Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 700 van 728

...  688 - 689 - 690 - 691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713  ...
[6] De vissen staan al op deze hogere trap van ontwikkeling, zodat ze na hun levensvereniging tot luchtbewoners worden. En zo komt bijna elke vissoort overeen met een vogelsoort. In de zee leeft echter nog een ander soortdieren, wier laatste trap al zo gevormd is, dat ze gedeeltelijk in het water en gedeeltelijk op het land kunnen leven. Dergelijke dieren zijn de schildpad, en ook andere schildloze padden of kikkersoorten, die reeds de zintuigen gezicht, gehoor, reuk, gevoel en smaak hebben. Verder zijn de zeehond, de zeeleeuw, de walrus en ook alle met de vierpotigen overeenkomende dieren als half bewoners van het water en van de aarde en van de lucht te beschouwen als overgangen: door hun levensvereniging ontstaan overeenkomstige viervoeters op de aarde.
Hoofdstuk 3: De ontwikkeling van natuurzielen in het dierenrijk - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[10] De maag van een vogel bestaat uit stompe, op spieren gelijkende bladen en bevat altijd een kleine voorraad steentjes. Hij opent zich en neemt voedsel uit de voormaag op. Is dit nu tussen de bladen gekomen, dan beginnen deze tegen elkaar te wrijven, zoals men doet als men in zijn handen wrijft. Daardoor wordt het voedsel vermaald met behulp van de zich in de maag bevindende steentjes, waardoor die steentjes steeds kleiner worden. Door deze wrijving wordt tegelijkertijd ook een elektrische warmte opgewekt, waardoor de afgeschuurde steen deeltjes chemisch omgezet worden. Het kalkachtig deel wordt dus gebruikt om het nog zachte ei een harde schaal te geven; het minerale deel echter dient tot voeding en onderhoud en het stevig maken van de maagbladen; de neerslag wordt met de afval verwijderd
Hoofdstuk 4: De inwendig lichamelijke opbouw van duiven en andere vogels - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[9] Langzamerhand echter wordt het wrange en slechtere door het inwendig zoete en goede overwonnen en naar de uiterste grens geduwd als vaste schil. En zo wordt dan, als een goed voorbeeld voor de mens, door het van binnen opstijgende goede ten eerste het leven in een ongebonden vrijheid behouden, wat de pit hier laat zien, want alle haar omgevende sappen worden steeds losser en milder en daardoor ook rijper en meer vergeestelijkt; ten tweede wordt het overwonnen wrange en als het ware slechte ook goed, daar het tot materiaal voor de vaten van zo'n plantenheiligdom wordt.
Hoofdstuk 7: Het evangelie van de wijnstok - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[14] Wie echter naar buiten toe streeft, naar wat het ook is, die streeft naar de dood en grijpt al gauw het eerste het beste wat hem onder ogen komt en dat is op zichzelf niets anders dan de dood. Zo iemand verstrooit zijn leven, wordt al maar zwakker en sterft tenslotte geheel. En dan Is voor hem ook alles dood en als niet bestaand. Waardoor zo veel mensen zelfs Mij, het meest Levende leven, uit hun oog en hart verliezen, omdat Ik helemaal niet meer voor hen besta.
Hoofdstuk 7: Het evangelie van de wijnstok - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[16] Het streven naar Mijn in het zaadje gelegde levensvonkje heeft hier al veel levendiger plaats, zoals reeds bij het groeien van de boom werd uiteengezet*. (* Zie het leven van de boom.) Als nu de arglistige natuurgeesten bemerken dat dit vonkje in de centrale vaten opstijgt, volgen ze allen snel dit vonkje in deze kleine stengels. Maar zodra het vonkje dan een zekere hoogte heeft bereikt, slingert het zich bliksemsnel om de zijtakken van deze dwaze geesten. Deze rennen echter desondanks het vonkje na en weten door de vele krommingen van het hoofdorgaan niet, waarheen het vonkje is gegaan. Ze zoeken het daarom op de plaats waar de wijnstok een lid heeft gevormd, schieten hier met kracht uit de stam en vormen op deze manier de steel van het blad.
Hoofdstuk 7: Het evangelie van de wijnstok - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[22] Door een dergelijk teruggetrokken zijn uit de wereld in het beschuttende en stevige vat van de deemoed, wordt ook het materiƫle wezen van de mens door de inwerking van de naar voren komen de geest gezuiverd. In deze deemoed heeft dan een overeenkomstige gisting plaats, waardoor al het onreine en dode van de wereld weer wordt teruggegeven. Het leven echter, verenigd met zijn geheiligde materie, blijft als een goede wijn in het vat van de deemoed eeuwig en krachtig tesamen.
Hoofdstuk 7: Het evangelie van de wijnstok - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[3] Hoe meer echter de levensstroom van boven nadert, des te hoger dragen ze de golven vrolijk omhoog. Zoals zelfs bij de mens grote vreugde kenbaar wordt gemaakt door een cirkelende beweging, zo verenigen zich ook de watergeesten en nemen het water mee in een snel golvende beweging. En als ze dan waarnemen, dat het leven van omhoog uit Mij in zichtbare wolkengestalten, de verlossende arm ver heeft uitgestrekt, dan wordt de rondgaande beweging van de vrolijke geesten dubbel zo snel en verheffen ze zich boven de waterspiegel tot aan de verlossende arm van Mijn erbarming.
Hoofdstuk 8: Het ontstaan van de wervelwinden - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[7] Men moet echter niet denken, dat de zichtbare materie zoals sterren, aarde, planten, bomen en dergelijke de geesten zelf zijn. Dit alles is maar een kerkervoor hen, die de draad van het leven uit Mij afsnijdt. En slechts zo ver als Mijn wil reikt, wordt een klein poortje voor hen geopend, om zich langzamerhand aan de dood te ontworstelen door een in elke geest wonende vrije wil-intelligentie. De materie op zichzelf is niets anders dan een door Mij n barmhartige liefde getemperde toom.
Hoofdstuk 8: Het ontstaan van de wervelwinden - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[10] De boze, gevallen geesten echter, die al eens geboren waren, blijven dan enigszins tot rust gebracht achter in de op deze manier ontstane modderpoel.
Hoofdstuk 9: Aardbevingen en hun oorzaken - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[11] Dit is nu de eigenlijke oorzaak van zo'n aardschok. Wat echter de trillingen betreft, die algemeen met 'aardbeving' worden aangeduid, die zijn niets anders dan de door het openen van de sluizen en het vallen van het water noodzakelijkerwijs veroorzaakte kleine trillingen in de aardlagen, die ten dele zo'n bekken omgeven; voor een ander deel worden ze ook uit hun evenwicht gebracht, omdat ten eerste door zulk een hogere kracht de lagen onder het bekken tot aan het onvaste punt met geweld worden gescheiden en ten tweede ook, omdat ze door de zeer zware val van de watermassa 's in een langdurige trilling blijven.
Hoofdstuk 9: Aardbevingen en hun oorzaken - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[7] Welke gevolgen zulke ontbrandingen hebben, is iedereen bekend. Opdat het echter niet te vaak voorkomt, wat mettertijd een totale vernietiging van de aarde zou kunnen betekenen, zijn op aarde voortdurend werkende woede afleiders voor de helse geesten geplaatst, waardoor voortdurend water naar de gloeiende plaatsen wordt geleid. Als daar ook verzamelingen van zulke reeds bekende gassen ontstaan, worden ze als rook door een schoorsteen afgevoerd, zonder dat er belangrijke verwoestingen plaatsvinden.
Hoofdstuk 10: Over aardschokken en weersverschijnselen - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[10] Waar die vulkaangangen echter niet toereikend zijn, hebben vaak verhogingen plaats, veroorzaakt door de verzamelde, vrij geworden geesten. Om echter een geweldige verwoesting te voorkomen, worden in de lage delen van de aarde, alsook in vele bergkloven door een tweede engel openingen gemaakt. Hierdoor stromen dan niet ontstoken gassen als hevige winden en stormen over de oppervlakte van de aarde.
Hoofdstuk 10: Over aardschokken en weersverschijnselen - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[12] Wordt dan voor de vrij geworden geesten ('gassen') een goed berekende uitgangspoort gemaakt, dan stromen ze allengs naar buiten. Daardoor zinken echter de aarddelen weer naar hun vorige positie terug en in gelijke mate begint de barometer weer te stijgen, daar de luchtdruk weer zwaarder wordt.
Hoofdstuk 10: Over aardschokken en weersverschijnselen - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[8] Uit de zon stromen twee soorten stralen, ten eerste zulke, die van elk punt van de zon zich naar alle mogelijke kanten onder alle mogelijke hoeken verspreiden. Maar tegelijkertijd gaat er ook van elk punt van de zon een straal uit in evenwijdige richtingen deze straal is als het ware de kern van de zonnestralen en voert alleen die kracht mee, die men warmte noemt; dat is het echter niet, maar hij is alleen daarom de sterkste, en dus ook het meest geschikt voor uitzetting, omdat hij de kernstraal is. De schuine stralen kunnen waar dan ook neervallen, maar ze zullen toch weinig uitzettende kracht hebben, omdat de kernstralen met hen nooit een grotere uitzetting verkrijgen, vanwege de schuine vlakken waarop zij vallen.
Hoofdstuk 11: De noordpool - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[9] Alleen in de streken die recht onder de zon liggen vallen de stralen loodrecht neer en bewerken daar de grootst mogelijke uitzetting van de lucht. Als de lucht in de gebieden van de equator daardoor voortdurend in al haar delen wordt uitgezet, trekt de hele luchtmassa, of liever wordt zij heengedrongen, naar de poolstreken van de aarde, waardoor dan zeer grote verdichting der lucht in al haar delen moet plaatsvinden. Daar komt dan de ononderbroken kou vandaan en wel in zekere zin periodiek. Want als de aarde haar poolstreken meer onder de zon heeft geschoven, zet ook de lucht daar meer uit en het wordt daar dan dragelijk; wat echter de pool betreft, juist daar in de krater zelf wordt de kou het hevigst.
Hoofdstuk 11: De noordpool - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
...  688 - 689 - 690 - 691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713  ...