Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 700 van 1490

...  688 - 689 - 690 - 691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713  ...
[2] Uiteindelijk zouden wij ook niet genoeg goede dienaren hebben om overal heen te gaan ten einde de vruchten af te nemen en hiernaartoe te brengen; en tenslotte zouden deze dienaren ons onderweg te slim af zijn en zouden uiteindelijk zelf alles verbruiken, wat slechts voor u, o grote god, door de aarde gehoorzaam werd voortgebracht!" (N.B. Dus uit angst te verhongeren, begon de grote god zich zorgen te maken?!)
Hoofdstuk 27: De politiek van de raadsheren van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] En zie nu: toen dus de god Hanoch zijn rede had beëindigd, stuurde hij zijn tien dienaren weg. Deze gingen heen, naar hun uiterlijk te oordelen diep geroerd door zo'n geweldige toespraak; maar in hun hart waren zij buitengewoon vrolijk over de grote dwaasheid van Hanoch, die uit vrees en door allerlei zorgen hun eigen wil tot enige wet gemaakt had en er op het einde zelf van overtuigd begon te raken dat hij een god was. Maar wat het laatste punt betrof vergisten zij zich deerlijk; want Hanoch wist voor zichzelf heel goed dat hij geen god was, omdat zijn zwakheid en algehele uitputting maar al te duidelijk aantoonden hoe het er met zijn goddelijkheid voorstond!
Hoofdstuk 27: De politiek van de raadsheren van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] (N.B. Dergelijke en nog veel slechtere afschilderingen van Mij moet Ik heden ten dage horen uit de mond van vele honderdduizenden, die hun volslagen onbegrip vanwege hun geheel verduisterde verstand een vermogen dat alle dieren door middel van hun scherpe zintuigen hebben - op Mijn troon zetten en zichzelf tegenwoordig geen 'goden' meer noemen - omdat deze naam zo gewoon en kinderlijk nederig klinkt -, maar zich 'filosofen' of 'wereldwijzen' en verder nog 'geleerden' of allerlei soort 'doktoren' noemen. Dit verduisterde slag mensen wil Mij zelfs dwingen eerst bij hen in de leer te gaan, als Ik een God zou willen zijn in deze zeer verlichte tijd van de supergeleerden; Ik beweer echter dat een regenworm verstandiger is dan zij, ofschoon die slechts één zintuig heeft. Ik zeg jullie dat deze heren spoedig zeer grote ogen zullen opzetten en toch niet meer zullen zien dan een woelmuis in de aarde, en met gespitste en zeer lange oren niet meer zullen horen dan een vis in het water, omdat die geen stem en ook geen gehoor heeft.)
Hoofdstuk 27: De politiek van de raadsheren van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Nu, wat hebben wij dan nog meer nodig?! Wij weten en zijn oog en oorgetuigen van Zijn grote daden; eveneens weten wij, waar de grote Machthebber woont! Laten wij doen wat Kaïn in zijn nood en ook in tijden van overvloed deed, - en wees ervan verzekerd dat spoedig bewezen en aangetoond wordt, wie de eigenlijke heer in het land van de diepte is! Laat daarom ieder van ons voor deze God een altaar oprichten en Hem de vruchten van het land offeren en de zeggenschap zal dientengevolge niet achterwege blijven; en dan zal de dwaas Hanoch wel heel lang kunnen wachten op de majesteitelijke schatting van zijn ingebeelde heiligheid van ons, wij, die Adam en Eva nog gezien hebben!"
Hoofdstuk 27: De politiek van de raadsheren van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Van alle kanten klonk nu instemming met de rede van Kahrak, waarop Nohad opstond en begon te spreken, zeggende: "Jullie kennen mijn ambt en handwerk, dat ik volgens de wil van Hanoch heb uitgeoefend met de grootste trouw, vlijt en ijver! Toch vraag ik aan jullie allen wat ik er gedurende die lange tijd bij gewonnen heb, en je zult mij zeker als antwoord geven: niets meer en niets minder dan niets! Dat betekent: ik hielp de grote bedrieger met bedriegen en was bijgevolg zelf een bedrogen bedrieger; ik moest vanwege zijn bedrieglijke huichelarij tegenover de menigte een slecht leven leiden en mij openlijk - alleen maar omwille van een domme schijnheilige opvatting als zeer strenge dienaar van het recht, van ieder opwindend genot onthouden om daarvoor heimelijk de meest krachtige verwijten en allerlei bedreigingen te incasseren, in plaats van lof en een niet zichtbare schadeloosstelling en vergoeding voor krenking in het openbaar, tengevolge van zijn onbegrijpelijke dwaasheid. Jullie hebben het allemaal gemakkelijker gehad en konden voor je genoegen veel doen wat voor mij onmogelijk was, omdat ik precies aan de spits van zijn gerechtelijke verdwazing stond en zijn gekste en meest afschuwwekkende wensen nauwgezet uit moest voeren, waardoor deze door mijn gedwongen huichelarij, waar ik wel mee overweg kon - of eigenlijk mee overweg moest kunnen, het een of andere wettelijke tintje kregen, waardoor ik dan vanwege de volledige deugdelijkheid van mijn bedrog als rechtmatig bedrieger mij wederom heb moeten laten bedriegen en dat in drievoud: ten eerste door Hanoch vanwege het recht, ten tweede door mijzelf vanwege het volk en ten derde door het volk en jullie allen vanwege Hanoch. Ik geloof voldoende redenen voor mijn volslagen ontevredenheid aan het licht gebracht te hebben en daardoor ook mijn imago van bedrieger aan jullie voeten gelegd te hebben. En oordeel nu zelf of ik ongelijk heb, als ik uit dankbaarheid voor die erkenning het drievoudige bedrog van mij zal afschudden en dat met alle kracht naar Hanochs hoofd zal slingeren, daar ik hem voor het volk zal ontmaskeren. En hierna moet hij dan maar zien waarheen zijn goddelijkheid hem zal leiden en hij zal die als een hinkend hert achterna rennen. En dus zal ook ik doen wat Kad goed achtte en ik zal Kahraks raad nauwkeurig ten uitvoer brengen en mijn afgiften zullen zijn ogen niet schaden en het gedraaf van mijn kamelen zal zijn oor niet hinderen. En hiermee neem ik bezit van de stad die mijn naam draagt."
Hoofdstuk 27: De politiek van de raadsheren van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[26] Het warme bloed van de arme broeders heeft het ijs om je hart gesmolten en nu komt daaruit een overvloedige warmte vrij; handel daarom vanuit deze warmte en verwarm ons allen vanuit jouw overvloed!"
Hoofdstuk 27: De politiek van de raadsheren van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Wie zou in staat zijn alle bloeddruppels te tellen die mijn sterke handen hebben doen vloeien uit de ruggen en lendenen van het arme en zwakke volk tengevolge van de vonnissen van Nohad. Terwijl het net zo goed als Hanoch en wij, nakomelingen van Kaïn zijn. Bloed dat gevloeid is, niet door de overtreding van een bepaald gebod of door een of andere luiheid of vanwege de kleinste schijnbaar strafbare aanleiding, maar enkel en alleen, zoals jullie allemaal weten, louter voor zijn genoegen en tijdverdrijf, om maar niet te denken aan die mishandelingen bij de bouw van al die steden, - zo erg zelfs dat het voor mij volkomen onbegrijpelijk is, hoe deze armen de al zo lang durende martelgang hebben overleefd. Hij wist ons wel bij iedere tegenwerping de breekbaarheid van het bewuste vat boven de sterren voor te houden en vergat geheel en al dat onder de aarde!
Hoofdstuk 27: De politiek van de raadsheren van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] Wij zelf moesten onmenselijk zijn om hem voor iedere verdenking te behoeden, omdat wij nog zijn dienaren waren. Maar de steden zijn nu gebouwd, het volk is verdeeld, de macht is aan ons, evenals de nieuwe waardering van de oude God en het geprezen offer; wat hebben wij nog meer nodig? Aangezien het volk ons gehoorzaamde toen wij het mishandelden, zal het ons zeker niet ontrouw worden als wij in plaats van deze wrede onmenselijkheid de geslagen wonden willen en zullen helen door wijzere en mildere wetten. Zie, men noemde mij boosaardig; maar hierbij zou ik een groot vraagteken willen zetten: wie is er eigenlijk boosaardig, ik, of Hanoch, of de slang van Kaïn! Ik geloof dat Hanoch een meester in al het boze is en de slang moet al haar gebroed in zijn hart hebben gelegd, anders waren zulke onmenselijkheden van één broeder ten opzichte van zijn broeders door zijn broeders en de broeders van zijn broeders, niet voor te stellen!
Hoofdstuk 27: De politiek van de raadsheren van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[27] En zie, toen verhief Uvrak zich ook en zei: "Broeders, zie en luister! Al jullie oordelen zijn juist, waar en terecht; maar dat van Hlad is, volgens mijn scherpe vermogen tot oordelen, duidelijk het meest juiste. En zodoende ben ik het op één ding na geheel met hem eens en dit ene punt is van zeer groot belang en luidt: grote, voorzichtige sluwheid bij alles wat wij ook maar ondernemen. Want zie: recht doen wedervaren, weldoen, juist en rechtvaardig oordelen, de juiste vergelding, een zekere orde, - dat zijn dingen die van groot openbaar belang zijn, zowel voor het volk als ook voor ons allen; en al deze dingen zijn toereikend als het gaat tussen ons en het volk. Maar nu weten ook alle vrije burgers van de stad Hanoch, dat wij voor deze domkoppen vorsten zijn en Hanoch werkelijk een god is en dat zal niet een van hen zich laten afnemen, zelfs niet na duizend stokslagen; en nog meer dan alle vrijen houdt het hele volk aan deze waan vast.
Hoofdstuk 27: De politiek van de raadsheren van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[33] "Broeders - als jullie deze erenaam nog waard zijn -, Ik heb je toespraken aangehoord, waarin jullie je gedachten hardop uitgesproken hebben, maar achterbaks verzwegen jullie je wensen tegenover elkaar en hebben jullie elkaar aangelogen met je plannen en zijn daardoor elkaars wederzijdse muiters geworden. Ieder van jullie was van plan zich heimelijk uit de voeten te maken om Hanoch aan te tonen dat hij uit volledige trouw aan hem, vóór de belangrijke aanvaarding van de regering volgens zijn aanwijzingen, een bijeenkomst van de vorsten zoals die hier nu plaatsvindt, heeft belegd en dat hij geprobeerd heeft hen allen over te halen een schandelijk oordeel af te geven over Hanoch, opdat het aan Hanoch dan duidelijk zou worden in welke handen hij de tien regeringen heeft gelegd. Als gevolg hiervan zou Hanoch hem dan met alle macht toerusten en hem aan willen stellen als enige heerser over ons allen; de overigen konden dan tengevolge van de lichtgelovigheid van Hanoch het lot van Kaïn onder elkaar verdelen.
Hoofdstuk 27: De politiek van de raadsheren van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[39] Bij jullie heeft zelfs alle rechtvaardigheid het veld moeten ruimen en daarvoor in de plaats zijn list, bedrog, sluwheid, leugen en nog veel meer andere schandelijkheden erbij gekomen, die vanwege hun laagheid geen naam hebben en jullie geloven dat de oude God je meteen allerbereidwilligst zal ondersteunen in al je gemeenheden, wier aantal geen einde kent, als jullie Hem met slechts het een of andere onzichtbare vuur als offer om de tuin willen leiden. 0, jullie vergissen je geweldig; deze Oude heeft scherpe ogen en weet heel precies hoe het van begin tot einde met je wezen gesteld is. Daarom is Zijn oor ver van jullie verwijderd en zal Hij je in je laaghartigheid nooit meer verhoren, ook al zouden jullie de gehele aarde als offer voor Hem aansteken, als jullie niet tevoren je harten reinigen met het vuur van een onbegrensde liefde ten opzichte van de door jullie verzwakte broeders en ongelukkige zusters en jullie je onthouden van allerlei hoererij, die bij tweehonderd jaar oude mannen die het vorstenambt bekleden, onvoorstelbaar slecht past.
Hoofdstuk 27: De politiek van de raadsheren van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Maar als wij deze brutale begeerten uit ons bannen en ook ware, trouwe broeders willen worden, zowel van het volk als ook van Hanoch volgens de maatstaf van recht en billijkheid, zouden wij dan ook nog schurken zijn?"
Hoofdstuk 28: Het overleg van de tien vorsten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] En Farak antwoordde: "De begeerte is het leven van de wil; als jullie echter iedere begeerte in je wilt uitbannen, van waaruit willen jullie dan als vorsten kunnen handelen?! Daarom zal niemand de begeerten in zich onderdrukken als zijnde de vonken van de liefde in God; maar deze mogen geen verkeerde richting inslaan.
Hoofdstuk 28: Het overleg van de tien vorsten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Zie, ik ben net zo blind en doof als jullie; maar een ruisen binnen in mij zegt me: God spreekt onzichtbaar door de mond van Farak! Wij moeten heel goed naar deze stem luisteren, er goede nota van nemen en ernaar handelen, indien wij willen leven; anders zullen de tranen van onze broeders zich verzamelen tot een grote vloed en ons allen tezamen verstikken met onze grote hoererij, bedrog en listige misdadigheid." (22 mei 1840)
Hoofdstuk 28: Het overleg van de tien vorsten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Ik was een gladde vleier en veroorzaakte meer kwaad dan jullie en dan Hanoch met al zijn gezag; want als ik er niet zou zijn geweest, zou hij zijn goddelijkheid allang hebben laten varen. Die was hem eigenlijk op suggesties van Uvrak en met de hulp van Nohad en Thahirak door mij aangepraat. Hij had al vaker in het geheim tegen mij opgemerkt dat deze goddelijkheid hem innerlijk zeer veel angst inboezemde en hem, als hij alleen was, bij dag en bij nacht niet met rust liet en dat hij deze ongelukkige gedachten van Uvrak al vaker verwenst had, maar die omwille van het volk niet kon laten varen, - en toch brandde die hem meer dan alle vuur in zijn gemoed.
Hoofdstuk 28: Het overleg van de tien vorsten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  688 - 689 - 690 - 691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713  ...