15542 resultaten - Pagina 694 van 1037
... 682 - 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690 - 691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 ...
[1] En Thubalkaïn ging nu met blij gemoed naar zijn vader Lamech, knielde daar neer, overdacht zijn gehele vroegere handel en wandel en bad daarna vol berouw tot de nu door hem erkende enig ware God om vergeving voor alles wat hij tegen de duidelijke vermaningen van zijn hart in gedaan had.Hoofdstuk 198: Lamechs woorden over de overwinning en zijn deemoedige bekentenis. Kisehels beantwoording - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Na deze woorden ging Kisehel naar Lamech toe, omarmde hem en zei toen tegen hem:
Hoofdstuk 198: Lamechs woorden over de overwinning en zijn deemoedige bekentenis. Kisehels beantwoording - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Als je doorgaat zoals je nu bent begonnen, dan kun je er zeker van zijn dat de al zo lang bestaande grenzen tussen de hoogte en de laagte verdwijnen, en dan kan het gebeuren dat het de heilige Vader welgevallig zal zijn ook naar jullie de door Hem Zelf aangestelde hogepriester Henoch te zenden, om jullie de weg van de liefde te leren gaan!
Hoofdstuk 198: Lamechs woorden over de overwinning en zijn deemoedige bekentenis. Kisehels beantwoording - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Broeder, ik zeg je uit naam van Hem die ons allen naar jou toe heeft gestuurd: Wanneer de tempel klaar zal zijn, dan zullen jij en je zoon Thubalkaïn in ons midden de heilige hoogten betreden, waar je het ware leven voor jou e je hele volk pas in heel zijn volheid zult leren kennen en je geheel eigen zult maken! Volhard erin dat de wil van de Heer tic enige voor jou blijft. Hiermee heb je nu ook door mij de wil van de Heer vernomen, die je daarmee het volgende antwoord geeft:
Hoofdstuk 198: Lamechs woorden over de overwinning en zijn deemoedige bekentenis. Kisehels beantwoording - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] De bergen zullen dan weer worden versperd en geen van jullie zal ooit de ware Naëhme te zien krijgen; de bouw van de tempel zal niet doorgaan en die meer dan heilige tafel daar wordt meteen door mijzelf uit dit huis gehaald en meegenomen naar de hoogte!
Hoofdstuk 200: De ontmaskering van de valse Naëhme - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Hier greep Lamech Thubalkaïn bij de hand, nam hem iets terzijde en zei tegen hem: 'Luister, lieve zoon! Waarlijk, Mij komt deze Naëhme enigszins merkwaardig voor! Want zij heeft tot nu toe mij noch jou aangekeken; maar zoals zij door de deur naar binnen is gestormd en voor ons is neergevallen, zo hurkt zij jammerend nog op de vloer!
Hoofdstuk 200: De ontmaskering van de valse Naëhme - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] En beiden gingen weer naar Naëhme toe. Toen zij bij haar aankwamen boog Lamech zich diep voorover naar Naëhme, raakte haar met zijn vingers aan en zei tegen haar:
Hoofdstuk 200: De ontmaskering van de valse Naëhme - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] 'Naëhme, als je werkelijk mijn dochter bent, sta dan op van de grond en toon me je gezicht! Ga dan naar de troon en haal voor mij die lichtende tafel; geef die aan mij, - en alle macht van die bergtovenaars is gebroken!
Hoofdstuk 200: De ontmaskering van de valse Naëhme - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] Toch zei Lamech tegen haar: 'Aan je gezicht herken ik je niet; maar ga naar de troon en doe hetgeen ik je vroeg, dan zal ik je aan je wil herkennen!'
Hoofdstuk 200: De ontmaskering van de valse Naëhme - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] En nu gaan wij naar de eetzaal, want het maal is reeds geheel bereid.
Hoofdstuk 201: Kisehels woorden over broederschap en het gelijke aanzien onder de mensen. Over het ware koningschap - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] En daarop begaven allen zich naar de eetzaal. Toen zij daar aankwamen was alles feestelijk versierd. Op negen ronde tafels, met mooi vlechtwerk getooid, stonden sierlijke, goed gevulde spijskorven.
Hoofdstuk 202: Het maal in de eetzaal. Thubalkaïn kiest zijn bruid. De huwelijksvoltrekking - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] En de gasten gingen aan de tafels zitten, dankten en loofden God en aten en dronken welgemoed. Toen zij naar behoefte van de vruchten hadden gegeten, stond Kisehel op, wendde zich tot Thubalkaïn en zei:
Hoofdstuk 202: Het maal in de eetzaal. Thubalkaïn kiest zijn bruid. De huwelijksvoltrekking - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] 'Nu, broeder Thubalkaïn, is zoals afgesproken de beurt aan jou, om uit deze mooie en sierlijk getooide meisjes en vrouwen een bruid en echtgenote naar jouw tevredenheid te kiezen, als je tenminste niet van gedachte bent veranderd!
Hoofdstuk 202: Het maal in de eetzaal. Thubalkaïn kiest zijn bruid. De huwelijksvoltrekking - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Nu stond Thubalkaïn op en ging naar de meisjes, bekeek hen allen goed en vond er één onder hen die hem goed beviel, hij koos haar uit en leidde haar naar Kisehel. Maar toen hij met haar Kisehel naderde, stond de uitverkorene plotseling stil en wilde niet verder gaan.
Hoofdstuk 202: Het maal in de eetzaal. Thubalkaïn kiest zijn bruid. De huwelijksvoltrekking - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] En Thubalkaïn vroeg haar: 'Je hebt je toch door mij laten kiezen. Waarom wil je je dan niet met mij naar de gezant van de almachtige God begeven, opdat hij ons zal zegenen?'
Hoofdstuk 202: Het maal in de eetzaal. Thubalkaïn kiest zijn bruid. De huwelijksvoltrekking - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)