Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 703 van 1088

...  691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716  ...
[17] Als dan echter de gevallen broeder zich onverhoopt weer opricht, wie zou dan niet van grote vreugde snel op hem toelopen, de doodgewaande broeder aan zijn hart drukken, hem meteen naar zijn huis leiden en een goed versterkend maal voor hem klaarmaken?!
Hoofdstuk 26: Henoch door de Heer tot eerste sabbatprediker aangesteld. Uitzending van een bode naar Hored en Naëhme - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] En nu zeg Ik je, geliefde Henoch, laat onmiddellijk een bode zich gereedmaken en zend hem naar de landstreek die gelegen is tussen middernacht en morgen; want daar verlustigt een broeder zich onmatig met een vrouw uit de laagte. Zijn naam is Hored en die van de vrouw Naëhme. Hij weet niet wat hier aan de hand is; laat hem daarom zeggen dat Ik hem laat roepen, en daarom moet hij ook snel hierheen komen! Amen.'
Hoofdstuk 26: Henoch door de Heer tot eerste sabbatprediker aangesteld. Uitzending van een bode naar Hored en Naëhme - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] En Henoch dankte de hoge Abedam voor deze opdracht en ging meteen naar Gabiël en zei tegen hem:
Hoofdstuk 27: De redding van Hored en Naëhme door de bode Lamel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Ellendige! Wie wees jou de weg naar deze verste uithoek van de aarde? Spreek, of ik scheur je op dit moment in duizend stukken en geef die dan aan de raven tot voedsel!'
Hoofdstuk 27: De redding van Hored en Naëhme door de bode Lamel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Lamel echter keek de woedende Hored strak aan en zei toen tegen hem, als het ware vragend: 'Hored! Ontvang je zo jouw redder? De almachtige God Zelf, die nu op de heilige hoogte zichtbaar temidden van ons verkeert en onderwijst en werkzaam is, heeft mij naar je toegestuurd om je te redden!
Hoofdstuk 27: De redding van Hored en Naëhme door de bode Lamel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Opdat je echter in zult zien dat ik geen machtig klinkende grootspreker ben zoals jij, maar door de wil van de Heer werkelijk machtig ben, kom dan hierheen, naar die oude, mannelijk sterke ceder en ontwortel hem en slinger hem dan over deze berg in het gezicht van de duizend op je loerende vijanden uit Hanoch!
Hoofdstuk 27: De redding van Hored en Naëhme door de bode Lamel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] Kun je dat, grijp me dan en wurg me, als je dat kunt en wilt! En ten tweede, kijk bij deze gelegenheid ook eens even om je heen en zie daar beneden in de lichte vlakte van het dal wie er allemaal juist vandaag op de sabbat naar jouw hut toekomen om je te grijpen en je dan tezamen met je vrouw aan de bloedigste wraak van Lamech over te leveren omdat je zijn dochter Naëhme hebt ontvoerd!'
Hoofdstuk 27: De redding van Hored en Naëhme door de bode Lamel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] Daarop wees Lamel met zijn vinger naar het dal en liet Hored een goed uitgerust leger uit Hanoch zien en vroeg toen: 'Wel, waarom talm je nu met je dreigement? Wil je me dan niet in stukken scheuren en - ?'
Hoofdstuk 27: De redding van Hored en Naëhme door de bode Lamel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[27] Ik heb altijd wel gedacht dat dit ervan zou komen!'
Hoofdstuk 27: De redding van Hored en Naëhme door de bode Lamel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[28] En Lamel zei daarop tegen Hored: 'Als jij nu allang gedacht hebt dat dit zou gebeuren, waarom ben je dan niet allang naar huis in het land van je vaderen teruggekeerd, zodat zij je zoals alle anderen hadden gezegend en jou zeker des te eerder, omdat je een ware afgezant was en het niet jouw schuld was dat Lamech je Naëhme ten geschenke gaf; maar wat Lamech je gaf, was zondermeer een juist geschenk dat jou alleen toekwam en dat zeker niemand je misgunde, ook al had je ons allen haar grote schoonheid wel honderd keer voor ogen gehouden!
Hoofdstuk 27: De redding van Hored en Naëhme door de bode Lamel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[30] Kijk, ik zal het je vertellen. Toen je naar de laagte afdaalde naar Hanoch, was je door de grote zegeningen van al de vaderen toegerust met grote macht en kracht. Vandaar dan ook dat toen je in Hanoch kwam, de listige Lamech heel goed merkte dat hij je niets kon aandoen en ook geen geweld kon aanwenden, en daarom koos hij de weg van de sluwheid en schonk hij je Naëhme om van je af te zijn en ook om je met de ergste strikken van de slang te binden.
Hoofdstuk 27: De redding van Hored en Naëhme door de bode Lamel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[31] Want hij dacht bij zichzelf: als hij (namelijk jij, Hored) werkelijk door een of ander hoogste wezen naar me toegestuurd is, door bijvoorbeeld de oude God, wiens geweldige stem ik al eenmaal zelf vernomen heb, dadelijk nadat ik mijn beide broers had gedood, dan zal hij nooit ofte nimmer iets van mij aannemen en wel het allerminst de vrouw die al aan een man gebonden is!
Hoofdstuk 27: De redding van Hored en Naëhme door de bode Lamel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[35] Maar de grote, meer dan heilige Leraar en ons aller meest liefdevolle Vader, die nu onder ons vertoeft, heeft ons pas de ogen geopend en duidelijk laten zien hoe het met jou en je vrouw gesteld is. Hij heeft mij juist naar je toegestuurd om jou en je vrouw te redden en jullie naar Hem te brengen, zodat ook jullie Zijn zegen, Zijn liefde en genade niet onthouden wordt!
Hoofdstuk 27: De redding van Hored en Naëhme door de bode Lamel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[41] Daarop openden beiden hun ogen en konden er niet over uit dat zij zich behouden en wel reeds op de hoogte, vlak bij de grot van Adam bevonden. Aan de uitgang van de grot naar het morgenland toe, wachtten Henoch en nog Iemand hen al met uitgestrekte, open armen op.
Hoofdstuk 27: De redding van Hored en Naëhme door de bode Lamel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] 'Lamel, jij kent Mij en Henoch, - jouw geredde broer kent Mij niet, maar kent alleen Henoch; zijn vrouw kent noch jou noch Henoch en Mij wel het allerminst; laten wij daarom voorlopig zwijgen over ons, wie en wat wij naar waarheid zijn, en langs een andere weg de morgenhoogte van Adam bereiken en dan eerst daar tot een innerlijk herkennen komen! Amen.'
Hoofdstuk 28: De door Lamech, koning der laagte, aangestoken bosbrand - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716  ...