Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 71 van 728

...  59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84  ...
[30] Na een poosje echter, toen de golven steeds geweldiger aanrolden, keerde de hoofdman om en liep wat hij lopen kon, bereikte weldra behouden de oever en was, na een poosje koortsachtig bibberen, buitengewoon blij weer een ondoorzichtige vaste bodem onder zijn voeten te hebben. -Niet lang daarna keerden ook wij terug naar de verbaasde hoofdman.
Hoofdstuk 110: De gezegende weide. De wandeling op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] EBAHL hield er echter strenge huisregels op na en daarom verbood hij dat speciaal de meisjes en de beide vrouwen en zei: "Jullie hebben nu genoeg gezien, meegemaakt en gehoord, onthoud dat en leef ernaar , dan zullen jullie niet zonder zegen blijven, zoals de Heer Zelf het jullie buiten bij de zee heeft gezegd. -Maar ga nu weer aan je werk!"
Hoofdstuk 112: Huisregels en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] IK zeg: "Nu, straf dan het meisje niet, dat jullie allen moed gaf om bij mij op het water te komen! Hier heeft ze jullie weer moed gegeven om Mij lief te hebben! Oh, Ik houd dan ook erg veel van dit meisje! Zij heeft, wat jullie nog moeten zoeken en niet zo vlug zullen vinden! Streef echter naar de ware levende liefde tot God en de naaste, dan zul je rijkelijk genade en zegen ontvangen!"
Hoofdstuk 112: Huisregels en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Wee echter degenen, die een profeet verlaten terwille van de wereld, of hem zelfs hier en daar ergens mee verdacht maken! En nog meer wee Voor de vervolgers van een profeet, want die zullen waarschijnlijk God nooit zien! Maar wie de hand slaat aan een profeet zal met het eeuwige vuur in de onderste hel bestraft worden! Want het hart van een profeet is van God, en zijn mond is van God, en ook zijn handen, voeten, ogen en oren! Waar een profeet is, is God ook, en daarom moeten jullie zijn verblijfplaats met diepe eerbied betreden, want de plaats waar hij staat is heilig. In het hart moet men daar rekening mee houden, niet terwille van de profeet, die een mens is, maar terwille van God, die in het hart van de profeet spreekt en getuigt.
Hoofdstuk 108: Verhouding van een profeet tot God en de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Wel, als men de naaste zó liefheeft, dan heeft men God daardoor ook al lief. Bedenkt men echter bij de liefde tot God, dat God Zelf de eerste en volmaaktste liefde moet zijn, en alleen als gevolg daarvan de zinnen en geestenwereld heeft geschapen, dan moet deze zuivere gedachte wel de hoogste liefde tot God de Schepper opwekken in de geschapen mens, en de mens kan er dan niet meer onderuit om God, als de liefdevolste schepper aller dingen, boven alles, met al de krachten die in hem leven, lief te hebben.
Hoofdstuk 112: Huisregels en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Als jullie echter iemand prijzen, prijs dan degene, die echt lof verdient! Als iemand, die geprezen wordt, echter ijdel wordt, prijs hem dan niet meer, want de ijdelheid is het zaad van de hoogmoed, en dat is de geest van de satan!"
Hoofdstuk 113: Prijzen en liefhebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Heel schuchter zegt JARAH: "O Heer, U bent de enige die ik liefheb, daar kan ik niets aan doen en daar heeft mijn zuster ook geen schuld aan! Ik zou echter willen dat U mijn vijf zusters nog meer zou liefhebben dan mij, want zij zijn veel mooier en knapper dan ik. Mij noemden ze altijd lelijk en dom, en dat verdiende ik ook, want zo mooi als zij ben ik echt niet, en -nou ja -dom ben ik ook echt wel. Maar ik ben nog jong en zal nog wel knapper worden als ik zo oud wordt als zij!
Hoofdstuk 113: Prijzen en liefhebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Wie het lichamelijke leven liefheeft en er naar streeft om het tot ledere prijs te behouden, zal met het weldra eindigende lichamelijke leven ook het eeuwige leven der ziel verliezen! Wie echter het lichamelijke leven schuwt, zal het eeuwige leven der ziel winnen! -Denk daar wel aan! Wie nog iets te vragen heeft, laat die nu vragen! Ik zal hem antwoorden.
Hoofdstuk 116: De leer moet verder verteld worden.(13.1.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] IK zeg: "Laat maar! Want, net als gisteren is daar alles in orde! Ik wil echter vandaag nog tot na middernacht wakker blijven, want Jullie zullen zien dat ons opblijven niet voor niets zal zijn. Vandaag nog zullen er reizigers uit Jeruzalem aankomen, met daaronder Farizeeën en schriftgeleerden, waarmee we veel werk zullen krijgen."
Hoofdstuk 116: De leer moet verder verteld worden.(13.1.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] EBAHL zegt: "Dan krijgen we echter de duivel op ons nek! Want zij zullen dan in de tempel dingen over ons zeggen waar de honden geen brood van lusten!"
Hoofdstuk 116: De leer moet verder verteld worden.(13.1.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] IK zeg: "Nog niet! Dat zijn zieken (Matth. 14:35), maar het zal met lang meer duren, dan zullen de anderen hier ook zijn! De zieken moeten echter tot morgen wachten, want voor vandaag zijn er genoeg.genezen. Maar ga toch maar naar buiten en laat allen, die gekomen zijn in een herberg brengen, en geef degenen, die honger en dorst hebben, wat te eten en te drinken!
Hoofdstuk 117: Aankomst van zieken en Farizeeërs bij Ebahl. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] EBAHL wees hen echter een herberg aan en liet hen verzorgen, ieder naar behoefte. Na deze taak kwam hij weer in onze zaal en zei: "De Heer zij alle lof! Die zijn voor vandaag verzorgd. Waren die aangekondigde schurken uit Jeruzalem ook maar vast zo verzorgd! Maar dat zal wel niet zo makkelijk gaan!"
Hoofdstuk 117: Aankomst van zieken en Farizeeërs bij Ebahl. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] De FARIZEEËN wassen hun handen en vallen daarna aan. Heel snel is alles opgegeten en zijn ongeveer zestig bekers wijn leeggedronken. De wijn maakt ze echter spraakzaam en ze beginnen overal naar te vragen, vertellen al gauw de reden van hun komst en vragen naar Mij, zeggend: "Weten jullie hier niets over een zwerver, die uit Nazareth geboortig moet zijn? Deze persoon, waarschijnlijk timmerman van beroep, moet volgens zeggen ongelooflijke tovenarijen uitvoeren, een nieuwe godsdienst propageren, zieken genezen, geesten bezweren en het volk opruien tegen de tempel en de keizer. Voor hem zijn wij op weg naar Nazareth om daar deze zaak te onderzoeken. Omdat hij echter in heel Galiléa actief schijnt te zijn, zouden jullie hier misschien wel iets meer van hem kunnen weten!"
Hoofdstuk 117: Aankomst van zieken en Farizeeërs bij Ebahl. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[28] De OVERSTE zegt: "Nu, heer, wij hebben betaald en zijn dus niets meer schuldig; laten we er dus maar over ophouden! Als u echter iets meer weet over de beruchte magiër Jezus, wees dan zo vriendelijk ons mee te delen hoe het met hem en zijn omstreden leer en zijn daden staat, zodat wij de tempel daarover iets kunnen mededelen!"
Hoofdstuk 118: De Romeinse hoofdman en de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Maar IK zeg tegen de hoofdman: "Als jullie allen de hele nacht bij Mij willen blijven, blijf dan; willen jullie echter gaan slapen, dan kun je dat ook doen! Als jullie blijven, zal daardoor niemand morgenochtend slaap te kort komen. - Verder heb je als echte vriend van Mij goed met de Farizeeën onderhandeld; ze zitten nu behoorlijk in angst en spanning en zullen de zandkorrels van hun klok tellen, en met groot ongeduld op de komende dag wachten!
Hoofdstuk 119: Gods liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84  ...