft hoge bergen en heeft diepe dalen en heeft bronnen, beken, rivieren, stromen, zeeën en kleine en grote meren; en de zon heeft vlekken, grote en kleine. Nu zie, dit alles zijn uitwerkingen van de liefde en van de genade, ofwel van de daarmee overeenkomende warmte en van het licht, hetgeen allemaal de eeuwige Liefde is en de macht van de Godheid door Haar. Kijk daarom naar de zwakken en naar de maan, hoe zij op elkaar lijken en haar wezen wordt je verklaard; overdenk al het doen en laten van de sterken en voor je ogen zal de aarde ontsluierd liggen; en van de ene pool tot aan de andere moet de onbeweeglijke rust van de geest in de liefde tot de liefde aanwezig zijn, zodat alles wat de geest omringt in een vaste ordening kan bewegen en daardoor voor het gemeenschappelijke doel van de eeuwige instandhouding bezig kan zijn. Want zie, alles hangt van rust af; zonder deze kan niets bereikt worden en wie niet is als de polen van de aarde, die dringt niet door tot in zijn binnenste, zoals de verbindingslijn tussen de polen het middelpunt van de aarde doorsnijdt. En je liefde moet koud zijn als het ijs op de polen, zodat je in staat bent alle warmte van de goddelijke liefde op te nemen. Want zie, wat warm is, is niet geschikt voor het opnemen van warmte; maar wat koud is in zijn rust, dat is in staat warmte in overvloed op te nemen en het uit te laten stromen in alle delen van het leven. Want zie, wie de warmte, die Gods liefde is, in zich opneemt en die in zich vasthoudt en haar niet verder laat stromen, is een vrek en zijn binnenste zal opgelost worden en hij zal zichzelf vernietigen als het ijs bij het vuur; wie haar echter ontvangt zoals de polen en haar meteen weer doorgeeft aan allen die dichtbij en veraf zijn, bij hem is de goddelijke liefde op de juiste plaats en hij beantwoordt aan de wil van de grote en heilige Gever.
Hoofdstuk 5: Het geheim van de schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Zie nu, Ik zal jullie de organische schepping tonen van het begin tot het einde en van het kleinste tot het grootste, zoals Ik deze gemaakt heb vanuit Mijn liefde en vanuit Mijn wijsheid en vanuit de eeuwige ordening uit die beiden, wat het woord is van de eeuwige macht en kracht in het meest innerlijke van de Godheid. En zie, er is niets in alle ruimten van de oneindigheid, noch iets groots noch iets kleins dat niet daardoor gemaakt zou zijn!
Hoofdstuk 7: De oertijd van aarde en maan. De schepping van Adam en Eva - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Verhef nu je blik van de aarde naar de zon, die een getrouw beeld is van de wedergeborenen! Kijk goed en je zult spoedig gewaarworden, dat er zich menigmaal vlekken op haar evenaar bevinden. Zie, volgens de natuurlijke uitleg van de verschijnselen, zoals jullie dat noemen, zijn dat uitbarstingen vanuit haar binnenste net als vuurspuwende vulkanen op aarde en zijn het overeenkomstige uitbraken van de woede van de Godheid en kleine blijken van Haar alles vernietigende macht, die volgens de natuurwetten zich altijd door grote of kleine onweersbuien, afhankelijk van de grootte van de vlekken, op de aarden plaatselijk kenbaar maakt; maar dan wordt de Liefde des te werkzamer en verzacht alles weer met de wateren van erbarming, en op de zon met de grote stroomvloeden uit de oeverloze zee van Haar erbarmende genade. En zie, zo wordt alles weer tot de juiste orde teruggebracht en buiten deze ordening, waarin Ik vanaf de eeuwigheid der eeuwigheden de eeuwige Liefde Zelf ben en waaruit en waarin alles wat bestaat werd gemaakt, kan niets bestaan noch ontstaan; en wie gezien zijn vrijheid, uit deze ordening treedt, die handelt tegen de liefde en tegen het leven en zal voor eeuwig te gronde gaan.
Hoofdstuk 6: De analogie van het gesternte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  681 - 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690 - 691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706  ...