Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 703 van 1112

...  691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716  ...
[18] 'O jij lieve, heilig schijnende man, je zult toch zeker niet zo verlegen zijn als de man achter ons, die zich niet verwaardigde om mij, een arm meisje, antwoord te geven, zodat hij stom bleef over hetgeen ik hem gevraagd had, - en zul jij mij een antwoord geven op mijn vraag?!'
Hoofdstuk 116: De vraag van Pura, het meisje uit de laagte, naar de persoon van Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Nu verbaasde het meisje zich ongemeen, omdat de haar nog onbekende man haar met haar eigen naam aangesproken had.
Hoofdstuk 116: De vraag van Pura, het meisje uit de laagte, naar de persoon van Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Hier begon de arme, maar nu meer dan rijke Pura met haar grote, zwarte ogen om zich heen te kijken en zocht overal door de hele menigte; maar daar zelfs Adam, Seth, Lamel, Henoch en de tien dragers van Seth, zich vol eerbied en dankbaarheid voorover op de aarde uitstrekten sinds zij de hoogte hadden bereikt, was al haar moeite tevergeefs, want zij vond niemand die overeind stond.
Hoofdstuk 117: Pura, gezeten op Abedams arm, zoekt de Allerhoogste - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Maar omdat de hoge Abedam ha grote verlegenheid zag, boog Hij Zich weer naar haar toe, nam haar, Pura, o Zijn meer dan heilige arm, drukte haar tegen Zijn borst en zei toen tegen haar:
Hoofdstuk 117: Pura, gezeten op Abedams arm, zoekt de Allerhoogste - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Toen Seth zijn vraag had beƫindigd, boog Abedam Zich snel naar de grond en hiel Seth op, nam hem bij de hand en zei toen tegen hem:
Hoofdstuk 118: Sets vraag om voor de spijziging van allen te mogen zorgen. De lege voorraadkamers. De zegen van de dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] 'Luister, lieve broeder Seth, jouw vraag, die aan jouw edel voornemen ontsproot, dat Mij altijd welgevallig is, was volkomen juist en terecht en het is altijd beter op een ordelijke tijd spijs en drank tot zich te nemen, dan onordelijk volgens het verlangen van de maag, -
Hoofdstuk 118: Sets vraag om voor de spijziging van allen te mogen zorgen. De lege voorraadkamers. De zegen van de dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Maar omdat na die uitnodiging zich onmiddellijk zeer veel hongerigen en dorstigen daar vervoegden, gebeurde het dan ook dat je hele voorraad in enkele ogenblikken was verteerd.
Hoofdstuk 118: Sets vraag om voor de spijziging van allen te mogen zorgen. De lege voorraadkamers. De zegen van de dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Aanvankelijk deed dit bericht Seth enigszins versteld staan; maar niet uit nijd ten opzichte van degenen die zijn provisiekamers hadden leeggemaakt of uit enige ergernis dat de uitgenodigde gasten er bij deze gelegenheid zo weinig op gelet hadden wie Seth was en hoe iedereen die binnengelaten werd zich in zijn woning had te gedragen, maar hij stond slechts enigszins versteld omdat hij niet ogenblikkelijk wist waar hij nu spijs en drank vandaan moest halen.
Hoofdstuk 118: Sets vraag om voor de spijziging van allen te mogen zorgen. De lege voorraadkamers. De zegen van de dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] En de huisbewaarders antwoordden hen: 'Waarlijk, jullie kunnen het geloven, er hebben zich vandaag reeds ontelbaar velen verzadigd met Seths voorraden; maar toch worden deze maar niet leeg! Wel is al eerder de hele voorraad door een grote mensenmenigte opgegeten, zoals dat al tweemaal eerder is gebeurd, waarna de hongerigen zich toen op de vruchtentuinen zelf gestort hebben, - maar het duurde niet lang dat de bakken leeg waren; op wonderbaarlijke wijze werden weldra alle bakken in de voorraadkamers weer gevuld zoals jullie ze nu zien!
Hoofdstuk 119: De volle voorraadkamers als vrucht van Seths vertrouwen. Het gesprek tussen de huisbewaarder en de spijzendragers over de Heer. De Heer maakt Zich bekend. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Pas toen bezon degene zich die reeds eerder met de wachters het woord gevoerd had en zei:
Hoofdstuk 119: De volle voorraadkamers als vrucht van Seths vertrouwen. Het gesprek tussen de huisbewaarder en de spijzendragers over de Heer. De Heer maakt Zich bekend. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Want zij waren zich van zo menig klein vergrijp bewust en zij wisten ook uit menige strenge leer van Adam, Seth en Enos, dat de almachtige, heilige Jehova zeker ooit zou komen en dan een uiterst streng gericht zou houden; alle ongehoorzamen zou Hij te gronde richten en teniet doen gaan in het allerheftigste en alles verbrandende vuur van Zijn oneindige toorn. Nu was het dan ook helemaal met hen gedaan.
Hoofdstuk 120: De vrees van de dragers en Pura's verlegenheid voor de heiligheid van Abedam. Abedams geruststellende woorden. De Heer als God en Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] En daar zij zich, zoals gezegd, van enkele kleine fouten bewust waren, dachten zij, bevend over hun hele lichaam, ook aan niets anders dan hoe zij vast al heel spoedig door het ontzettend hete toornvuur van het gericht gegrepen zouden worden dat hen weldra uiterst pijnlijk zou verteren.
Hoofdstuk 120: De vrees van de dragers en Pura's verlegenheid voor de heiligheid van Abedam. Abedams geruststellende woorden. De Heer als God en Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Maar het gedrag van deze tien dragers bracht de anders standvastige en van liefde voor Mij bijna versmachtende Pura in grote verlegenheid; daarom wendde zij zich schuchter tot Mij en zei Mij als het ware vragend:
Hoofdstuk 120: De vrees van de dragers en Pura's verlegenheid voor de heiligheid van Abedam. Abedams geruststellende woorden. De Heer als God en Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] 'O, dus U bent het, zoals reeds Seth U op de hoogte met de allergrootste eerbied heeft begroet, en zoals U zich nu den overstaan van de tien dragers Zelf luid en zeer duidelijk geopenbaard hebt, zodat ik nu in mij ook geen bedenkingen meer koester om U volledig te erkennen als Degene waarvoor U zich nu ten overstaan van mij, arm schepsel, en deze tien dragers geopenbaard hebt, lig daarom verzoek ik U omwille van Uw oneindige heiligheid, dat U Mij laat gaan; want ik hen immers te onheilig om op Uw meer dan heilige handen te rusten!
Hoofdstuk 120: De vrees van de dragers en Pura's verlegenheid voor de heiligheid van Abedam. Abedams geruststellende woorden. De Heer als God en Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] Daarop stonden de tien meteen weer op, namen hun manden, volgden Hem op de hoogte en schaamden zich over hun grote dwaasheid en vroegen Abedam om vergeving voor zo'n grote dwaasheid.
Hoofdstuk 120: De vrees van de dragers en Pura's verlegenheid voor de heiligheid van Abedam. Abedams geruststellende woorden. De Heer als God en Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716  ...