Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2083 resultaten - Pagina 71 van 139

...  59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84  ...
[5] Het is werkelijk wonderbaarlijk; we zien een bijna onafzienbare tafel die van de meest kostelijke spijzen voorzien lijkt te zijn en als we goed kijken, ontdekken we aan beide zijden een groot aantal gasten, die zich al flink tegoed doen. Ook zien we een heleboel bedrijvige wezens die de gasten ijverig bedienen, en ook nog dat menige gast zich heel belangstellend met deze dienende geesten over het een of andere onderwerp onderhoudt.
Hoofdstuk 49: Aan Abrahams tafel bij het aanschouwen van de heilige drievuldigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Een ander uit het gezelschap gaat naar de spreker toe en zegt heel gewichtig: broeder, niet zo luid, want anders zou de tafeldienaar ook wel eens tegen jou kunnen zeggen dat jij niet goed thuis bent in de Heilige Schrift. Kijk, nu weet ik toch beter raad te verschaffen. Dit is zeker de kloof waardoor indertijd de rijke vrek in de hel met Abraham in de hemel heeft gesproken en hem om een druppel water en nog meer heeft gesmeekt. Deze kloof is daarom zeker als eeuwig gedenkteken bewaard gebleven. En aangezien we niet over de kloof heen kunnen, wat voor ons `zalige geesten' wel wat zonderling klinkt, gaan we maar weer onze weg terug en sluipen heel ongemerkt weer aan tafel.
Hoofdstuk 53: Verrassingen in de schijnhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Een ander zegt tegen hem: broeder, broeder praat niet zo luid! Heb je op aarde nooit het oude spreekwoord gehoord: als je van de duivel spreekt trap je hem op zijn staart? Nu onze dienaar het zich heeft gepermitteerd deze dubbele grap met ons uit te halen, zou hij wellicht ook op het idee kunnen komen om nog een streep door onze tafelrekening te halen. Daarom denk ik dat we heel rustig en bescheiden over deze landtong naar de tafel moeten gaan, anders zou het kunnen gebeuren dat we met z'n allen hier een kleine hemelse hongerkuur moeten ondergaan. Ik ben van mening: als men in de hemel eigenlijk niet kan zondigen, dan is dat eigenmachtig handelen misschien ook niet helemaal juist. Het zou best mogelijk zijn dat er in de hemel voor ongehoorzame hemelse geesten ook een soort hemelse straf bestaat. Daar weet weliswaar geen sterveling iets vanaf, maar zoals jij en jullie allemaal weten, konden wij op aarde nooit iets concreets over de hemel te weten komen en daarom kunnen wij pas hier wat meer met de daarvoor geldende regels vertrouwd raken. Ik ben van mening dat we hier met de allerheiligste drie-eenheid voor ogen wat berouw moeten tonen, opdat ons onze misstap vergeven moge worden.
Hoofdstuk 53: Verrassingen in de schijnhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Kijk nu, naargelang het vaartuig de oever nadert, herkent onze woordvoerder zijn tafeldienaar, die hij zich nog goed herinnert, ook steeds beter. Daarom wendt hij zich tot zijn gezelschap en zegt: kijk daar eens, als dat niet onze fraaie tafeldienaar is, dan is onze natte ondergrond geen water. O, hij is het; zijn hele manier van doen, zijn gezicht, zijn lange blonde haren; kort en goed, hoe dichter we bij hem komen des te beter herken ik hem! Had ik nu maar een klein beetje almacht, dan zou ik graag een kleine donderbui op hem afsturen. Aangezien ik dat niet kan, zullen hem toch tenminste als we bij elkaar zijn, enkele goedgekozen, scherpe woorden uit mijn mond treffen. Ik kan toch niet geloven dat er in dit geestenrijk, dat wil zeggen daarboven in die verdachte hemel en hier beneden in dit land, twee geesten te vinden zijn die als twee druppels water op elkaar lijken. We zullen daarom ook niet doen alsof we hem al eerder hadden gezien, maar afwachten wat hij zelf wellicht gaat zeggen als we allemaal aan land zijn. Zegt hij echter niets, dan zal ik wel een gesprek met hem aanknopen en zeker te weten komen of hij de tafeldienaar is of niet! Een ander uit het gezelschap zegt tegen de woordvoerder: luister vriend, stel dat deze geest, die kennelijk op ons staat te wachten, de ons bekende tafeldienaar is, dan denk ik heel anders over de manier waarop we met hem moeten omgaan dan jij, beste vriend en broeder. Kijk, het was toch zonder meer jouw en ons aller wil om uit de vorige zit-, eet- en gaaphemel weg te komen. De dienaar heeft jou dat bij mijn weten ook toegezegd. Dat hij juist daarboven niet meer naar ons toe is gekomen, verbaast me helemaal niet, want, sta me toe, ten eerste ben jij meteen na zijn vertrek vanwege de verkeerde tekst tegen hem van leer getrokken en ten tweede heeft niemand van ons, juist om die reden, zijn raad met betrekking tot onze gedragsregels in acht genomen. Dat hij ons daarom min of meer aan ons lot heeft overgelaten en ons inderdaad in grote verlegenheid heeft gebracht vind ik, in aanmerking genomen dat we hem werkelijk bruut behandeld hebben, zonder meer volkomen terecht. Omdat we zo wonderbaarlijk werden gered en ongedeerd zijn gebleven, en dat zeker alleen aan hem te danken hebben, ben ik van mening dat we onze donderbui, onze scherpe woorden en slimme benaderingswijze beter achterwege kunnen laten. Anders zou hij misschien op het idee kunnen komen ons nog eens te vergeten en dit land dat nu zo dichtbij is, eveneens zo losjes te maken als dat daarboven in de hemel.
Hoofdstuk 54: Bevrijding uit de schijnhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Het is namelijk alle betere rooms-katholieken eigen, dat zij buitengewoon verlangend naar licht in het rijk der geesten en dus ook nu in de waarachtige hemel aankomen. Daarom vragen ze ook honderduit om zich licht te verschaffen in alle verborgen hoeken, die tijdens hun aardse leven steeds in grote duisternis werden gehouden.
Hoofdstuk 59: Aankomst in de eeuwige morgen. Beperking van de goddelijke macht bij de opvoeding van het menselijk gemoed - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] De natuurlijke wereld en de vormgeving van alle schepselen in het algemeen zijn werken van Mijn almacht. Wanneer vrije geesten dan op grond van Mijn Woord en de daarnaar geleide levenswandel het leven uit Mij in zich hebben opgenomen, dan bewerkstelligt Mijn almacht dat de vrij geworden levende geesten alles wat zij als nuttig, goed en waar in zichzelf erkennen, ook onmiddellijk reëel en in rijke mate kunnen aanschouwen en daar ook meteen vrij gebruik van kunnen maken.
Hoofdstuk 59: Aankomst in de eeuwige morgen. Beperking van de goddelijke macht bij de opvoeding van het menselijk gemoed - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Een derde uit het gezelschap merkt op: luister broeders, zes ogen zien meer dan twee! Ik ben van mening dat wij ook met betrekking tot de Heilige Schrift en de tekstverwisseling, of beter gezegd de naamsverwisseling beslist geen ophef moeten maken. Hoe kunnen wij eigenlijk weten welke plaats het goddelijke woord bij hemelse geesten en in het bijzonder bij engelen inneemt, hoe zij het lezen en hoe zij het begrijpen? Het is ook heel goed mogelijk dat Johannes deze uitspraak over Christus wel heeft gedaan, maar deze niet zelf heeft opgeschreven; ook kan zij door de vele overleveringen, evenals bij mijn weten een hele brief van Paulus, voor de wereld verloren zijn gegaan. In de hemel zullen dergelijke zaken zeker niet verloren gaan. Daarom denk ik, zoals reeds gezegd, dat wij wat dat betreft ons in onze onwetendheid wat bescheidener moeten opstellen. Zoals jullie weten was ik op aarde zelf een geestelijke en zelfs doctor in de theologie en heb als zodanig in het heilige boek ook wel menig hiaat gevonden. Maar ik heb me getroost met de gedachte dat als dergelijke verdwenen passages voor het heil van de mensen onontbeerlijk zouden zijn, de Heer het ook nooit zou hebben toegelaten dat ze verloren zouden gaan. En verder dacht ik nog dat dergelijke passages eens in de hemel voor een hoger geestelijk doel in zuiverste vorm aanwezig zullen zijn. Kijk, de woordvoerder en ook alle anderen zijn met dit voorstel volkomen tevreden.
Hoofdstuk 54: Bevrijding uit de schijnhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Onze woordvoerder zegt tegen zijn gezelschap: nee maar, dat is toch merkwaardig! Tot nu toe heb ik altijd geloofd dat geesten alleen voor de mensen op aarde zo plotseling onzichtbaar kunnen worden, maar dat geesten ook voor geesten onzichtbaar kunnen worden is voor mij iets spiksplinternieuws. Wie mij kan zeggen hoe deze geest, die ongetwijfeld een engel moet zijn, zo vlug voor onze ogen kon verdwijnen, nou, die weet meer dan ik. Bij mijn arme leven: ik ben van mening dat men op aarde eerder in de maan kan bijten dan op deze vraag een antwoord vinden. Een ander geeft hem ten antwoord: beste vriend, kijk, dat vind ik nu weer niet zo vreemd, want op aarde heb ik vaker gehoord dat engelengeesten bliksemsnel kunnen reizen. Omdat deze echte engelengeest dus zo vlug voor onze ogen verdween, is dit niets anders dan een duidelijke bevestiging van hetgeen we op aarde al zo vaak hebben gehoord.
Hoofdstuk 55: Eerste solide woonplaats na de schijnhemel. Onbegrijpelijke drie-eenheid. De evangelische Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] De eerste woordvoerder zegt: beste vriend, wat dat betreft moet ik je openlijk zeggen dat dit verlangen voortkomt uit een zeer zwakke geestesgesteldheid. Iedereen weet toch dat deze vleugels slechts op grote snelheid duiden en dus enkel een zinnebeeld zijn. Daarom kan zo'n geest heel goed een engel zijn zonder dat hij een paar zichtbare vleugels heeft. Het opvallende is alleen, zoals ik al zei, dat de ene geest voor de andere onzichtbaar kan worden. Het brengt me zelfs niet van de wijs dat wij als geesten niet in staat zijn zo snel vooruit te gaan als onze tafeldienaar, want daar zal ook wel een zekere oefening voor nodig zijn; al doende leert men! Maar zoals ik zeg, dat onzichtbaar worden laat me niet los. Genoeg hierover. Als we hem weer eens zullen ontmoeten, zoals hij heeft gezegd, dan zal hij het ons wel uitleggen.
Hoofdstuk 55: Eerste solide woonplaats na de schijnhemel. Onbegrijpelijke drie-eenheid. De evangelische Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Deze omgeving hier beneden is hoofdzakelijk zo'n werk van Mijn almacht en stemt in alles overeen met datgene wat er in deze geesten aan geloofswaarheden aanwezig is en wat zij aan daaruit voortvloeiende goede werken hebben verricht. Zo is dit overal het geval, waarheen je je ogen maar wilt wenden, of het nu over de hele eindeloze middag, over de hele avond of over het gehele noorden is.
Hoofdstuk 59: Aankomst in de eeuwige morgen. Beperking van de goddelijke macht bij de opvoeding van het menselijk gemoed - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Voor deze wezens zullen we nog lang volkomen onzichtbaar blijven. Want jullie moeten weten dat engelengeesten, of deze nu uit de derde hemel zelf zijn of dat hun wil overeenstemt met die van de derde hemel, voor geesten van lagere hemelen zolang volkomen onzichtbaar blijven, totdat de geesten van de lagere hemelen zelf innerlijk het wezenlijke van de liefde tot de Heer hebben opgenomen, en wel eerst met betrekking tot het inzicht en dan tot het werken uit liefde. Daarom kunnen ook wij zonder meer dit klooster binnengaan zonder dat iemand ons zal zien. Mij niet, omdat ik een burger van de heilige stad ben en jullie niet, omdat jullie in mijn sfeer zijn en derhalve overeenstemmen met de wil van de opperste hemel, welke de wil van de Heer is.
Hoofdstuk 62: Bezoek aan de karmelietessen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Ik heb deze zuster slechts gezegd wat hier in het rijk der geesten de volle waarheid is, en jou door haar laten roepen om ook jou, als leidinggevende verder in de goddelijke waarheid te onderrichten. In plaats van naar mij te willen luisteren, heb je meteen het gloeiende zwaard van het oordeel gegrepen om deze arme zuster ofwel, als het mogelijk zou zijn, met één slag dood te slaan of haar zelfs dadelijk aan de hel uit te leveren.
Hoofdstuk 64: Verlossing van de arme gevangenen. Oordeel en jongste dag - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] lieve vrienden en broeders, we zullen hier noch het een noch liet ander doen. Het klooster lijkt alleen maar vanaf enige afstand gesloten en toont daarmee aan, dat haar bewoners moeilijk te benaderen zijn. Daarom maakt dit gesloten klooster juist de verstarde grondbeginselen van zulke geesten naar buiten toe zichtbaar.
Hoofdstuk 66: uitleg over de Inrichting van het augustijnenklooster - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Jullie zeggen: beste vriend en broeder, we kunnen nog niet goed begrijpen hoe zoiets in zijn werk gaat. Gebeurt dit door de wil van de inwonende geesten, gebeurt dit door jouw wil of is er voor dit doel een of andere spookachtige machine opgesteld waarmee alle deuren door een eenvoudige knopdruk plotseling opengaan?
Hoofdstuk 66: uitleg over de Inrichting van het augustijnenklooster - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Hadden we hier in dit rijk maar de heilige inquisitie, dan konden we zulke ketterse geesten folteren als lichamelijke mensen op aarde. We zouden hun voor hun ketterij het vuur wel zo na aan de schenen leggen, dat de diepste hel zich daarbij zou moeten schamen! Maar wat kan men hier doen, nu men geen macht meer heeft? Men moet hier zo'n ontzettend kruis letterlijk op zijn schouders nemen en Christus heel geduldig volgen.
Hoofdstuk 69: De augustijner monnik in beraad - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84  ...