Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 703 van 1490

...  691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716  ...
[1] En zie, toen nu Meduhed deze toespraak beëindigd had, vielen allen voor God op hun knieën ter aarde neer en dankten en prezen God vanuit het diepst van hun hart, en dat duurde wel een uur; toen verhieven zij zich opgewekt en gingen, door de geest van de genade geleid iets verder landinwaarts en vonden daar in een ruime grot een grote hoeveelheid werktuigen van allerlei soort, zoals houwelen, aksen, bijlen, schaven, allerlei soorten messen, zagen, hamers, boren, winkelhaken, beitels en een miljoen dubbele spijkers, door jullie krammen genoemd. En zie, toen werden zij zo buitengewoon blij, dat zij sprongen en juichten van vreugde over Mijn voor hen niet te begrijpen grote genade. (N.B. Zie, wat Ik jullie hier geef is meer dan deze gereedschappen; maar er is er nog niet één die zich van ganser harte aangediend heeft om Mij met grote vreugde in zijn hart naar behoren te bedanken. Let op, jullie stompzinnige vereerders van Mijn naam en fijnproevers van Mijn woord en zet de poorten van de liefde, van de nieuwe, heilige stad in jullie harten, wijd open, opdat Ik Mijn engelen daar naartoe kan sturen, zodat zij van tevoren alle pleinen, stegen en schuilplaatsen zullen reinigen, evenals alle daaraan gelegen woningen, zodat Ik dan Mijn intrede zal kunnen doen en jullie Mij dan tegemoet hollen en in grote vreugde uitroepen: 'Hosanna in den hoge en vrede voor alle volkeren die van goede wille zijn; geloofd zij de Heer, die op een ezelin aangereden komt; halleluja voor de zoon van David; hallelujah voor de vorst van de vrede; hallelujah voor Hem, die komt in naam van de Here God Zebaoth; Hij alleen is waardig alle lof, alle roem en alle eer van ons te ontvangen; Hij is de heilige, enige Vader van onze harten, amen!')
Hoofdstuk 32: Het hooglied van Meduhed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] En zie, zo bleven er na getrouw verrichte arbeid nog goed vijftig dagen van volkomen rust voor hen over. Gedurende die tijd verstrekte Ik hen door de waarachtig vroom en liefdevol geworden Meduhed steeds meer kennis omtrent Mij; ook leerde Ik hen het vieren van een sabbat, op welke dag zij zich, in Mijn liefde rustende, van iedere arbeid moesten onthouden en ook moesten zij gedurende deze hele rustdag zich volkomen aan Mij wijden. En als zij dit voortdurend zouden doen, dan zouden zij allemaal uiteindelijk net zo wijs worden als Farak was en Meduhed nu is. Ja, als zij hun best zouden doen om godvruchtig te worden, niet alleen uit grote eerbied en door enkel Mijn naam te kennen, maar veel meer door te beginnen Mij met de juiste deemoed in hun harten in alle oprechtheid lief te hebben en zij dan in die liefde zouden groeien, zou Ik ook een goede Vader voor hen worden en de dood zou van hen teruggenomen worden, omdat zij dan weer als kinderen opgenomen zouden worden in de brede schoot van de goddelijke liefde tot aan een gewisse grote tijd aller tijden op aarde, omdat zij dan allen tezamen naar de grote Vader zouden komen en Zijn gelaat voor eeuwig zouden aanschouwen en zich verzadigen aan de onmetelijke rijke uitstromingen van de liefde uit Mij.
Hoofdstuk 32: Het hooglied van Meduhed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] En zie nu, toen Meduhed dit belangrijke lied van het leven uit Mijn genade, dat een klein vonkje is van Mijn oneindige liefde en alle daaruit voortvloeiende erbarmen, geheel had opgetekend en het daarna ook aan het volk had voorgelezen, was er een tomeloze vreugde onder hen ontstaan, die slechts door een wonder uit de hemel gematigd had kunnen worden. En dit wonder was een plotselinge regen en deze regen was een regen van liefde vanuit Mij, omdat hun vreugde terecht was; want zij verheugden zich erover dat Mijn naam aan hen bekend was gemaakt, maar nog meer over Mijn liefde; en het allermeest verheugden zij zich erover, dat de bovenmatig grote, heilige God als Vader zo minzaam in de meest onbegrijpelijke liefde de kinderen van de ellende door Meduhed onderrichtend had toegesproken.
Hoofdstuk 32: Het hooglied van Meduhed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Want de Heer wil dat jullie al het gereedschap zullen verzamelen en daarvan moet je in iedere bak van iedere soort een gelijk aantal leggen op het stro dat jullie tot rustplaats gediend heeft. En als jullie dat gedaan hebben en de goed van loof voorziene takken met de nog overgebleven nagels op de hoeken bevestigd hebben, breng dan pas de verzamelde vruchten daarheen, genoeg voor de duur van minimaal dertig dagen en leg die voorzichtig onder de takken op vijgenbladeren! Laat de kamelen en de ezels achter als teken voor de Lamechieten, dat wij hier waren en ook ten teken dat wij al het dierlijke achterlieten en alleen het menselijke en dus ook het Goddelijke gered hebben. Leg om de gereedschappen kleine twijgen tot één voet hoogte en bedek die met jullie dekkleden en strooien mantels, en werp de dierenhuiden over het gereedschap. En als dit alles precies volgens het door mij verkondigde goddelijke voorschrift is gedaan, kom dan nog eenmaal bij deze heuvel naar mij toe, opdat ik jullie allen volgens de wil van boven verdere gedragsregels kan geven. Dan zullen wij gemeenschappelijk God danken en Hem plechtig prijzen voor Zijn onmetelijke en onbegrensde goedheid en barmhartigheid.
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Door de gunstige wind die Ik veroorzaakte en met kleine omwegen om een kalme zee te kunnen bevaren, zijn de Meduhedieten na dertig dagen en nachten dus gelukkig en wel behouden onder luid gejubel, vrolijkheid en lofprijzingen van Mijn naam op het genoemde grote eiland geland en wel in de brede monding van een uit het binnenland komende, kalm stromende rivier. Op de rug van deze rustige en tamelijk brede rivier werden zij in hun bakken door een tamelijk sterke, gedienstige wind tot in het binnenste van het land gedreven.
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Toen dit alles langs de lage oever volgens Mijn wil was gebeurd, ging hij op Mijn stille bevel alle bakken af en vermaande de scharen in alle liefde, niet eerder het land te betreden, dan nadat allen drie uur lang de Heer in hun harten hebben gedankt voor deze oneindige genade. En pas als de Heer in en voor hun ogen het geschonken mooie land met een zichtbaar teken zal zegenen, zal hij als eerste aan land gaan. Dan moeten zij eerst hun kinderen aan land zetten en tenslotte zelf met de vrouwen het land betreden; en daar moeten zij dan weer voor God op hun knieën vallen en Zijn heiligheid aanbidden en Zijn onbegrensde goedheid en oneindige liefde loven.
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] En ik zeg jullie dat er in het ganse land niet één plekje meer zal zijn, dat de keizer zich niet zal hebben toegeëigend. En dan zal hij het land als een leengoed onder zijn gunstelingen en hovelingen verdelen; maar jullie zal hij tot verachte lijfeigenen van de gunstelingen en de hovelingen maken en deze zullen dan heer zijn over jullie dood en leven en jullie gekookt gras en slechte wortels te eten geven, want zij zullen zich de beste vruchten toe-eigenen. En degene die zich dan aan zo'n vrucht zal vergrijpen, zal onmiddellijk met de dood worden bestraft.
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] Maar de Lamechieten liet Ik achtervolgen door een steeds toenemende vloed van de zee, die tot aan de bergen reikte, alwaar zij bij duizenden door hyena's, tijgers, leeuwen, beren en wolven en slangen aan stukken gescheurd en verorberd werden; want de groep achtervolgers bestond uit zevenduizend mannelijke en zevenduizend vrouwelijke koppen. En daarvan kwamen niet meer dan zeven Jonge mannen en zeven Jonge vrouwen naar Hanoch terug en vertelden daar wat er was gebeurd, en zij brachten de door de Meduhedieten achtergelaten dieren ongeschonden terug. Dat waren welgeteld vijfendertigduizend kamelen en evenveel ezels en zij droegen die aan Lamech over en vertelden hem alles wat zij hadden gezien, - hoe namelijk een felle bliksemstraal uit de wolkenloze hemel tussen hen en de vluchtelingen was gekomen en deze met grote snelheid over het grote, onmetelijk water droeg, dat zich daar aan het einde van de wereld bevond. Maar toen waren de wateren gaan stijgen en hadden hen daar tot hoog in het gebergte gedreven. En er hadden zich niet te overziene scharen van bekende verscheurende dieren op hen gestort, die allen verscheurd en opgevreten hadden, op hen na. Zijzelf waren alleen gered doordat zij tussen de grote menigte kamelen en ezels gevlucht waren. En Lamech zou er eens goed over na moeten denken wat daar gebeurd was; het kwam hen voor alsof er voorbij de sterren een grote Koning woonde en de mensen zouden het nooit moeten wagen met Hem de strijd aan te binden, zij zouden er beter aan doen Hem te aanbidden en Hem vanwege Zijn onbegrijpelijke macht te vereren, omdat zelfs de zee, de winden, de bliksems en alle verscheurende dieren Hem gehoorzaamden, - dat hadden zij met eigen ogen gezien en zij hadden een machtige stem gehoord die met donderende klank de dieren bevolen had en evenzo als een grote storm vanuit de hoogten van de sterren met de machtige elementen gesproken had.
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[23] Toen verwijderden de jonge mannen zich en beraadslaagden onder elkaar wat er te doen viel. "Want", zeiden zij tegen elkaar, "als hij dan zo machtig is, waarom gaat hij dan niet zelf? Want dwaas zijn is gemakkelijker dan vechten en in blinde woede dreigen is makkelijker dan uitvoeren. Want wat hij heeft gezegd, zou ieder van ons ook hebben kunnen zeggen, maar met welk nut? Hoe ver zijn en onze handen reiken, weet en ziet ieder mens; maar wie heeft ooit slechts één vinger van de Koning die boven de sterren woont gezien, zodat hij dan daaraan Zijn hele macht en kracht zou kunnen afmeten? Lamech is slechts een mug ten opzichte van Tatahar en zijn aanhang; en waar is deze en zijn hele schaar van aanhangers? Thans vertegenwoordigen wij met ons zevenen nog slechts zijn hele centrale kracht en wij hebben de onbegrijpelijke macht van de grote, onzichtbare Koning die voorbij de sterren woont gezien en hebben Zijn rede gehoord, waarvan de kracht zo groot is, dat de hele aardbol gebeefd heeft als bij iemand waar de ijzige vorst tot in merg en been is doorgedrongen.
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[30] En zie, toen nu deze zeven met hun vrouwen hun korte, maar zeer oprechte gebed hadden beëindigd, stak er een kleine storm op, die van de bergen kwam en in de storm kwam een zeer grote hyena in snelle vaart naar het kleine gezelschap toegesprongen, vol grimmigheid en zo te zien in woede ontbrand, en bleef voor hen staan en bekeek hen grondig een voor een, van top tot teen, alsof zij zich het lekkerste hapje uit het in doodsangst in het nauw gedreven gezelschap wilde zoeken. En zie, juist toen allen een toevlucht in het water wilden gaan zoeken, vermande de spreker zich en zei met zeer luide stem: "Luister naar mij! Wij blijven staan waar wij staan, allerwegen omgeven door de onoverwinnelijke macht van de grote Koning en geloof maar, ook wanneer Hij ons vernietigt, dan nog zal Hij ons ook in de vernietiging bewaren; en wees niet zo bang voor deze kleine hyena, omdat wij zo gelukkig aan de moorddadige klauwen van een veel grotere ontkomen zijn en wel des te meer, omdat wij in de vlakte zijn waar geen hyena meer de macht heeft om een mens aan te vallen en te verscheuren. Want de grote, machtige Koning van voorbij de sterren heeft ons in de bergen uit de tanden van duizenden verscheurende dieren gered toen wij nog tegen Hem waren, nu wij echter voor Hem zijn, - waarom zou Hij ons dan nu willen vernietigen?
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] En zie, toen zij dit nu met grote vreugde in hun hart hadden gedaan, richtten zij op de roep van Meduhed hun ogen omhoog, zagen een lichte wolk het hele land omhullen en zagen een overvloed van grote druppels een uur lang uit de wolk neervallen. Toen zagen zij deze wolk van zegen zich weer delen en daaronder zagen ze een kleine regenboog brandend oplichten, en zij voelden ook een heel zachte wind uit de richting van de morgen waaien, die hen bij monde van Meduhed luid verkondigde, dat Ik nu het land voor hen had gezegend, waarop zij in de reeds vermelde orde aan land klommen en dat wederom met grote vreugde in hun harten deden, zoals de wijze en vrome Meduhed hen liefdevol had aangeraden. En toen dit nu gebeurd was, riep Meduhed hen allen bij zich en hield een krachtige rede, die aldus luidde:
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[21] Dan zal de keizer jullie mooiste vrouwen en dochters nemen voor de geilheden van hem en van zijn gunstelingen en hovelingen, maar jullie zullen je jongens in de rivier werpen en daarvoor in de plaats zijn kinderen moeten voeden, zodat deze je dan kunnen mishandelen. Maar Ik zal om jullie jammerklachten niet te horen, tot aan het einde der tijden Mijn oren dichtstoppen en het zal jullie dan duizendmaal erger vergaan dan het jullie in Hanoch is vergaan!'
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[24] Val nu neer op je aangezicht en dank de Heer voor deze grote genade, dat Hij tot ons aller welzijn ons heeft onderricht en Zijn wil bekendgemaakt en zeg met mij:
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[27] Ik zal mijn hele leven hier blijven, in de buurt van de rivier waar wij aan land gegaan zijn; en ginds in die wijde grot op de mooie berg aan de overkant van de rivier zal mijn woning en die van mijn kinderen zijn, zodat jullie mij te allen tijde kunnen vinden zo dikwijls iemand wat op zijn hart heeft. De Heer geeft mij deze grot en de berg in eigendom uit liefde voor jullie, op.dat jullie mij altijd zullen kunnen vinden.
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[34] En zo bevindt zich in de grot (die vroeger of destijds Meduhedgrot heette) ook nog het aan jullie reeds bekende hooglied, alsook nog enige bekende werktuigen; deze grot is nu evenwel ontoegankelijk, omdat zij zich op een hoge berg bevindt, hetgeen Ik later door vuur en tot nu toe aanhoudende aardbevingen liet bewerkstelligen.
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716  ...