Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 694 van 1088

...  682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690 - 691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707  ...
[18] Kijk, nu komt er onmiddellijk een engel naar hem toe die zegt: 'Vriend, in deze toestand zul je net zolang blijven, tot de laatste druppel van jouw hoogmoed uit jezelf verwijderd zal zijn en jij daardoor de laatste bloeddruppel hebt betaald van het bloed dat jij bij vele duizenden van jouw broeders hebt vergoten! Gooi al je veldheersinsignes van je af, dan zul je vaste grond, meer licht en ook gezelschap krijgen -maar hoed je voor mensen van jouw soort, anders ben je verloren! Wend je vooral tot de Heer, dan zal je weg kort en gemakkelijk zijn,amen. ­
Hoofdstuk 7: De overgang van een veldheer - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[13] Ben ik soms een slaapwandelaar? Droom ik misschien, of zou ik soms echt gestorven zijn? Ach, dit is toch een vervloekt domme toestand! Weliswaar ben ik nu heel gezond en voel geen pijn, en ik herinner mij iedere kleinigheid van mijn leven. Ik was toch heel erg ziek; ik heb die domme artsen de waarheid gezegd en die twee huichelaars naar de duivel gejaagd en heb in mijn opwinding ook, natuurlijk door de al te hevige pijn, de Schepper een paar fikse grofheden voor de voeten gegooid -dat herinner ik mij allemaal heel goed! Ook weet ik, dat ik heel boos was en iedereen van woede had kun­nen verscheuren. Maar nu is alles verdwenen. Het zou wel in orde zijn, als ik maar wist waar ik nu eigenlijk ben en wat er met mij gebeurd is.
Hoofdstuk 7: De overgang van een veldheer - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[7] Kijk, na deze geweldige uitbarsting van onze opperveldheer maken de twee monniken zich snel uit de voeten; de artsen halen steeds heftiger hun schouders op en de patiënt valt stil en begint te rochelen, terwijl hij zijn gezicht afgrijselijk ver­trekt. Omdat hier bij de patiënt niets meer waar te nemen valt, begeven wij ons direct naar de geestenwereld en zullen daar heel kort gadeslaan, hoe onze held de geestenwereld bin­nentreedt. ­
Hoofdstuk 7: De overgang van een veldheer - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[4] Kijk nu eens naar de zieke, hoe dapper hij zich houdt! Maar deze dapperheid is maar schijn, want inwendig zou onze held wel kunnen vergaan van angst en vertwijfeling, en daarbij ver­vloekt hij de zeer pijnlijke ziekte zoals een huzaar zijn paard als het hem niet wil gehoorzamen. -Het is toch een wonder­lijke toestand: daar bidden monniken, weliswaar met een godsvrucht die ver te zoeken is, en waar heimelijk ook nog een helemaal tegenovergestelde wens mee verbonden is Propter certum quoniam* (* vanwege een bepaalde zaak), maar het blijft toch vreemd dat hij, voor wie tenminste nog 'voor het oog' gebeden wordt, vloekt dat het een schande is!
Hoofdstuk 7: De overgang van een veldheer - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[10] Maar wat zal deze treurende engel hier nu doen? Kijk, hij gaat naar het meisje toe, dat ook in de geestenwereld als een lijk zichtbaar is. Nu is hij bij haar en zegt: 'O, jij dwaas wezen! Wat moet ik bij jou nu opwekken, aangezien alles aan jou dood is, waar ik ook kijk! O Heer, zie genadig op haar neer! Hier is de kracht die U mij verleend hebt niet toereikend; strek daarom Uw almachtige hand uit en doe met deze dwaze vrouw naar Uw welbehagen!'
Hoofdstuk 6: Het plotselinge einde van een wuft meisje - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[8] Hier in dit geval zullen wij in de geestenwereld niet veel van belang te zien krijgen; maar desondanks moeten jullie zien, hoe dergelijke overgangen naar de geestenwereld er uitzien.
Hoofdstuk 6: Het plotselinge einde van een wuft meisje - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[7] Iedereen huilde en weeklaagde luid. De ouders en de rid­derlijke aap van een aanbidder trokken zich van wanhoop de haren uit het hoofd. Anderen vervloekten zo'n noodlot en weer anderen beklaagden de ongelukkige. Velen verlieten de danszaal en namen een heilzame schrik mee naar huis, die natuurlijk niet meer uitwerking had dan bij mussen die door een geweerschot van het dak gejaagd worden.
Hoofdstuk 6: Het plotselinge einde van een wuft meisje - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[6] Een aanstaand arts gaat naar het ziekbed toe; hij wil de pols voelen en vraagt de patiënt kalm te zijn. Maar de voorname patiënt richt zich op en zegt: 'Kom maar eens hier, slechte hond van een arts, dan kan ik mijn woede op jou koelen! Loop naar alle duivels! Wil je mij misschien weer met opium martelen? Zie eens hoe slim dit canaille is. Als ze niets meer weten, komen ze direct met opium, zodat je inslaapt en zij zodoende een paar uur lang terechte verwijten ontlopen die ze heel erg verdienen, terwijl ze braaf in hun vuistje lachen en al uitrekenen hoeveel ieder van hen na mijn dood zal kunnen vragen! Hahaha, niet waar? Ik doorzie jullie plannen! Weg dus met jullie, slechte honden, anders breng ik jullie met mijn laatste krachten nog om jullie afschuwelijke loederleven! –Hé wat zie ik daar in het zijvertrek dan voor twee zwartrokken? Wat doen die daar? Ik geloof zelfs dat ze voor mijn ziel bid­den! Wie heeft ze daarvoor geroepen? -Eruit met hen, anders sta ik op en schiet ik ze als honden neer!' ­
Hoofdstuk 7: De overgang van een veldheer - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[3] Een jong, qua lichaam buitengewoon bevallig meisje van negentien jaar werd uitgenodigd voor een voornaam gezel­schapsbal, welke uitnodiging zij natuurlijk met toestemming van haar ouders heel bereidwillig aannam. Onmiddellijk wer­den de modewinkels grondig doorzocht, waar gelukkig onder duizend artikelen toch nog één artikel te vinden was dat onze uitgenodigde schone beviel. Nu ging het naar de belangrijkste modekleermaker met de bedoeling de jurk niet alleen volgens de laatste Parijse of Londense, maar zo mogelijk volgens de laatste Madrileense of New Yorkse mode te laten maken. Want op zo'n stralend bal moest men toch met iets buitenge­woons verschijnen, om daarmee groot opzien te baren en als een uitzonderlijke verschijning beschouwd te worden!
Hoofdstuk 6: Het plotselinge einde van een wuft meisje - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[10] Zie, daar is zijn bed, net zoals op de wereld! Nog steeds ligt hij er op dezelfde manier in. Maar tegelijkertijd zien jullie bij zijn bed maar één engel staan met een brandende fakkel in zijn hand, om met de geestelijke vlam ervan de laatste drup­pels levenssap van de dandy te vernietigen!
Hoofdstuk 5: De vroege dood van een bon-vivant - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[12] Hij (de engel) zal bij deze mens ook niets zeggen, maar hem alleen met zijn fakkel vanuit de natuurlijke wereld naar de geestelijke wereld overbranden; dat is wat er gewoonlijk met deze mensen gebeurt en ook moet gebeuren, omdat zij ronder die laatste genadige ingreep hun hele bestaan zouden verlie­zen.
Hoofdstuk 5: De vroege dood van een bon-vivant - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[9] Kijk, zo verloopt dikwijls het einde van zulke woestelingen op aarde. En omdat wij aan deze zijde ook niets meer te bekij­ken hebben, omdat de dood ieder moment kan intreden, zul­len wij ons direct naar gene zijde wenden en zien hoe onze 'man' daar zal binnenkomen.
Hoofdstuk 5: De vroege dood van een bon-vivant - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[8] Kijk eens naar het bed, hoe hij zich kromt en krimpt en naar lucht en water snakt; maar hij krijgt niets meer naar bin­nen, omdat al zijn slikspieren uitgedroogd zijn en niet meer in staat zijn om ook maar één druppel water naar zijn maag te brengen. Zijn adem is kort en heel pijnlijk, omdat de longen al vrijwel helemaal verdroogd zijn. Ook zijn stem is helemaal gebarsten; alleen korte, krachteloze halve woorden kan hij nog onder grote pijn uitstoten, en daarbij lijkt de klank op die van een slechte fagot in de handen van een leerling. Hij zou nog wel als een dandy willen vloeken en tenslotte ook nog wel enkele geleerde frasen uit Voltaire of Sir Walter Scott willen stamelen; maar de algehele uitdroging staat dat niet toe, en de hevige pijnen in alle verborgen levenshoekjes geven hem ook de tijd niet om zijn gedachten nog een keer voor dat doel op één punt te concentreren. Vandaar dat hij daar stom en roche­lend ligt, alleen af en toe stoot hij een schrille, krakende fagot­klank uit zijn volkomen uitgedroogde keel.
Hoofdstuk 5: De vroege dood van een bon-vivant - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[6] Er valt bij deze man aan deze zijde dus niet veel meer te zien en te horen; daarom zullen we ons ook direct naar de gees­tenwereld begeven om te zien hoe onze man er daar aan toe is, wat hij doet en waar hij zich heen wendt.
Hoofdstuk 4: Het laatste uur van een rijk man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[38] Jezus zegt: 'Jouw weg naar God zal niet lang zijn, als je hem direct wilt betreden; maar als je eerst jouw sterren grondig wilt onderzoeken, zul je een lange weg te gaan hebben. Kies nu, wat je het liefste wilt!'
Hoofdstuk 3: Een geleerde neemt afscheid van deze wereld - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
...  682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690 - 691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707  ...