Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 699 van 1490

...  687 - 688 - 689 - 690 - 691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712  ...
[12] En zo moesten Kaïn en zijn vrouw voor deze keer vasten. En zie, toen verliet Kaïn met zijn vrouw wenend de woning van Hanoch en vond ook geen enkel medelijdend hart onder al zijn kinderen en kleinkinderen. Hij ging toen op het veld en at daar van de overgebleven vruchten; en omdat er voor hem geen woning neergezet was, overnachtte hij met zijn vrouw onder de vrije hemel.
Hoofdstuk 23: De bevelen van Hanoch, de tiran - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] En als dan zo iemand op de een of andere manier zich een grotere macht kan vergaren, dan stelt hij zich tweemaal zo gruwelijk boven de wetten, of die nu goed of slecht zijn en hij zal ze vernietigen en ongedaan maken tezamen met de liefdeloze wetgever. (N.B. Dat zouden ook alle leiders en wetgevers in deze tijd goed moeten bedenken; want ook hen wacht een dergelijk lot als zij menen dat vrees het enige middel is om de orde te handhaven met het daaraan verbonden voordeel van de stomme gehoorzaamheid van de slaven. Anders zullen zij allen spoedig op ruwe wijze ondervinden, welke vruchten de wetten die hun oorsprong niet in zuivere, onbaatzuchtige liefde vinden, hen vroeg of laat zullen brengen, hetzij hier, maar zeker altijd in het hiernamaals.)
Hoofdstuk 22: Hanoch, Kaïns zoon, als wetgever - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] En zie, toen begon Kaïn na een tijdsverloop van zevenenzeventig jaar weer tot Mij te bidden, drie dagen lang, dag en nacht zonder ophouden en hij riep aan één stuk door: "Heer, Gij rechtvaardige, Gij liefderijke, zie vol genade neer op Uw grote schuldenaar en doe met mij naar Uw heilige wil!" En deze woorden herhaalde hij vele duizenden malen.
Hoofdstuk 24: De uittocht van Kaïn naar de zee - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Wie echter ontsnapt is uit haar nu krachtig geworden strikken en op die manier de laatste druppels van zijn wil heeft gered en deze voor het aangezicht van Jehova op de aarde heeft neergelegd, die zal vanuit Hem een nieuwe wil gegeven worden, opdat hij in het vervolg als werktuig van de Heer zal kunnen handelen. En zo is het ook voor jou de wil van de Heer, dat jij in het vervolg naar Zijn wil zult handelen; en mochten de nakomelingen van Hanoch te eniger tijd jou of je familie vinden, dan zullen zij jou en je familie niet herkennen, omdat de liefde van de Heer jullie voorgoed geheel zwart zal branden.
Hoofdstuk 24: De uittocht van Kaïn naar de zee - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] En de naam 'Kaïn' zal van je weggenomen worden en een andere naam zal je gegeven worden en die luidt 'Atheope', dat wil zeggen 'de willoze naar de wil Gods'. Als zodanig moet je met je familie een zeer grote stevige mand vlechten van riet en biezen, zeven manshoogten lang, drie manshoogten breed en één manshoogte hoog, en deze moet je dan met hars en allerlei pek dichtmaken. En als je dit dan vlijtig gedaan hebt, moet je deze bij het grote water plaatsen en veertig dagen lang vruchten verzamelen; en als je dat gedaan zult hebben, leg dan de vruchten in de mand en ga tenslotte met z'n allen aan boord!
Hoofdstuk 24: De uittocht van Kaïn naar de zee - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] En als jullie de Heer niet zullen vergeten, dan zal Hij je eens een groot vasteland geven om te bewonen, daar zullen jullie blijven tot aan het einde van de wereld, nadat het eerst van tevoren gereinigd zal worden door de er spoedig op neerstortende watervloeden. Deze zullen de nakomelingen van Hanoch verstikken en doden en ook zeer veel kinderen van God, die zich door de schone dochters van Hanoch zullen laten vangen.
Hoofdstuk 24: De uittocht van Kaïn naar de zee - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Deze vloedstromen zullen jullie willozen evenwel niet bereiken, omdat de wil van de Heer je op de wateren van Zijn grote erbarmen geplaatst heeft. - En als jullie het een of ander nodig zouden hebben, dan weet je immers zonder meer waar de grote Gever is, die jullie niet zal verlaten als je Hem in je hart niet zult verlaten.
Hoofdstuk 24: De uittocht van Kaïn naar de zee - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] En zie, zo leeft deze Atheope nog, natuurlijk en geestelijk, tot op dit moment als een niet aflatende waarnemer van jullie doen en laten, verborgen op een klein eilandje, dat geen sterveling ooit zal vinden in het midden van het grote water!
Hoofdstuk 25: De ontwikkeling van Kaïns geslacht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] En zie, toen deze dienaren nu zagen dat zij ongestraft konden doen wat zij wilden, begonnen zij te regeren en gaven wetten aan de onderdanen; ten eerste moesten zij de vorst door allerlei offers een goddelijke verering betonen en ten tweede moest de mooiste dochter van de een of andere onderdaan aan de vorst worden gegeven; en de onderdaan die de gelukkige gever zou zijn, werd ontheven van alle leveringsverplichtingen en hij zou zijn huis in eigendom bezitten, hij zou toegang hebben tot het huis van de vorst en zou zich met diens dienaren kunnen onderhouden en hij zou ieder jaar eenmaal zijn vorst mogen aanschouwen en hem bedanken voor zo'n grote en vererende genade.
Hoofdstuk 26: Hanochs goddeloze regering - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Maar wat gebeurde er nu door dit wederzijdse bedrog? Niets meer of minder dan het allerergste wat je je maar in je diepste gedachten kunt voorstellen, namelijk: de dienaren trokken uiteindelijk de hele regering naar zich toe onder het sluwe voorwendsel, dat zij, die zeer goed van de tongriem waren gesneden, aan de vorst duidelijk maakten dat hij nu niet meer een vorst, maar een god van het volk was en dat het een vernedering zou zijn tegenover zijn oneindige hoogheid en onuitsprekelijke verhevenheid, die nu goddelijk was, om de aardwormen wetten te geven. De dienaren wilden uit onmetelijke hoogachting voor zijn boven alles verheven heiligheid deze vernederende zaak op zich nemen; en zodoende zou hij niets anders hoeven te doen dan alleen maar door middel van een wenk zijn welgevallen of zijn misachten te uiten en de schatten, die zij in grote hoeveelheden voor hem zouden verzamelen, goedgunstig en genadig aan te nemen.
Hoofdstuk 26: Hanochs goddeloze regering - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] En indien zo iemand deze hoge genade deelachtig mocht worden, bijvoorbeeld vanwege het offeren van een mooi, aantrekkelijk meisje, dan zou deze persoon meteen van de aarde opgetild worden en hij zou de goddelijke verhevenheid van de heer van alle macht en kracht aanschouwen en zou daarna een vrije burger worden van de heilige stad van de verheven god Hanoch.
Hoofdstuk 26: Hanochs goddeloze regering - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] En zie, deze listige redenering van zijn dienaren streelde zijn egoïstische ijdelheid zo zeer, dat hij meteen alles geheel inwilligde. O, wat een ontzaglijk grote dwaas!
Hoofdstuk 26: Hanochs goddeloze regering - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] En zie, zo ging men meer dan dertig jaar door op deze wijze te leven. Toen echter, omdat de mensen zich op deze ontuchtige manier vermeerderd hadden tot vele honderdduizenden en zich wijd en zijd over het land verspreid hadden en daardoor niet meer overzien konden worden, werden met de argeloze toestemming van Hanoch, hun nu geheel krachteloze en dadeloze god die nooit ingreep, nog eens tien steden gebouwd en deze werden vernoemd naar de namen van de tien vorsten, en deze heetten:
Hoofdstuk 26: Hanochs goddeloze regering - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] En zie nu, ieder van deze steden werd gebouwd volgens het voorbeeld van de stad Hanoch; en zodoende werd er ook in het midden van elk een hoge burcht gebouwd gelijk aan de hoge woning van Hanoch en deze werd omgeven door een muur en een gracht. En bedenk dat de mensen toen geen werktuigen hadden zoals harken, spaden, houwelen en pikhouwelen; daarom moesten zij hun handen gebruiken en als woelmuizen met hun vingers in de grond wroeten!
Hoofdstuk 26: Hanochs goddeloze regering - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] En toen nu deze tien vorsten zagen hoe hun wetten blindelings gehoorzaamd werden door de diermensen, - natuurlijk als gevolg van de zeer grote vrees voor de eindeloze mishandelingen, - koos ieder van hen langzamerhand eveneens tien dienaren uit de vrije burgers van de stad en verhief hen in een soort adelstand, tezamen met hun vrouwen en kinderen. Daartegenover moesten evenwel hun dochters, als zij hun mooi en bekoorlijk genoeg voorkwamen, vrijwillig als hoeren aan hen worden gegeven. Zij verwekten kinderen bij honderden en duizenden tegelijk, die dan allemaal weer aan de diermensen overgeleverd werden om gevoed te worden; en wanneer ze volwassen waren, werden de mannelijken eveneens bij de diermensen ingedeeld, maar de vrouwelijke werden weer als hoer gebruikt, daar zij door een list Van de slang meestentijds zeer mooi en bekoorlijk werden. Zij werden dikwijls reeds op hun twaalfde jaar beslapen en werden daardoor onvruchtbaar gemaakt. En als zij dan na korte tijd al hun bekoring verloren hadden, werden zij uitgestoten naar de dieren en moesten hiervoor zorgen en werden 'Huhorae' genoemd, dat betekent bij jullie 'mensen, die het vee verzorgen'.
Hoofdstuk 26: Hanochs goddeloze regering - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  687 - 688 - 689 - 690 - 691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712  ...