10915 resultaten - Pagina 695 van 728
... 683 - 684 - 685 - 686 - 687 - 688 - 689 - 690 - 691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 ...
[1] Als jullie de dingen van klein tot groot bekijken, hoe ze zijn volgens hun vorm en hun gedegenheid, min of meer op elkaar lijkend en min of meer van dezelfde hoedanigheid, dan is het eerste wat in het oog valt de vorm. Neem je een voorwerp in de hand, dan voel je al snel of het min of meer gedegen is. Neem je twee voorwerpen die dezelfde omvang hebben na elkaar in de hand, dan zal nog een derde verschil merkbaar zijn, namelijk dat van het specifieke gewicht. Als men dan echter de stevigheid van het voorwerp onderzoekt, zal men vaak merken, dat de minder vaste voorwerpen soortelijk zwaarder zijn dan de hele stevige. Zo is kwikzilver veel zwaarder dan een gelijk volume van het hardste staal en er zijn talloze van dergelijke voorbeelden.Hoofdstuk 79: Het magnetische fluïdum - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[24] Wat echter niet Ik is, dat is uit het Ik en omdat het niet hetzelfde is maar slechts door dezelfde is voortgebracht, is het dus ook in dezelfde naast Mij. Je moet je dit 'naast' niet zo voorstellen als een boom naast een andere, dat is helemaal niet juist, omdat een boom altijd alleen maar buiten een andere is. Maar zo is het niet bij de denker en zijn gedachten, omdat de denker de schepper van zijn gedachten is; d.w.z. omdat hij met de mogelijkheden die in hem wonen en de hiermee overeenkomende volkomenheden een doelmatig, ordelijk idee schept en hij dus, als werkende schepper met het uit hem voortkomende idee niet één en hetzelfde is; maar ze zijn als de voortbrenger en het voortgebrachte en daarom naast elkaar. Als jullie hierover wat nadenken, dan zul je dit kleine beetje wijsheid voorzover dit voor ons doel nodig is, wel gemakkelijk begrijpen.
Hoofdstuk 79: Het magnetische fluïdum - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[51] O Laodicenen, zie, dat is uw beeld! - Weet u echter wat de eerlijk menende bruidegom met zulk een hoer zal doen als hij haar huis voorbij gaat en haar schandelijk gedrag ziet?
Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 1 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[7] Daar wij echter van Hem Zelf, de enige Heer van alle heerlijkheid, zulk een evangelie hebben, hoe grote dwazen zouden wij dan moeten zijn indien we ons opnieuw vrijwillig onder het oude harde juk zouden begeven?
Hoofdstuk 2: Hoofdstuk 2 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[9] Ik vraag en bezweer u zelfs: Richt u niet naar iemand die uit eigenmachtige keuze rondloopt in alle nederigheid en algehele vergeestelijking als van de engelen in de hemel, waarvan hij echter nooit iets heeft gezien of gehoord, en die daarom alleen maar opgeblazen is in zijn vleselijke gezindheid,
Hoofdstuk 2: Hoofdstuk 2 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[34] Wanneer echter Christus, die nu uw leven is, zich zal openbaren, dan zult ook u met Hem in heerlijkheid verschijnen!
Hoofdstuk 2: Hoofdstuk 2 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[35] Dood daarom opnieuw uw wereld, die in vele geledingen op aarde is, zoals de leden van uw lichaam, waarmee u bedreven hebt en opnieuw weer wilt bedrijven hoererij, onzuiverheid, schandelijke hartstocht, boze lusten, heb-zucht, jaloezie en gierigheid; uit dat alles bestaat echter steeds de ware afgoderij van de heidenen.
Hoofdstuk 2: Hoofdstuk 2 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[4] Gij dwazen! Welke dienst wilt u dan de Almachtige bewijzen, die hemel en aarde al eerder geschapen heeft dan u door Hem geschapen werd?! Wat bezit u dan wel, wat u niet eerst ontvangen hebt; als u het echter ontvangen hebt, waarom doet u dan alsof u het niet ontvangen zou hebben?!
Hoofdstuk 3: Hoofdstuk 3 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[13] Wilt u echter beslist een God welgevallig huis in uw midden, bouw dan een hospitaal voor zieken, lammen, gebrekkigen, kreupelen, blinden en stommen, en een huis voor arme weduwen en wezen en een huis voor verongelukte vreemdelingen, zonder uitzondering, wie ze ook mogen zijn!
Hoofdstuk 3: Hoofdstuk 3 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[17] Een hart vol liefde echter is voor God, de Heer in Christus de enige Hem welgevallige tempel en is Hem liever dan een wereld vol tempels als die van Salomo, die allemaal dood zijn, terwijl het hart levend is en God en alle broeders kan liefhebben! Bouw dus opnieuw deze tempel geestelijk in u en offer steeds opgewekt hierin de Heer!
Hoofdstuk 3: Hoofdstuk 3 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[28] Hoor nu echter ook gij, vrouwen van Laodicea: de Heer onze God in eeuwigheid wil dat u in Christus de Heer, uw mannen geheel dienstbaar zult zijn; want in de man hebt gij het hoofd van Christus.
Hoofdstuk 3: Hoofdstuk 3 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[29] Gij mannen echter, heb uw vrouwen op de juiste wijze lief en wees niet hard tegen haar; maar maak het met de liefde tot haar niet zo bont dat u daardoor de Heer zou kunnen vergeten - want de liefde tot de Heer moet vrij zijn, dus net alsof u geen vrouw zou hebben.
Hoofdstuk 3: Hoofdstuk 3 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[33] Alles echter wat u voor uw heren verricht, doe dat zo alsof u Christus de Heer dient in alle getrouwheid van uw hart - maar niet alsof u de mens dient -dan zult u ook eens van Hem het loon der heerlijkheid ontvangen.
Hoofdstuk 3: Hoofdstuk 3 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[34] Wie van u echter onrecht aan zijn meester doet, die doet dit ook in gelijke mate aan de Heer; de Heer kijkt er niet naar of iemand heer of knecht is, maar alleen naar het werk en de motivatie daarachter.
Hoofdstuk 3: Hoofdstuk 3 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[37] Laat niet af van het gebed en bid zonder ophouden met dankzegging, - echter niet met de lippen maar in geest en waarheid in alle eenvoud van uw hart en in waarachtige toewijding en liefde tot Christus de Heer!
Hoofdstuk 3: Hoofdstuk 3 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea