15542 resultaten - Pagina 71 van 1037
... 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 ...
[9] Dan komen CYRENIUS en CORNELIUS naar Mij toe en zeggen woedend: "Heer, er dreigt gevaar! Nu kunnen wij niet meer op Uw te grote geduld en lankmoedigheid wachten, hier moet ogenblikkelijk gehandeld worden! Binnen uiterlijk tien dagen moet het hele helse broedsel tesamen met Jeruzalem en de tempel van de aarde verdelgd zijn!"Hoofdstuk 82: Het einde van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Toen kwam de dochter en zei tegen Herodes: 'Geef mij het hoofd van Johannes op een gouden schotel!' (Matth. 14:8) De koning vond dat toch weljammer, niet zo zeer voor Johannes, maar veel meer vanwege het volk, waarvan hij vreesde dat het wraak op hem zou nemen. Maar terwille van de eed en degenen, die met hem aan tafel zaten, gaf hij zijn knechten opdracht om de dochter het verlangde te geven. (Matth. 14:9) En de knechten gingen heen, onthoofdden Johannes in de gevangenis (Matth. 14:10) nadat ze vooraf met een smoesje ettelijke leerlingen van hem wegstuurden, en droegen toen zijn hoofd op een schotel naar de eetzaal om het aan de dochter te overhandigen, en die gaf het daarna aan haar slechte moeder. (Matth. 14: 11 )
Hoofdstuk 82: Het einde van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Ook Ik zal vandaag hier weggaan en niet zo gauw weer in deze streek komen, want een dolle hond moet men uit de weg gaan! Het is er een die veel goud en zilver heeft, want anders zou hij deze functie met hebben kunnen kopen. Met veel goud en zilver kan men in de wereld bij de wereldse mensen veel gedaan krijgen, en wie daarbij ook nog zo'n plaats koopt uit pure win en heerszucht -zoals deze heeft gedaan is. beslist niet te vertrouwen. Maken jullie je daarom allen gereed en ga hier weg, en Roban, ga ook weer naar huis, want tot nu toe hebben ze je nog niet gemist!"
Hoofdstuk 82: Het einde van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Na deze woorden gaat Roban vlug naar huis, en nauwelijks is hij thuis of er komt al een bode die hem vraagt in de synagoge te komen, waar de nieuwe overste met hem over Mij wil spreken, want hij had gehoord dat Roban voor Mij in Sichar was geweest. Roban gaat er vlug heen en de overste trekt meteen fel tegen hem van leer .
Hoofdstuk 83: De nieuwe overste van Nazareth.(23.11.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] ROBAN zegt: " Ja,ja,je hoeft maar te proberen je aan de wonderdokter te vergrijpen, en het volk, Romeinen, Grieken en Joden, die hem als een God vereren, zullen je dan ook wat weten te vertellen! Ik als oudste van Nazareth zeg je en geef je in vertrouwen een belangrijke raad: Stap in de bescheiden voetstappen van je waardige voorganger Jaïrus, dan zal het je nog geruime tijd goed gaan. Als je echter, zoals nu, al het bovenste onder en het onderste boven wilt brengen, dan kun je snel naar een mogelijkheid omzien om naar Jeruzalem terug te keren! Jaïrus is zelf in Griekse handen. Borus is zijn schoonzoon, hij is de tweede wonderdokter en bezit alle soorten schatten, hij zal je maar al te gauw vertellen waar het op staat! Kortom, probeer het en zeg mij later maar eens of ik je slechte raad heb gegeven!"
Hoofdstuk 83: De nieuwe overste van Nazareth.(23.11.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Waarom zou ik het volk het geloof ontnemen, waarop het nog steeds zoals ik denk, onbegrensde hoop stelt, en waarbij wij priesters in ieder geval een goed werelds bestaan hebben? Als wij echter nu, omdat wij geen werkelijke achtergrond meer hebben, onze snaar te veel spannen, dan zal hij breken, en dan zal het ineens uit zijn met ons gezang en dan kunnen wij later naar visnetten op zoek gaan en daar gaan te vissen, waar het meer het diepst is.
Hoofdstuk 84: Het getuigenis van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[21] De ANDEREN zeggen tegen Roban: "Maar broeder, waarom bescherm je deze onmens voor zijn zekere ondergang? Hij is immers in onze handen en moet de hemel maar om hulp vragen als wij ons de buitengewone vrijheid veroorloven hem de stenen van Nazareth te laten smaken!" -Toen tegen de overste: "Wij zijn Farizeeën en schriftgeleerden net als jij, en eigenlijk nog meer, want wij stammen af van Levi, terwijl wij weten dat jij je afstamming gekocht hebt, zoals in deze tijd nu al alles inclusief de hemel te koop is! Daarom ben je een indringer in het allerheiligste en een bedrieger van God, en voor zo'n misdrijf moet je met recht gestenigd worden; veel kun je je dus niet meer veroorloven of wij grijpen naar de stenen!"
Hoofdstuk 83: De nieuwe overste van Nazareth.(23.11.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Wat kunnen wij dan tegen de macht van onze van dag tot dag talrijker wordende vijanden doen? Geloof jij dat de tempelons dan zal beschermen? Daar kun je niet op rekenen, want in Rome leven nu al heel veel Joden, die daar mooi weer spelen van de wederrechtelijk in de tempel bij elkaar vergaarde schatten! Zij zullen ons evenmin verdedigen als de huidige tempeldienaars, die als zwaluwen hun vleugels nu al uitgevouwen houden, om bij de eerste de beste gelegenheid een reis over de grote zee naar Italië in Europa te maken en nooit meer in Azië terug te keren.
Hoofdstuk 84: Het getuigenis van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Het is erg prettig om naar een verhaal te luisteren over een grote storm op zee, maar het is heel wat anders hem zelf meegemaakt te hebben! Ik zeg je: Oefen jij heel rustig en zonder opzien je ambt uit, dan zullen je van geen enkele zijde onaangenaamheden treffen. Als je echter despotisch te werk zult gaan, staan wij er allen voor in, dat niet alleen maar jij en jouw Kapérnaum, maar heel Jeruzalem overhoop zal gaan! Met veel wijsheid kunnen wij Jeruzalem eventueel nog vijftig jaar in stand houden, maar wij kunnen ook door onze onrijpe dwaasheid haar ondergang binnen enkele weken plaats doen vinden!
Hoofdstuk 84: Het getuigenis van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] IK zeg tegen hem: "Kijk naar boven, dan zul je niet alleen die twee, maar nog talloze scharen om hen heen zien!"
Hoofdstuk 85: Zegening van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Chiwar kijkt naar boven. Hij ziet in het stralende licht de twee aartsengelen en om hen heen talloze myriaden engelen, die ieder ogenblik gereed staan om Mij te dienen.
Hoofdstuk 85: Zegening van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] IK zeg: "Doe alles goed en je loon in de hemelen, waarvan je nu de rand hebt gezien, zal groot worden! Ga nu echter weer naar de synagoge, 'Want de overste, die zich nog ettelijke dagen hier in Nazareth zal ophouden, mag je niet missen, want hij vindt jouw raad nu erg belangrijk."
Hoofdstuk 85: Zegening van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] CHIWAR zegt: "Hij is een Jood, kwam uit de bergen en is nu al naar het dal afgereisd, je kunt hem niet meer zien of spreken - tenzij hij weer terugkomt! Maar wanneer dat is? Dat kon nog wel eens heel lang duren!"
Hoofdstuk 86: Korah, de nieuwe overste, Iaat zich raden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] De OVERSTE zegt: "Met zo'n kruiperig antwoord ben ik niet tevreden! Waar is dat onderdak, dan ga ik er zelf heen om eens goed navraag te doen naar de door jou genezen naar het dal vertrokken reiziger. Want zo'n wonderbare genezing door een Farizeeër is een belangrijke zaak en moet door zo veel mogelijk getuigen bevestigd worden, omdat men het anders niet gelooft en er dus geen waarde aan hecht!"
Hoofdstuk 86: Korah, de nieuwe overste, Iaat zich raden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Jij hebt nu de vrije keus om te doen wat je het beste lijkt; voor ons is het maar een klein eindje naar de Romeinen! Zij zijn, goddank, onze vrienden, maar voor jou zou de weg wel eens heel lang kunnen worden! De menselijke wijsheid vereist toch om geen lege voor een volle noot aan te nemen! Wat kun je dan van de hebzuchtige tempel, die toch allang een lege dop is, nog verwachten? Is het dan niet veel verstandiger om met een veelbelovende ontwikkeling mee te gaan? Ik zeg je rechtuit, dat nu al de grote en machtige heren uit Rome zich als lammeren door Jezus laten leiden! Als Hij hen nu gewonnen heeft voor Zijn waarlijk goddelijk zuivere leer, wat moeten wij dan tegen Hem beginnen? Als je ook maar aanstalten maakt om Hem op te pakken, ben je zelf al zo goed als opgepakt, en geen mens zalook maar één stap verzetten om je vrij te krijgen. Als je je echter verstandig gedraagt, dan zullen de Romeinen ook jouw vrienden worden, en jij zult dan net als Jaïrus een goed bestaan hebben! Maar doe nu wat je wilt, de gevolgen zullen je wel aangeven of wij jou een vriendschappelijke of een vijandige raad hebben gegeven!"
Hoofdstuk 84: Het getuigenis van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)