Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 71 van 1490

...  59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84  ...
[3] Jaïrus riep snel alle doktoren uit de wijde omgeving bij elkaar ook die uit Nazareth werd gehaald; want deze had een heel goede naam als wonderdokter omdat hij als het ware een leerling van Mij was, en hij ook door eenvoudige handoplegging zwaar zieken in een oogwenk had genezen.
Hoofdstuk 228: De dokter uit Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Baram gaat nu vlug aan dek en zegt: 'Geëerde afgezanten van de overste! Ik vind het echt jammer voor u dat ik u van Jezus, de Heer, geen gunstig antwoord kan brengen! Maar daaraan hebben de Kapérnaumers zelf schuld; want nadat Hij destijds het dochtertje van de overste wezenlijk uit de zichtbare en voelbare dood weer tot het volle leven gewekt heeft, verklaarden zij, de Farizeeën van deze door Hem vervloekte stad, al gauw daarna dat Hij een bedrieger was. Zij hebben voor het hele volk bewezen en verklaard dat Jaïrus Jezus slechts op de proef wilde stellen en daarvoor zijn kerngezonde dochtertje op een speciaal gemaakt doodsbed had gelegd; en toen had de bedrieger Jezus, die niet vermoedde dat het een val was, haar natuurlijk heel gemakkelijk uit de dood tot leven kunnen wekken, hetgeen hij deed - zoals ik van een paar mensen gehoord heb - door haar behoorlijk hard in haar hand te knijpen, omdat hij inmiddels gemerkt had dat ze leefde, en toen was ze maar liever opgestaan dan de pijn in haar hand nog langer te moeten verdragen.
Hoofdstuk 227: Een tochtje op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Maar toen deze naar Kapérnaum kwam en de zieke dochter zag, haalde hij zijn schouders op, en zei na een poosje tegen al de aan het ziekbed staande doktoren: 'Kijk, het meisje heeft, terwijl ze erg verhit was, op het een of andere feest iets kouds gedronken en daardoor kreeg ze een actief longbederf; binnen hoogstens zeven dagen is het met haar afgelopen! We kunnen haar geen nieuwe long geven en dus kunnen we haar met geen mogelijkheid helpen!'
Hoofdstuk 228: De dokter uit Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Jaïrus zegt: 'Denkt u, dat die verheven beroemde Jezus die mijn dochter al eens uit de echte dood opgewekt heeft, zoals hij de dochter van de overste Cornelius opwekte waar mijn dochter een paar dagen geleden deze kwaal opliep, haar ook niet meer kan genezen?'
Hoofdstuk 228: De dokter uit Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] De dokter uit Nazareth zegt: 'Geen ander, dan wat u allen, die zichzelf dienaars van de allerhoogste noemen, terecht verdiend hebt! Vertelt u mij eens hoe een mens dan geaard moet zijn, om bij zo'n behandeling van uw kant toch nog uw vriend te kunnen blijven?! Waarlijk, God Zelf zou u niet meer weldaden hebben kunnen bewijzen, dan deze zuiver goddelijke Jezus u gegeven heeft! Wat deed u Hem echter terug?! U vervolgde Hem als een gruwelijke misdadiger, en als u hem te pakken had kunnen krijgen, dan zou u hem reeds lang gedood hebben; hoewel Gods hand Hem duidelijk beschermt, deed u tegen Hem toch zo veel mogelijk kwaad.
Hoofdstuk 228: De dokter uit Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] Deze eerlijke toespraak van Borus maakt dat een aantal van de hier aanwezige Farizeeën boos wordt en tegen hem zegt: 'Beheers je brutale Griekse tong eens! Daarvoor hebben we je niet uit Nazareth hierheen geroepen! Pas maar op; want we hebben macht genoeg om je in het ongeluk te storten!'
Hoofdstuk 228: De dokter uit Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Wij mensen hebben een gevoelige huid en een nog gevoeliger maag; deze twee willen tevreden gesteld worden, en daarom blijft ons niets anders over dan het verstand en de rede maar aan de kapstok te hangen en met de stroom mee te gaan, of als een verachte bedelaar ergens in een hoek van de aarde dood te gaan als wild, dat door een geworpen steen verwond is.
Hoofdstuk 229: Het verweer van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Moet u zien! Uw dochter lijdt aan een ongeneeslijke ziekte; wat zou u nu geven voor een waarachtige medicijn, die haar zou helpen?! Als ik u als ervaren dokter zou zeggen, dat er maar één enkele echte medicijn zou zijn, die haar in één keer zou genezen, dan zou die medicijn dan toch wel de echte waarheid voor de lichamelijke ziekte van uw dochter zijn! Ja, voor deze waarheid zou u nu alles willen geven; maar voor een waarheid, waardoor uw ziel gezond zou worden, geeft u niet alleen niets, maar, waar u die ook maar ontdekt, vervolgt u die ook nog terwille van uw goede leventje! Zegt u mij eens: Waar hoort zo'n handelwijze thuis?
Hoofdstuk 229: Het verweer van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] En deze Jezus, deze God onder alle mensen, vervolgt u te vuur en te zwaard en u zult waarschijnlijk niet eerder rusten dan tot u met Hem gedaan hebt, wat uw vaders met alle profeten gedaan hebben!
Hoofdstuk 229: Het verweer van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] Deze woorden drongen als gloeiende pijlen in het hart van de overste; wel zag hij de diepe waarheid in en hij wilde zijn baan al opzeggen; maar hij was bang voor het opzien dat dit zou baren en zei tegen Borus:
Hoofdstuk 229: Het verweer van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[20] 'Je zegt het beslist niet aardig, maar wat je zegt is waar. Als ik nu, zonder veel en in zekere zin verderfbrengend opzien te baren, voor mijn hoge functie kon bedanken, dan was ik volledig bereid om dat voor de genezing van mijn geliefde dochter te doen! Maar denk eens aan het verschrikkelijke opzien, dat deze stap zou veroorzaken! Daarom moet ik het voorlopig tot een beter moment verschuiven.'
Hoofdstuk 229: Het verweer van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[22] Na deze woorden verlaat Borus, zonder dat ze hem tegen kunnen houden, het huis van de overste en snelt opgewonden weg. Dat gebeurde in Kapérnaum op de tweede dag nadat wij op zee de boodschappers ontmoetten.
Hoofdstuk 229: Het verweer van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[23] Maar Ik rustte op de heuvel, en vertelde deze gebeurtenis een hele dag eerder dan de dag waarop zij in werkelijkheid plaats vond.
Hoofdstuk 229: Het verweer van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] En Ik zeg: 'Wat beter is, is altijd beter; neem het daarom, maar beschouw het nooit te veel als je eigendom, maar slechts als iets dat voor deze korte tijd geleend is!'
Hoofdstuk 230: Jozefs dood en zijn getuigenis over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] 'O mijn God en mijn Heer! Wat bent U toch genadig en barmhartig voor mij! Oh, ik zie nu, dat er geen dood is; ik zal eeuwig leven! Ach, hoe heerlijk, God, zijn Uw hemelen! Kinderen, kijk naar Hem, Die nu mijn stervende hoofd met Zijn armen ondersteunt! Hij is mijn God, mijn Schepper! O hoe zalig is het, in de almachtige armen van je Schepper op deze armzalige wereld te sterven!'
Hoofdstuk 230: Jozefs dood en zijn getuigenis over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84  ...