10915 resultaten - Pagina 699 van 728
... 687 - 688 - 689 - 690 - 691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 ...
[10] Hiermee heb Ik u nu mijn mening geheel en al onverholen bloot gelegd en ge kunt daarmee doen wat ge wilt, want Ik ga u spoedig verlaten. En wat ik gesproken heb, heb Ik uitsluitend voor u gesproken en voor niemand anders, alhoewel Ik altijd al wist hoe het met u staat en met niemand zal Ik het gesprek voortzetten, want dat zou vruchteloos zijn. Maar gij zoudt de zaak nog kunnen keren, als ge maar zoudt willen, deze muren echter zouden nergens meer voor deugen! Begrijpt gij dat?'Hoofdstuk 28: Jezus' bewijs dat de tempel en het gehele land niet meer te zuiveren en te redden zijn. De nieuwe ark des Verbonds en het 'vervloekte water'. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[5] Na deze uitlatingen van Mij deed de opperpriester er verder het zwijgen toe. Kennelijk ergerde het hem op verholen wijze toch wel dat Ik hem, die toch in naam van de hogepriester hier aanwezig was, geen blijk gaf van hoogachting. De anderen -voor wie hij een ware huistiran was -hadden er echter juist plezier in.
Hoofdstuk 29: De strikvraag van de opperpriester. Het afwijzend antwoord van de jeugdige Jezus. Verzoek van Barnabas om uitleg van Jesaja 54:4-9 en de inwilliging daarvan door de Heer . - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[9] Blijf aan Mij denken! Mijn Naam is Jezus Emanuel, en Mijn Geest heet Jehova der heerscharen! U weet nu waar u aan toe bent! Hebt vertrouwen in Mij en verlaat u op Mij, dan zult u de dood niet onder ogen behoeven te zien!'
Hoofdstuk 30: Vraag van Nicodémus over de pool van de aarde. Antwoord van het Jezuskind. Vriendschapsbanden tussen Nicodémus en het Kind. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[16] Gij zijt nu echter de mening toegedaan, dat Ik u nu slechts een opdracht zou mogen geven, waarna gij dan wel zelf een raadsvergadering zult houden om vast te stellen, hoe u dan het beste een en ander aan het volk op min of meer 'geruisloze' wijze kunt bijbrengen? Ja, ja, ulieden zoudt dan wel vergaderen, maar daarbij zoudt gij in een confrontatie met .uw geldschatten en uw reputaties toch tot de conclusie komen: 'Wij blijven liever wat we zijn, we willen liever eerst nog afwachten of die veroordeling inderdaad wel ooit over ons zal komen; want een zo oude en gevestigde instellingen behoeft zich toch zeker geen vrees te laten aanjagen door een jongen uit Galilea!' Met meerderheid van stemmen zou Mijn raad dan worden verworpen, en gij zoudt inderdaad blijven zoals ge zijt, eigenlijk nog veel slechter!
Hoofdstuk 27: Joram erkent het Jezuskind als de Messias en smeekt Hem om raad. Hij vraagt uitleg van de teksten Jesaja 52:14 en 53:3. Jezus' uitvoerige antwoord. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[1] Hiertegen kwam Joram echter in verweer door te zeggen: 'Dat zou ik toch liever nog niet als een uitgemaakte zaak willen zien! Immers: komt tijd, komt raad, en als Salomo gelijk had toen hij zei dat in deze wereld alles ijdelheid is, zou het tenslotte ook nog wel eens zo kunnen zijn, dat ook Jouw profetie naar het rijk der ijdelheden zou kunnen worden verwezen, nadat wij Jouw inderdaad ernstig te nemen advies toch alsnog tot uitvoering zouden hebben gebracht! Want weet je, de meerderheid van ons gezelschap is het nu wel verregaand met Jou eens geworden! Weliswaar maken wij slechts een zeer klein gedeelte uit van de tempelgemeenschap, maar wij vormen wel zo ongeveer het hoogste kader, en daardoor zijn wij beslist maatgevend! Hoe denk je daarover?'
Hoofdstuk 28: Jezus' bewijs dat de tempel en het gehele land niet meer te zuiveren en te redden zijn. De nieuwe ark des Verbonds en het 'vervloekte water'. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[17] Deze toekomstige Leer van Mij wordt echter tevens een korte poos 'weduwe' genoemd, omdat Ik dan aan haar ontroofd zal worden door jullie toornige boosheid en door jullie wraakzucht, zij het ook met toestemming van Hem Die in Mij is, en Die buiten Mij nergens zijn kan! En omdat 'zij' door Mij wordt gemaakt, zal Ik van en voor deze maagd en weduwe tevens de man zijn! En wat u in de profeet leest, is nu precies wie de man is, die deze 'maagd' en 'weduwe' heeft gemaakt, alsook welke beloften door 'haar' zijn gedaan; Ik ben de man, en de beloften zijn uitsluitend bestemd voor deze mystieke 'maagd'.
Hoofdstuk 29: De strikvraag van de opperpriester. Het afwijzend antwoord van de jeugdige Jezus. Verzoek van Barnabas om uitleg van Jesaja 54:4-9 en de inwilliging daarvan door de Heer . - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[3] Mijn ouders bevestigden dat met kennelijke vreugde. Maria echter -en dat niet zozeer om Mij een verwijt te maken, maar veel meer om tegenover deze hoge heren haar moederschap duidelijker te doen uitkomen -zei, met de vriendelijkste stem van de wereld overigens: 'Maar zoonlief, waarom heb Je ons dit aangedaan? Wij zoeken Je nu al bijna drie dagen in de grootste angst!'
Hoofdstuk 32: Aankomst van jozef en Maria in de tempel. De vraag der ouders en het antwoord van de zoon. Een vriendschappelijk onderhoud van de Romein en Nicodémus met Jezus' ouders. In het paleis van de Romein; Terugkeer naar Nazareth. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[6] Hierop echter vertelde de Romein hen dan heel uitvoerig, wat Ik voor een wezen was en wat Ik gezegd en gedaan had; en hoe zij zich allen verwonderden over de grote wijsheid en overtuigingskracht van Mijn uitspraken, alsook over de onbegrijpelijke macht in Mijn wil; hoe hij daarom als een van de eerste overheidspersonen van het Romeinse gezag in Jeruzalem voor Mij een buitengewone genegenheid had opgevat; en dat hij niets liever wenste dan hen, daar zij Mijn ouders waren, alle denkbare voorrechten te mogen verlenen.
Hoofdstuk 32: Aankomst van jozef en Maria in de tempel. De vraag der ouders en het antwoord van de zoon. Een vriendschappelijk onderhoud van de Romein en Nicodémus met Jezus' ouders. In het paleis van de Romein; Terugkeer naar Nazareth. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[2] De Romeinse examencommissaris was niet op de hoogte van de geheime aanwezigheid van Cornelius. Door een ingeving was Jozef daarvan echter wel op de hoogte, zodat hij vertrouwelijk naar hem liet vragen, en door wie hij dan ook de toestemming had verkregen waarnaar hij gedongen had. (Namelijk te mogen binnengaan in de conversatie-zaal. vert.)
Hoofdstuk 33: Nawoord door Jakob Lorber - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[5] Tegelijk met deze vraag komt ook de andere vraag naar de zin en het nut van al het geschapene naar voren, evenals de vraag naar het doel waarnaar al het geschapene streeft. Op deze elementaire vragen geeft het gezamenlijk werk van Lorber, dat een religieusgeestelijke levensleer zonder leemten aanbiedt, vanaf de oorsprong der schepping tot aan haar voltooiing, een overtuigend antwoord. De basis van deze scheppingsleer vormt het 'Grote Evangelie van Johannes', dat uitelf delen bestaat, waarin de allesomvattende licht en levensleer van Jezus Christus is vastgelegd. Lorber ontving echter ook (naast andere grote werken met religieuze inhoud) enkele kleinere werken over het natuurgebeuren. In dit boek zijn stukken opgenomen uit 'Himmelsgaben’, 'Die Fliege', 'Der Grossglockner' en 'Naturzeugnisse'.
Hoofdstuk 1: Inleiding - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[3] Zou je deze diertjes met je ogen willen zien, dan zou je zo'n punt triljoenen malen moeten kunnen vergroten, wat je echter niets zou opleveren, omdat het oog van een sterveling daar de dingen nooit in waarheid kan zien, maar alleen het oog van de geest.
Hoofdstuk 2: De ontwikkeling uit het oerleven van de dierenwereld en de parelmossel - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[16] Een hogere diersoort verslindt een onnoemelijk aantal uit een lagere klasse: daardoor wordt uit de substantie van de lagere soort en door de individuele aard van de hogere soort een aan de laatste gelijke klasse voortgebracht. Wat betreft de vele daardoor vrijgekomen geestelijke krachten in zulk een hogere soort, deze vormen, zich weer verenigend, steeds weer een nog hogere klasse, welke handeling echter voor het stoffelijk oog nooit zichtbaar kan worden, omdat zij geestelijk is.
Hoofdstuk 2: De ontwikkeling uit het oerleven van de dierenwereld en de parelmossel - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[12] De zuurstof namelijk, of het zure uit het water, verbindt zich met het gelijksoortige minerale uit de stenen. Ook het bijzonder zware vet uit het gas wordt afgescheiden door een buitengewoon fijn organisch filter. Het zuivere gas echter stroomt in talloze kleine organen in de schacht van d e veer; deze organen worden van tevoren gevormd door nevenorganen uit het afgescheiden vet, vermengd met andere uit het bloed opgenomen vloeistoffen. Er bevindt zich namelijk in de schacht een zogenaamde 'ziel' of 'veermoeder', die uit vele aan elkaar gerijgde blaasjes is gevormd.
Hoofdstuk 4: De inwendig lichamelijke opbouw van duiven en andere vogels - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[18] Wat echter bij zulk een proces van de zogenaamde koolstof wordt ontbonden, verzamelt zich in een eigen kleine galblaas en wordt door de maag weer opgenomen als iets zwaar verteerbaars in de vogelmaag komt, wat vooral bij de duif vaak het geval is.
Hoofdstuk 4: De inwendig lichamelijke opbouw van duiven en andere vogels - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[3] De vliegende vis voedt zich gedeeltelijk met zee-insecten, gedeeltelijk ook met insecten, die hij in zijn snelle vlucht uit de lucht vangt. Daarom is zijn inwendige opbouw ingericht naar die van een vis en die van een vogel. Hij heeft blazen in zijn buik, die hij ogenblikkelijk met lucht kan vullen en weer leeg kan maken. Hij Iaat door een kanaaltje enkele druppels water in zijn blaas lopen; hieronder bevindt zich een donker, metaalachtig uitziend weefsel, dat een temperatuur van meer dan 800 kan aannemen. Bevindt zich nu water in die blaas, dan wordt dat door plotselinge verhitting dadelijk in damp opgelost en vult de blaas met atmosferische lucht. Tijdens dit vullen, deelt de lucht zich dooreen innerlijk elektrisch proces; het zwaardere uit de atmosferische lucht zinkt als druppels vloeistof in de blaas en wordt door een eigen kanaal dadelijk naar buiten gebracht. Het lichte gas stroomt echter de vele buisjesachtige organen binnen, die door het hele lichaam lopen en brengt daardoor de vleesmassa van de vis in een goede verhouding tot zijn natuurlijk gewicht, namelijk zo, dat zijn lichaam ongeveer in evenwicht is met de atmosferische lucht. Nu spant de vis zijn vleugels en kan zo vliegen als een vogel. Daarbij geven de vinnen de richting aan.
Hoofdstuk 3: De ontwikkeling van natuurzielen in het dierenrijk - Jakob Lorber - Geheimen der natuur