Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 694 van 1112

...  682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690 - 691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707  ...
[1] Na deze uitleg door Abedam voelde Thuarim grote vreugde in zijn hart en wist zich van louter liefde geen raad, zo zelfs, dat hij de hand van Abedam niet meer los wilde laten.
Hoofdstuk 77: Leidraad tot het vinden van het levende woord. De gelijkenis van het meisje en haar minnaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] En Abedam zei tegen hem, omdat hij Zich door die liefde niet van Hem los kon maken: 'Thuarim, je hebt me waarachtig stevig vastgepakt zowel met je hart als met je handen en je bent daardoor alweer tot een nieuwe profeet verheven!
Hoofdstuk 77: Leidraad tot het vinden van het levende woord. De gelijkenis van het meisje en haar minnaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Bij degene die deze niet minstens één keer in dit aardse droomleven zal hebben gehoord, heeft het leven zich nog niet aangemeld en hij schommelt nog sterk tussen leven en dood.
Hoofdstuk 77: Leidraad tot het vinden van het levende woord. De gelijkenis van het meisje en haar minnaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Degene die zich daar zal bevinden, heeft de zin van Mijn bedoeling levend in zichzelf gevonden.
Hoofdstuk 77: Leidraad tot het vinden van het levende woord. De gelijkenis van het meisje en haar minnaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Na deze woorden liet Abedam naar het uiterlijk Thuarim gaan, maar niet innerlijk; en Thuarim bijna geheel verzonken in zijn liefde en dank, liet dus wel naar het uiterlijk de hand van Abedam los, maar juist daarom klemde hij zich in zijn hart des te krampachtiger daaraan vast en ging toen in die levendi ge-moedstoestand enige schreden achteruit en wel net als Sehel rugwaarts, opdat hij maar geen oog af hoefde te wenden van Degene van wie zijn hart nu herkend had, dat Hij heilig, heilig, heilig is en vervuld van de allergrootste vaderliefde.
Hoofdstuk 78: Het visioen van de reus Rudomin. De grootsheid van de mens als kind van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Ondanks deze verlegenheid straalde zijn hele gestalte toch een echt manlijke rust en bescheiden verhevenheid uit, welke zich bij geen van de anderen zo sterk, dat wil zeggen zo duidelijk zichtbaar geuit had als juist bij Rudomin, omdat hij wat betreft zijn lichaamsgrootte alle kinderen, Adam inbegrepen, verre overtrof, daar hij een reus was van zestien span groot en verder, wat al zijn spieren en zenuwen betrof, buitengewoon sterk was.
Hoofdstuk 78: Het visioen van de reus Rudomin. De grootsheid van de mens als kind van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] En ik handelde volgens dat woord. Maar toen ik dat deed, zie, daar begon het stofje meteen uit te dijen over mijn kleinste vinger en het splitste zich in talloze stofatomen; de atomen groeiden uit tot zonnen, werelden en manen en flitsten van mijn hand in de eindeloze diepten der diepten en vulden de oneindige, voordien lege ruimten met licht en wezens!
Hoofdstuk 78: Het visioen van de reus Rudomin. De grootsheid van de mens als kind van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Dat deed hij dan ook, omdat hij inzag dat er mij veel aan gelegen was omwille van de vrede en de rustige huiselijke orde. Hij nam zich wel een vrouw, maar wat zijn nakomelingen betreft heeft hij in tachtig jaar niet meer dan drie kinderen verwekt.
Hoofdstuk 79: De geheime opvoeding van Rudomin tot protect. De grootsheid van het geestelijke in de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Toen Abedam deze woorden van Henoch had gehoord, wendde Hij Zich tot hem en zei: 'Mijn lieve Henoch, zie, voor de wereld had jij geen andere zorg meer dan alleen deze en je bezorgdheid was gerechtvaardigd, omdat je bezorgd was uit liefde tot Mij; maar hier zeg Ik je, dat je bezorgdheid al heel lang voor niets was, omdat je je zorgen maakte vanwege de mogelijke onbetrouwbaarheid van je zoon.
Hoofdstuk 79: De geheime opvoeding van Rudomin tot protect. De grootsheid van het geestelijke in de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Verder maakte hij als gevolg van Mijn scholing van een zandkorreltje een hele wereld, zoals hij nu in zijn visioen de gehele schepping uit het meest nietige stofje maakt. Zie, daardoor liet hij lien wat voor wezens de mensen eigenlijk zijn en dat de gelijkenis van de mensen met God in hun hart rust, ten gevolge waarvan de mens in staat is grotere dingen tot stand te brengen, dan alleen maar de dingen aan te gapen en wanneer hij zich er genoeg aan vergaapt heeft ten slotte uit te roepen: 'Maar dat is toch mooi en wonderbaarlijk!' en er daarmee dan ook een einde gekomen is aan de omvang van zijn gemoedsbeweging.
Hoofdstuk 79: De geheime opvoeding van Rudomin tot protect. De grootsheid van het geestelijke in de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[26] Waarlijk, Ik zeg jullie, reeds de traan van een nog maar pas geboren kind bergt iets in zich dat groter is dan een centrale zon!
Hoofdstuk 79: De geheime opvoeding van Rudomin tot protect. De grootsheid van het geestelijke in de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Abedam wendde Zich daarop tot Rudomin en richtte de volgende woorden tot hem:
Hoofdstuk 80: De mensen als kinderen van God, als goden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Als de vader echter een God is, dan zullen zijn kinderen toch geen honden, katten, ossen, koeien, kalveren, ezels of iets dergelijks zijn, maar datgene wat hun vader is en zij zullen ook daar zijn en werken waar Hij zich bevindt en werkzaam is!
Hoofdstuk 80: De mensen als kinderen van God, als goden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[27] Opdat je deze grootste en heiligste aller waarheden nog dieper zult kunnen doorgronden, willen wij nu Horedon nog ondervragen en goed horen en zien, wat hij in zich geschouwd en vernomen heeft! Amen.'
Hoofdstuk 80: De mensen als kinderen van God, als goden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Maar desondanks riep Abedam Horedon bij Zich, en wel met de volgende woorden: 'Horedon, als je ogen je nu niet meer goed van dienst zijn, volg dan alleen Mijn stem en vertoon je aan ons; want in de toekomst zul je altijd alleen de stem moeten volgen, omdat je Mij nog zeer dikwijls in jezelf zult horen, maar Mij op de aarde verder niet meer zult zien als de tijd van Mijn huidige aanwezigheid hier is afgelopen!' Horedon verliet weliswaar onmiddellijk zijn plaats en begaf zich naar Abedam, maar omdat Diens stem zich niet voortdurend liet horen dwaalde hij enige tijd tussen de vaderen rond en kon hij niet op de plaats komen waar Abedam zich bevond.
Hoofdstuk 81: De oproep aan Horedon om zijn visioen bekend te maken - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690 - 691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707  ...