5587 resultaten - Pagina 71 van 373
... 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 ...
[10] IK zeg: 'Mijn lieve dochtertje, dat is nu juist ook weer niet zo strikt noodzakelijk, maar zwijg alleen maar als je niets gevraagd wordt! Als men je echter wat vraagt en je zwijgt, zal de man dat aanzien voor grote eigenzinnigheid, boosheid en geraffineerdheid, en zijn hart van je afwenden.Hoofdstuk 10: Een evangelie voor het vrouwelijk geslacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Toen ook dit geregeld was, kwam OUBRATOUVISHAR naar Mij toe en zei: 'U alleen bent almachtig en meer dan almachtig! Kijk, ik en mijn broeders en zusters hebben nu het heil gezien van alle mensen die rechtschapen van hart en van goede wil zijn, en die zorgen voor de vorming van het hart en het gemoed en niet voortijdig voor die van het verstand, dat eigenlijk slechts een rechterarm van het hart moet zijn. Dit is en blijft de enige, juiste weg van het ware leven en zijn heil, hetgeen wij Moren allen, als mensen die een heldere geest hebben, goed inzien en begrijpen.
Hoofdstuk 11: De meningen van de Nubiërs over wonderen doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[18] Domheid als zodanig verdient medelijden, omdat een dom mens er niets aan kan doen dat hij reeds vanaf de wieg dom is gebleven; maar er zijn mensen -zoals de meeste hogepriesters, Farizeeën en schriftgeleerden -die niet dom zijn, maar zichzelf opzettelijk dom houden om de arme door hen dom gemaakte mensheid dan des te gemakkelijker voor hun in de hoogste graad zelfzuchtige doeleinden te kunnen gebruiken! Dergelijke mensen hebben geen zieke zielen; zij zijn alleen maar erg sterke en gezonde wolven in schaapskleren en verdienen niet anders dan met de scherpste pijlen neergeschoten te worden, want daar zou ieder medelijden van willekeurig welk menselijk hart dan ook een grove domheid zijn.
Hoofdstuk 9: De voorspelling van de Heer over het lot van Rome en Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[15] Kortom, Mijn echte kinderen zullen als het ware zelfs kunnen spelen met die krachten van Mijn hart en wil, die Ik Zelf evenmin ooit daadwerkelijk heb gebruikt als dat Ik ooit deze aarde heel dicht naar de zon heb geschoven, om voor de grap met haar onbeschrijfelijke hitte een paar bergtoppen af te smelten, wat niet mogelijk zou zijn zonder tegelijk de hele aarde mee te veranderen in de oorspronkelijke ether. Wat Ik dus noch in het groot en nog minder in het klein mag doen, dat kunnen Mijn kinderen met de magische spiegels ten eerste natuurlijk en dan ook des te meer geestelijk verrichten!
Hoofdstuk 14: Het doen van wonderen door de mens, die geheel in Gods wil is opgegaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Ik zeg jullie: Wie liefde heeft en liefde schenkt, is Mijn kind, Mijn zoon, Mijn dochter, Mijn vriend en Mijn broeder! Wie de liefde echter niet heeft en haar dus ook niet schenkt, is een vreemde en wordt als zodanig behandeld. Als Ik je echter Mijn vriend noem, dan ben je geen vreemde meer, maar behoor je tot Mijn huis door Mijn woord, datje getrouw in je hart hebt opgenomen. Maar ga nu getroost heen en verkondig dat alles aan je broeders!'
Hoofdstuk 15: De Heer troost de Nubiërs, die niet zijn geroepen tot het kindschap van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Nauwelijks had Ik dat gezegd of er kwamen al twaalf mannen om het oude huis heenlopen; het waren zes joden en zes Grieken. De Caesareeërs die nu in een paar hutten kampeerden, hadden namelijk via hun herders en vissers gehoord, dat de Romeinse stadhouder een groot stuk land aan de oude visser Marcus geschonken had en dat dit als zijn volledig eigendom omringd was met een ontoegankelijke muur. De Caesareeërs beschouwden echter alle grond in de verre omtrek rondom de stad als land van de gemeente en wilden nu van Cyrenius horen met welk recht hij zich aan het eigendom van de stad had kunnen vergrijpen, omdat de stad daarover steeds zowel aan de Romeinen als ook aan Jeruzalem de cijns betaald had. Ik had Cyrenius echter al vooraf heimelijk een aanwijzing in zijn hart gegeven, en hij wist dan ook al van te voren waarover het zou gaan eer nog iemand van de afvaardiging zijn mond had opengedaan, en hij was daardoor ook voldoende voorbereid op het antwoord, dat hij de zeer vrijpostige, treurige afvaardiging zou geven. .
Hoofdstuk 16: De deputatie uit Caesarea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Toen Marcus met Raphaël, die hem het nut van alles wat zich in huls bevond had laten zien, en met de twaalf afgevaardigden bij mijn tafel kwam, zei RAPHAËL heimelijk tegen hem: 'Bespaar je ditmaal de Heer hardop te loven, die dat toch al luid genoeg uitje hart hoort; want het gaat er nu om dat deze twaalf Caesareeërs mogelijkerwijs ook tot de Heer bekeerd worden! Zij hebben eigenlijk helemaal geen geloof, maar zijn pure atheïsten uit de fraaie school van Epicurius, een van de voornaamste grondleggers van het dierbare genootschap van de Essenen.
Hoofdstuk 20: Roclus bezichtigt het wonderbouwsel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] En wee de eerlijke en goedmenende, rechtschapen man die uit waar inzicht en reine, onbaatzuchtige liefde tegen het volk zou zeggen: 'Geloof deze valse profeet niet; want ieder woord uit zijn mond is een keiharde leugen waaruit alleen brandende eigenliefde en tirannieke heerszucht blijkt, die jullie die nu nog vrij zijn, spoedig met zware ketenen,zal binden! Hij zal jullie onverdragelijke wetten onder de titel 'wil der goden' opleggen en op het overtreden daarvan de zwaarste straffen, ja zelfs de marteldood zetten. Dan zullen jullie en je kinderen onder de zware druk van zo'n valse leraar zuchten en weeklagen en luid om redding roepen! Maar jullie roepen zal volkomen tevergeefs zijn, want tegen de macht van de tiran, die noch een hart noch een greintje menselijke naastenliefde bezit, zal moeilijk iets gedaan kunnen worden!'
Hoofdstuk 23: Roclus' mening over goden en priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Zolang een mens echter in iemand geen volledig vertrouwen durft te hebben, .wordt hij ook nooit een waarachtig vriend van hem. Zolang hij echter met een waarachtige, volkomen trouwe vriend van iemand wordt, zal hij zijn hart ook niet geheel voor hem blootleggen. Legt hij zijn hart echter niet geheel voor iemand bloot, dan komt er uiteraard niets terecht van het zichzelf openstellen, dat zeer noodzakelijk is. Je moet daarom proberen van deze Roclus een vriend te maken die je volledig vertrouwt, dan zal hij je nog buitengewoon vreemde zaken vertellen, waarvan je stomverbaasd zult staan!
Hoofdstuk 25: Het karakter van Roclus, zoals de Heer hem ziet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Maar, zegt men, waarom zou ik dan denken dat een godheid die door miljoen.en mensen zeer diep vereerd wordt, zo ontzettend dom zou zijn? Nee, luister, geëerde vriend, daar is waarlijk niet zoveel voor nodig! Ik zeg nu heel openlijk wat uit mijn hart opwelt. Als wij de geboden van de ons bekende godheden eens bezien en kijken naar wat wij aan afbeeldingen van hen hebben, dan is dat al voldoende! Meer hoeft men daarover in 't geheel niet te zeggen "
Hoofdstuk 30: Roclus bekritiseert de Indische en joodse religie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Ook alle andere aanwezige gasten waren buitengewoon verbaasd over het scherpe verstand van deze Esseen, en betreurden het aldoor dat Roclus met Mij nog geen kennis had gemaakt. Iedereen was nu uiterst gespannen op wat Ik uiteindelijk op dit alles zou zeggen. Maar voor Mij was de tijd nog steeds niet rijp om een soort discussie met Roclus te beginnen, omdat hij toch nog het een en ander in zijn hart verborg waarmee hij tijdens dit zeer openhartige gesprek nog niet voor de dag was gekomen; maar in een verder gesprek zou Cyrenius niet meer opgewassen geweest zijn tegen Roclus.
Hoofdstuk 36: Roclus wordt naar Raphaël verwezen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] De Heer zal nu echter nog het kleine aantal trouwe en ziende mensen om Zich heen verzamelen en hen een vollicht uit de hemelen geven; maar naast dit licht zal alles wat geen licht heeft niet kunnen bestaan, maar gedreven worden naar de werkelijke rand van de onvermijdelijke afgrond. Daar hoef je voor de ziende mensen met geen enkel bedrieglijk wonder meer aan te komen, maar slechts alleen met een wonder dat geheel waarachtig voortkomt uit Gods kracht, die Hij in het hart heeft gelegd van leder mens die de waarheid ziet.
Hoofdstuk 47: De vruchten van de nacht en de vruchten van het geestelijke - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] CYRENIUS is na alles wat hij nu van Roclus heeft gehoord, zeer nadenkend geworden en weet absoluut niet wat voor antwoord hij hem daarop moet geven. Hij wendt zich daarom tot Mij en zegt met halfluide stem: 'Heer, over het geheel genomen heeft deze man geen ongelijk en het komt mij voor, dat hij ondanks zijn atheïsme de mensheid een heel goed hart toedraagt. Als hij tot het ware theïsme te brengen zou zijn, zou hij met zijn enorm scherpe verstand en zijn veelzijdige ervaringen bepaald een gouden parel zijn voor Uw Goddelijke zaak. Maar juist omdat hij zoveel ervaring heeft en daarbij een oordeel zo scherp als een adelaarsblik, is het in ieder geval voor mij moeilijk hem nu een antwoord te geven waarvan bij hem een goed resultaat te verwachten zou zijn. Wat denkt U ervan om hem nu Zelf onder handen te nemen? U zou hem met weinig woorden beslist meer kunnen zeggen dan ik. Heer, doe dat voor deze man, want zijn inzichten lijken mij kerngezond!"
Hoofdstuk 25: Het karakter van Roclus, zoals de Heer hem ziet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] Je kunt me heus geloven als ik zeg dat er onder de priesters van welke godsdienst dan ook, mannen zijn die maar al te goed het totaal verkeerde van hun uiterlijke leer inzien en wel degelijk kennis hebben van een ware en enige God, die zij in hun hart ook volledig aanhangen; maar toch kunnen zij eens en vooral aan het oude gebouw van dwaling niets veranderen! Dat laten zij heel geduldig over aan Hem die de macht heeft de tempels van het bedrog omver te werpen, wanneer Hij dat wil en het Hem goed dunkt! Want Hij zal ook wel het best weten, waarom Hij het toegelaten heeft voor allerlei namaakgoden en afgoden tempels te bouwen en ze met muren en zwaarden in stand te houden!
Hoofdstuk 26: Cyrenius bejegent Roclus als vriend. De oorzaak van het verval van het priesterschap - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[16] Nu is het jouw beurt weer je te verantwoorden, als je dat wilt en kunt; want nu staan wij als vrienden tegenover elkaar, en je kunt zonder enige angst voor gerechtelijke vervolging vrijuit spreken! Je kunt openlijk zeggen wat je op het hart hebt en ik zal je vervolgens niet als hoge gezagsdrager van Rome en niet als opperrechter, maar als mens en broeder door woord, raad en daad trachten op de goede weg te brengen! Als je dit echter niet wilt, kun je naar believen ongehinderd hier weggaan, en gaan waarheen je wenst en wilt! Wel zal het mij zeer aan het hart gaan je in die waan hier vandaan te laten gaan, maar niettegenstaande dat zul je alleen al vanwege je scherpzinnigheid, die ik weet te waarderen, geen enkele dwang van mijn kant ondervinden. - Spreek dus nu verder helemaal vrij en openlijk met mij, je vriend!'
Hoofdstuk 26: Cyrenius bejegent Roclus als vriend. De oorzaak van het verval van het priesterschap - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)