Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 71 van 1110

...  59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84  ...
[5] Het is nu eenmaal zo, dat degene, die met een volle buik rondloopt, niet in het minst merkt, hoe de arme pijn heeft van de honger en hoe zijn maag brandt! Ook merken jullie, die goed gekleed zijn, geen koude als de winter komt; want je hebt heel veel middelen om de winter aangenamer voor je te maken dan de hete zomer. En als er een half naakte bevend van de kou bij je komt, en zijn nood klaagt en je vraagt om warme kleren, dan ergert je dat, en je geeft hem een nijdig antwoord en zegt: 'Ga weg, jij lui mens! Als je in de zomer gewerkt had, dan zou je in de winter geen nood lijden! Bovendien is het heus zo koud niet, een bedelaar moet niet zo week en kleinzerig zijn!'
Hoofdstuk 124: Gelijkenis van de nieuwe kleren en de nieuwe wijn. (3.12.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik zeg: 'Of Ik Mij nog begrijpelijker zou kunnen of willen uitdrukken?! Ja ja, Ik zou het wel kunnen, als Ik het wilde! Maar Ik wil hier niet begrijpelijker zijn en daarom zeg Ik daarover alleen nog maar dit, dat jullie oude gescheurde kleren en oude verweerde zakken zijn, die voor Mijn leer niet meer deugen! Mijn leer zou je je zoete aardse leven afnemen, dat toch jullie hoogste goed is, en voor de verbetering waarvan je alles doet. Waarvoor je zelfs op de sabbat zwaar werk verricht bij het vissen, alleen maar om in je aardse leven een beter en zorgelozer bestaan te hebben en zo mogelijk ook nog wat luxe erbij! De armen zie je echter niet, de zieken niet en de gebrekkigen ook niet, net zo min als de hongerigen en de dorstigen!
Hoofdstuk 124: Gelijkenis van de nieuwe kleren en de nieuwe wijn. (3.12.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] God is weliswaar zeer lankmoedig en heeft veel geduld, maar Hij zal jullie gedoe weldra moe worden; en let dan eens op wie na jullie de bezitter van de aarde wordt!
Hoofdstuk 124: Gelijkenis van de nieuwe kleren en de nieuwe wijn. (3.12.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Dat jullie echter zo redeneren, is wel een heel duidelijk bewijs, dat je geloof en je rechtsleer een oud gescheurd kledingstuk is, dat geen nieuwe lap verdragen kan, en het is ook net als een oude zak, waarin men geen jonge wijn meer kan doen! Want jullie zijn allen zonder uitzondering slechte en zelfzuchtige mensen! Begrijp je Mij nu?!'
Hoofdstuk 124: Gelijkenis van de nieuwe kleren en de nieuwe wijn. (3.12.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] De leerlingen van Johannes zeggen: 'Doen wij er dan verkeerd aan, als wij leven volgens de leer van Johannes? Johannes was beslist een streng prediker, maar dat was zijn leer niet!
Hoofdstuk 125: Het vertrouwen van Matthéus de tollenaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Ik zeg: 'Iedere vogel zingt en tsjilpt zoals hij gebekt is, en zo zeggen jullie alleen maar datgene, wat je wereldse verstand je ingeeft, en je kunt niets anders zeggen, omdat je niets anders begrijpt! En dat is dan ook alles, wat Ik jullie daarop kan antwoorden. Want ook al zou Ik Jullie iets hogers en waarachtigs uit de hemel meedelen, dan zou je Mij toch niet begrijpen; want je harde hart begrijpt dat niet!
Hoofdstuk 125: Het vertrouwen van Matthéus de tollenaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Jullie dwazen! Wie laat dan de vruchten groeien en rijp worden op de aarde! Wie onderhoudt ze en geeft ze steeds hun kracht?! Geloof je dan dat God degene, die zichzelf wegcijfert en opoffert voor zijn behoeftige broeders, niets kan of wil vergelden? Of denk je dat God onrechtvaardig is en het onmogelijke van de mensen verlangt?!
Hoofdstuk 125: Het vertrouwen van Matthéus de tollenaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Wie op God vertrouwt, wordt ook door God vertrouwd en Hij verlaat hem niet en stelt hem nooit teleur! Maar degenen, die net als jullie, wél geloven dat God een God is, maar Hem niét volledig vertrouwen, omdat hun eigen hart zegt dat ze niet waard zijn door God geholpen te worden, die helpt God ook niet; want ze hebben geen vertrouwen in God, maar alleen in hun eigen kracht en middelen, die ze voor bepaald heilig en onkwetsbaar houden en ze zeggen: 'Mens, als je wilt dat je geholpen wordt, help jezelf dan; want ieder mens is zichzelf het naast en zorgt eerst voor zichzelf!' En voordat hij klaar is met het zorgen voor zichzelf, gaat de hulpbehoevende te gronde!
Hoofdstuk 125: Het vertrouwen van Matthéus de tollenaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Ook Ik acht ze niet, omdat ze de onsterfelijkheid van de ziel ontkennen; maar toch is de slechtste onder hen beter dan de beste van jullie!
Hoofdstuk 125: Het vertrouwen van Matthéus de tollenaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] Ga dan en zorg voor jullie wereld, voor je vrouwen en kinderen, opdat ze niet naakt behoeven te zijn en geen honger en dorst ooit hun buik belaagt; maar het zal binnenkort toch zichtbaar worden hoeveel goeds je hen daarmee hebt gegeven! Ik zeg jullie dit: God zal niet voor hen zorgen! En dit kan Ik jullie met het volste recht en in volle waarheid zeggen:
Hoofdstuk 125: Het vertrouwen van Matthéus de tollenaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Matthéus zegt: 'Ik niet; want dan zou ik dat toch zeker wel geweten hebben; en mijn vrouw ook niet, want zij liet mij al eerder door dit meisje zeggen dat onze kleine voorraad zo goed als helemaal op was. Want behalve een tuin en een paar gepachte akkers heb ik geen grond voor het kweken van grote hoeveelheden vruchten en daar zou ik ook te weinig tijd voor hebben, omdat ik ten eerste met de tol veel werk heb en tevens ten tweede hier in dit logement voor de verzorging van mijn gasten klaar moet staan. Daarom voorzie ik mijn logement gewoonlijk van week tot week van voedsel en dat Iaat ik meestal tegen betaling uit Kapérnaum komen, jullie zorgden meestal voor de vis; wijn en graan koop ik van wat tot nog toe mijn geloofsgenoten waren, de Grieken. Dat is heel in het kort de manier, waarop ik mijn huis van het nodige voorzag; maar van deze bestelling weet niemand hier in huis iets af!
Hoofdstuk 126: Gods onveranderlijkheid en Zijn zegen. (4.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] De enige mogelijkheid is nog, dat een onbekende goede vriend dit voor mij gedaan zou hebben, maar anders is en blijft het een absoluut wonder! Waar en wie deze vriend dan zou zijn, weet ik natuurlijk net zo min als jullie. Ik zal echter nu al mijn mensen binnenroepen en ze in jullie bijzijn vragen, of ze soms iemand van de dragers herkenden!'
Hoofdstuk 126: Gods onveranderlijkheid en Zijn zegen. (4.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] 'Houd er over op', zegt Matthéus, 'daarvan wordt ik ogenblikkelijk witgloeiend van echte en terechte kwaadheid! Jullie zijn zijn ogen en daarom zie je datgene het slechtst, wat zich het dichtst bij je bevindt, namelijk je eigen neus, voorhoofd en je hele gezicht; wij, die tegenover jullie staan, zien dat allemaal maar al te goed en precies! Maar nu niets meer daarover, anders wind ik me op en ik zou jullie, als mijn nu gerespecteerde gasten, niet willen beledigen!'
Hoofdstuk 126: Gods onveranderlijkheid en Zijn zegen. (4.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Tegen de anderen zei Ik echter: 'Als je een blinde ziet, die over een greppel struikelt en valt en door zijn val het langs de greppel staande hoge gras platdrukt en een beetje beschadigt, is het dan wijs van je, als je de blinde ter verantwoording zou roepen en zou straffen?! Kijk, deze broeder van jullie ziet net als jullie wel met zijn lichamelijke ogen, maar zijn geestelijke ogen zien nog erg slecht, en als je dat beseft, is het toch wel veel te hard om hem te straffen omdat hij even struikelde!'
Hoofdstuk 127: De dood van de dochter van overste Cornelius. (5/6.12.1851) In Kapérnaum. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Mijn leerlingen vroegen nu, of ze hier op Mij moesten wachten of mee moesten gaan. Maar Ik zei: ' Jullie allen, Mijn leerlingen, en ook Matthéus, die tollenaar was, volg Mij! Ik heb voor je aardse huis gezorgd en dat zal Ik blijven doen; maar daarvoor moet jij, net als de anderen hier, Mijn leerling zijn!'
Hoofdstuk 127: De dood van de dochter van overste Cornelius. (5/6.12.1851) In Kapérnaum. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84  ...