Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 71 van 278

...  59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84  ...
[9] Overigens is het een werkelijk slechte veronderstelling van je -ik zeg het je open en zonder enige terughoudendheid in je gezicht -, dat jij deze onmiskenbare Godmens tegenover ons in de schoenen wilde schuiven dat hij je alleen maar zo behandeld had omdat hij ons instituut als een eventueel hinderlijke barrière zag voor hetgeen hij onderneemt! Dat is immers meer dan belachelijk! Ons armzalige instituut zou voor hem een hinderpaal op zijn weg zijn?!
Hoofdstuk 63: Roclus en zijn metgezellen overleggen met elkaar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] En daarom ken ik de goddelijke Nazarener in zoverre al heel aardig, zodat ik weet hoe hij is, wat hij wil en wat hij wenst. Deemoedigheid schijnt bij hem bovenaan te staan, want zonder deemoed.kan waarlijk van geen liefde en nog minder van volle waarheld sprake zijn. Maar Ja, ons uitgangspunt is zodanig, dat iedere blik van ons, iedere stap, ieder woord en iedere handeling tegenover onze medemensen je reinste bedrog en meest geraffineerde leugen is en volgens de regels van onze orde ook moet zijn omdat ons devies is, dat iedereen door ons bedrogen en belogen moet worden omdat iedereen dat zelf wil.
Hoofdstuk 64: Ruban pleit bij zijn metgezellen voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] IK keek hem heel vriendelijk aan en zei hem op vragende toon: 'Wel, Mijn scherpzinnige vriend, hoe denk je nu over Mij? Wat vindt jouw scherpe verstand van Mij en wat voelt daarnaast je hart? Je hebt immers daarstraks aan die jongen bekend, toen je nog naar Mij op zoek was, dat Ik een echte God was, dat je Mij ook zonder Me persoonlijk te kennen, liefhad en steeds sterker de levensdrang in je waarnam om je knieën voor Mij te buigen en Mij zelfs serieus als een ware God te aanbidden!
Hoofdstuk 66: Raad en toespraak van de Heer, gericht aan de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Er is ook geen enkel ziek plekje in mijn geweten dat ik geheim heb gehouden, en daarom sta ik hier ook heel moedig tegenover je! De dood vrees ik niet, ofschoon ik waarlijk geen vriend ben van pijn en lijden. Wat is er verder nog waarmee je de haren van een man, die ook van zichzelf kan zeggen 'Si totus illabatur orbis, impavidum ferient ruinae! ,** (** Ook al stort de hele wereld in elkaar, de onverschrokkene zal toch door het puin gedragen worden)van angst te berge zou kunnen doen rijzen? Laten we nu liever goede vrienden blijven en elkaar in alles wat goed en waar is steunen, wat zonder meer zeker het beste is voor alle mensen, dan zal het volgens mij helemaal niet nodig zijn dat wij elkaars haren te berge doen rijzen! Overigens kun je doen wat je wilt, de wereld zal over het algemeen toch nooit beter worden dan ze nu is en ook altijd al was!
Hoofdstuk 53: Roclus rechtvaardigt het stichten van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Ik heb daarstraks al, toen ik nog volledig atheïst was, de opmerking laten vallen, dat en hoe een mens het alleen maar tot een werkelijke God en tot het eeuwige leven kan brengen door het levensprincipe in zichzelf te vinden, en dat misschien al verscheidene mensen heel lang geleden het zover gebracht hebben en in de toekomst nog meer mensen het zover zullen brengen. Nu hebben we de man uit Nazareth, die geen verzinsel is en die mijn bewering volkomen rechtvaardigt! Aan hem dacht ik dan ook toen ik die opmerking tegenover jou maakte. Ik zou er heel wat voor over hebben als ik hem ergens kon vinden! Ik zou zelfs zijn leerling worden en ik zou hem, als het allemaal waar is wat ik over hem gehoord heb van enkele van mijn collega's, zonder daar verder nog aan te twijfelen voor een ware God houden en hem met hart en ziel liefhebben en aanbidden, ook al zou je me daar duizend joodse Jehova's en honderdduizend Egyptische oppergoden tegenoverstellen!
Hoofdstuk 54: Wat Roclus over de Nazarener heeft gehoord en zijn opvattingen daarover - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] ROCLUS zegt: "Neen, neen, dat is hij niet! Ten eerste is hij daar veel te jong voor; dertig jaar, -hoe komen jullie daarbij!? Deze jongen is amper zestien! En ten tweede hebben we de hoogst eigen bekentenis van de jongen zelf! Zijn moedwilligheid is wel een beetje erg, maar van een leugen is bij hem absoluut geen sprake, dat garandeer ik jullie, -geen spoortje van een leugen is bij hem; want zo goed heb ik hem welleren kennen! Oprecht is hij zonder meer, soms ook wel een beetje ondeugend, wat we vanwege zijn jeugdige leeftijd graag door de vingers willen zien, te meer daar hij zo'n prachtige jongen is als ik in mijn leven nog nooit heb gezien! Men zou bijna denken dat hij een verkleed erg mooi meisje is; maar soms ziet hij me er toch veel te ernstig uit, zodat ik hem dan ook ondanks zijn zeer vrouwelijke schoonheid toch voor een mannelijk persoon moet houden. Ook is hij veel te wijs voor een meisje; want meisjes, ook al zijn ze nog zo mooi, zijn altijd een beetje dom en kunnen zich nooit en te nimmer tot de wijsheid van een man verheffen. Maar hij bezit een heel bijzondere wijsheid, waar iemand zoals wij niet mee kan wedijveren. Dit alles bewijst echter ook dat hij niet de Nazarener zelf, maar een echte dienaar van hem is. Laat hij ons bij de Nazarener brengen!"
Hoofdstuk 56: De Essenen gissen naar de persoon van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Als ik een God waarachtig wil leren kennen dan moet ik daarbij, en wel op de eerste plaats, ook denken en dan pas voelen! Wat moet anders een beter en geestelijk gevoel in mijn hart opwekken als ik als een os ben zonder verstand? Jij zei me dat ik de goddelijke Nazarener alleen met mijn scherpe verstand moest zoeken en vinden; en dat zal ik ook doen om je te laten zien, dat een goed verstand ook ergens goed voor is! Kort en goed, het is uitstekend, ik ben je heel veel dank verschuldigd en ik mag je echt heel graag -want je hebt mij een echte God leren kennen en mij daardoor een onmetelijke schat gegeven, waartegen hele goudbergen niet opwegen -; maar datje nog steeds vervelende opmerkingen maakt over mijn verstand bevalt me niet aan jou!
Hoofdstuk 57: Roclus spreekt over het belang van een ontwikkeld verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Men zegt, dat alleen het geloof een licht is voor de mens! O, lieve hemel, wat is dan een geloof zonder verstand? Het is de wiegewijsheid van onmondige kinderen die naar de maan reiken omdat ze mogelijk denken dat het een rond stuk honingbrood is! Er zijn werkelijk volwassen mensen op deze goede aarde die de maan voor een in de lucht zwevend stuk brood houden, dat iedere maand door de paradijsvogels wordt opgegeten, maar dan meteen weer opnieuw begint te groeien! Ja, vriend, zeg me, wat heb jij, wat heb ik en wat heeft een God nu aan zo'n geloof? Is het dan niet beter en waardiger voor de menselijke en goddelijke geest in de mens om na te denken en in de loop van de tijd te ontdekken, dat de maan toch iets anders moet zijn dan een stuk brood waarvan de paradijsvogels kunnen eten?
Hoofdstuk 57: Roclus spreekt over het belang van een ontwikkeld verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Ik herken in u, verheven meester, de volle goddelijke kracht, zonder welke het u totaal onmogelijk zou zijn om de werken te verrichten die alleen een god mogelijk kunnen zijn, omdat in hem alle ontelbare speciale krachten verenigd zijn en hun eeuwige oerbasis hebben van waaruit ze alleen maar kunnen werken. En omdat ik dat in u ontdekt heb, is het ook wel zeker dat ik een grenzeloze achting en liefde voor u heb, wat u met de ogen van uw geest nog duidelijker in mijn hart en hersenen kunt zien dan die jongen daar.
Hoofdstuk 68: Het priesterdom als grootste hindernis om de leer van de Heer te verbreiden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Als jullie zo zijn, kunnen jullie tegen die berg zeggen: 'Verhef je en stort in zee!" -en het zal geschieden volgens jullie wil! Maar let wel, zonder Mij zijn jullie nergens toe in staat!
Hoofdstuk 69: De ware levensweg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Maar al deze wezens zullen geen eigen, vrije wil hebben en geen eigen, op zichzelf staand, zelfwerkzaam leven. Ze zullen zich alleen maar bewegen volgens Gods wil die door hen heen stroomt. Wat zij zien zal zijn wat God ziet, hun gedachten zullen de gedachten van God zijn. Zulke schepselen zullen zijn als de afzonderlijke ledematen van je lichaam, die zich zonder jouw bewustzijn en jouw wil absoluut niet zelf kunnen bewegen en actief kunnen zijn.
Hoofdstuk 71: Wat aan gene zijde het lot is van de materieel geworden ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Is dit niet heel anders met je kinderen, die ook uitjouw vlees en bloed zijn voortgekomen? Die wachten niet meer op jouw wil; zij hebben een volledig eigen leven, bewustzijn en wil. Ze zullen je wel volgen, en lessen en geboden vanje aannemen, maar niet overeenkomstig jouw, maar altijd slechts volgens hun hoogst eigen wil, zonder welke jij aan hen net zo weinig zou kunnen leren als aan een uit steen gehouwen beeld of een steen!
Hoofdstuk 71: Wat aan gene zijde het lot is van de materieel geworden ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Gesteld, dat ik een volstrekte waarheid, die mij verteld is, moet geloven zonder mij ook maar in het minst ervan te kunnen overtuigen dat het werkelijk een waarheid is, omdat het verstand en de ervaring die daarvoor nodig zijn ontbreken. Wat is zo'n geloof dan anders dan het blindste bijgeloof? Want wat voor nut heeft de geloofde waarheid voor mij als ik die niet begrijp, ja mij helemaal niet overtuigen kan of het een waarheid is? Waar zou goud nu goed voor zijn, als het verstand van een mens het niet zou kunnen onderscheiden van ander, gewoon, waardeloos metaal? Als een mens dus iets gelooft dan moet hij het toch met een beetje verstand geloven, anders maakt het voor hem immers niet uit of iets leugen of waarheid is!
Hoofdstuk 57: Roclus spreekt over het belang van een ontwikkeld verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] Als jij mij zegt: 'Ver achter die blauwe bergen ligt een stad die louter uit de kostbaarste edelstenen is opgebouwd, en de mensen die daar wonen zijn allemaal reuzen!', dan zal ik jou, als ik blind en dom genoeg ben, op je woord geloven en dan zal dat zelfs een onwrikbare waarheid voor me zijn; maar als er dan iemand anders komt die tegen mij zegt: 'Zeg, achter die blauwe bergen ligt helemaal geen stad, en er zijn al helemaal geen mensen die zo groot zijn als reuzen!', wat zal ik als dom onwetend mens zonder verstand dan doen? Ik zal vasthouden aan wat ik het eerst gehoord heb, ofschoon het een pure leugen is, en ik zal met brutale spot de waarheid van de tweede afwijzen! Kan dit echter een hoogst wijze God om het even zijn?
Hoofdstuk 57: Roclus spreekt over het belang van een ontwikkeld verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] RAPHAËL zegt: 'Maar vriend, jij maakt je in zekere zin druk om iets waarvan jij alleen maar veronderstelt dat ik er zo over denk; hoe kun je van me denken dat ik een tegenstander ben van een goed verstand bij mensen?! Als ik je zeg datje de Nazarener hier nu met je kritische verstand moet zien te vinden, wil ik je er alleen maar op wijzen dat ook het helderste verstand bij lange na niet toereikend is, maar dat het vooral een zaak is voor het gemoed, dus van de liefde, om Diegene te zoeken en te herkennen, die Zelf de hoogste en zuiverste liefde is! Het verstand moet hierbij weliswaar niet ontbreken, maar het moet voorafgegaan worden door de liefde! Zonder liefde lukt dit het pure verstand als zodanig niet!
Hoofdstuk 58: De invloed van de liefde op het verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84  ...