Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 702 van 1112

...  690 - 691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715  ...
[2] Nadat hij de Heer voor zoveel genade, liefde en erbarming gedankt had vroeg hij eveneens aan de Gever van alle goede gaven of hij voor het volk ook een lichtbaar teken moest oprichten ter herinnering aan deze zo grote dag van genade en erbarming, opdat het zich bij de aanblik daarvan altijd dankbaar zou herinneren wat voor groots Hij aan hem en het onder zijn leiding staande volk aan heerlijks en vaderlijks gedaan had.
Hoofdstuk 110: Het afscheid van Horadal en de zijnen. De afscheidswoorden van de Heer en Zijn aansporing tot liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Na deze woorden dankte Horadal de hoge Abedam nogmaals en daarna wendde hij zich tot de tien aanvoerders en zei tegen hen:
Hoofdstuk 111: De reddingsdaad van de ijlbode Lamel. Het relaas van het geredde meisje over de gruwelijkheden in Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Het duurde niet lang of deze beulsknechten brachten mijn arme ouders weer thuis. Hier moesten zij zich meteen ontkleden. Toen zij daar nu beiden geheel naakt stonden, bleek en sidderend over hun hele lichaam, grepen die beulsknechten eerst mijn arme moeder en legden haar op de grond neer; toen grepen zij haar zachte handen, strekten die strak gespannen op de grond uit en sloegen dikke spitse nagels door haar handpalmen.
Hoofdstuk 111: De reddingsdaad van de ijlbode Lamel. Het relaas van het geredde meisje over de gruwelijkheden in Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[26] O Vader, neem dat genadig aan!' Abedam boog Zich onmiddellijk voorover naar Lamel, hief hem van de grond op en zei tegen hem:
Hoofdstuk 111: De reddingsdaad van de ijlbode Lamel. Het relaas van het geredde meisje over de gruwelijkheden in Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Nadat de hoge Abedam Lamel gezegd had een poosje te wachten, richtbate Hij zich tot Kisehel en Sethlahem en zei tegen hen:
Hoofdstuk 112: De opdracht van de Heer aan Kisehel en Sethlahem om Horadals volk naar hun land te leiden. De gevolgen van vloek en zegen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Maar omdat je aldoor meer rechtvaardiging vond in het vervloeken dan in de liefde is het zo ver gekomen dat de mensen in de laagte handelen zoals jij zojuist weer een nieuw getuigenis uit de mond van Lamel gehoord hebt. De onweerlegbare bevestiging daarvan bevindt zich hier levend aan Mijn voeten.
Hoofdstuk 112: De opdracht van de Heer aan Kisehel en Sethlahem om Horadals volk naar hun land te leiden. De gevolgen van vloek en zegen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Bij deze woorden van Adam ging weliswaar de natuurlijke zon onder, waar Abedam liet Adam in zijn hart de opgang van een andere zon zien, en toonde hem een stralende vrouw, die op (Ie zon stond en de kop van een slang vertrapte die zich onder haar voeten bevond en zich helemaal om de zon had gewonden.
Hoofdstuk 114: Adams visioen: de vrouw op de zon vertrapt de kop van de slang - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Abedam boog zich voorover naar Adam, raakte hem aan en zei hem op te .taan; en toen Adam zich eindelijk had opgericht, nam Abedam hem weer bij de hand en zei:
Hoofdstuk 114: Adams visioen: de vrouw op de zon vertrapt de kop van de slang - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Maar toen de slang moeite deed de sterke vrouw te overweldigen en in haar hiel te bijten, zie, toen wierp de vrouw een appel naar de kop van de slang; de slang echter hapte naar de appel en beet zich daarin vast.'
Hoofdstuk 114: Adams visioen: de vrouw op de zon vertrapt de kop van de slang - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Hier zweeg Adam en sloeg zich driemaal hard op zijn eigen borst en zei daarna nog:
Hoofdstuk 114: Adams visioen: de vrouw op de zon vertrapt de kop van de slang - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] Maar wat de algemene Adam betreft, zie, die heb Ik, als de zon van alle hemelen en wereldzonnen en wereldden op Me genomen, zoals je gezien hebt toen de slang zich om Mijn zon wond!
Hoofdstuk 114: Adams visioen: de vrouw op de zon vertrapt de kop van de slang - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Zijn eindeloze liefde en erbarming zag dat deze weg voor de gevallenen te eindeloos zwaar was; Hij vergat daarom nog meer Zijn eindeloze heiligheid, daalde op de wijde vleugelen van Zijn almacht Zelf langs al die eindeloze treden naar ons af en wel zo als Hij hier voor ons staat, een mens naar kleur en gestalte aan ons gelijk; zo wilde Hij ons ten eerste de weg besparen die we eeuwig nooit geheel zouden kunnen beklimmen en dan vervolgens het Allerhoogste, het Ondenkbaarste te worden voor ons, de allergeringsten van al Zijn schepselen, die zich vrijwillig op de meest boosaardige manier van Hem afgekeerd hebben en als enigen zo allerdiepst gevallenen zijn.
Hoofdstuk 115: Adams luide lofprijzing over Gods erbarming en Zijn menswording in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Alsof het nog niet genoeg was zoals Hij nu voor ons staat: een Vader, maar - zoals mijn geest het heeft gezien - om eens uit overgrote liefde voor ons, allerlaagsten, Zelf de dan eeuwig blijvende zondige vorm van ons vlees aan te nemen, waarin wij gevallen zijn voor Hem, de eeuwig Heilige, om ons nog dichter naar Zich toe te trekken, - om onze Redder, Leidsman, en allerwijste Broeder te worden!
Hoofdstuk 115: Adams luide lofprijzing over Gods erbarming en Zijn menswording in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Maar toen je dat als de geestelijke Adam niet wilde worden in de heelheid van je aan Mij ontsproten wezen, zul je echter in al je kinderen toch dat worden waarvoor Mijn hart je eens zo verlangend allerheerlijkst uit zich liet ontstaan!
Hoofdstuk 115: Adams luide lofprijzing over Gods erbarming en Zijn menswording in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Nu nam de hoge Abedam het meisje op Zijn arm, dat daarop buitengewoon blij werd en zich weldra met dezelfde vraag tot Hemzelf wendde en er nog monter aan toevoegde:
Hoofdstuk 116: De vraag van Pura, het meisje uit de laagte, naar de persoon van Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  690 - 691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715  ...