15542 resultaten - Pagina 703 van 1037
... 691 - 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 ...
[2] Toen hij enigszins over zijn verbazing heen was, viel het hem pas op dat door iedere rij vensters een ander licht in de tempel viel, en wel door de onderste rij een zeer rozerood licht, door de middelste rij groen licht, dat naar beide kanten van de laatste vensters in geel overging, en door de bovenste rij een blauw licht, dat naar beide kanten in violet overging.Hoofdstuk 238: De pracht en de inrichting van de tempel. De orde van de tempeldienst - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Na deze woorden ging Lamech naar de rechterkant van het altaar, ging daar staan met de plaat in zijn hand en keek buitengewoon bedenkelijk, wat blijk gaf van grote angst en vrees.
Hoofdstuk 239: Lamechs bange en droevige gedachten bij het altaar. De geruststellende verklaring van de Heer over het doel van de tempelorde. De zegening van het altaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] O heerlijke, heilige plaat, juichend droeg ik je naar buiten, - maar weeklagend zal ik weer naar huis terugkeren; want je bent ons armen niet tot zegen gegeven, maar tot een onverbiddelijk gericht!
Hoofdstuk 239: Lamechs bange en droevige gedachten bij het altaar. De geruststellende verklaring van de Heer over het doel van de tempelorde. De zegening van het altaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Ik kwam immers alleen naar jullie, die geestelijk dood waren, om jullie het leven datje had verspeeld, vrijwillig vanuit Mijn grote erbarming weer geheel nieuw te brengen en jullie hier ook een gebouw te geven waarin je het verloren leven altijd weer kunt verkrijgen.
Hoofdstuk 239: Lamechs bange en droevige gedachten bij het altaar. De geruststellende verklaring van de Heer over het doel van de tempelorde. De zegening van het altaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Wanneer Henoch bij je zal komen, of jij bij hem, dan moet je altijd voor jou en je hele volk naar hem luisteren.
Hoofdstuk 240: Het altaar met de twee cherubijnen en de wolkenzuil. Henochs verwondering over de majestueuze altaarschikking in de laagte en de verklaring van de Heer. De Heer wordt weer onzichtbaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Richt je dus allemaal naar Henoch; want uit zijn mond zal Ik tot jullie spreken.
Hoofdstuk 240: Het altaar met de twee cherubijnen en de wolkenzuil. Henochs verwondering over de majestueuze altaarschikking in de laagte en de verklaring van de Heer. De Heer wordt weer onzichtbaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Toen allen zich enigszins van hun grote weemoed hadden hersteld, stond Henoch op, ging naar Lamech toe en sprak de volgende woorden:
Hoofdstuk 241: Henochs woorden over de nutteloosheid van een opgelegd geloof en een door de zichtbare aanwezigheid van God afgedwongen liefde tot de Heer. Het wezen van de deemoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Ongetwijfeld geloven jullie nu wel dat het de Heer is; maar zie, aan dit geloof van jullie noch aan deze liefde tot Hem hebben jullie iets, omdat jullie niet anders konden dan aan de Zichtbare te geloven en de Tastbare lief te hebben, omdat je er onmogelijk omheen kon, aangezien jullie allemaal door Zijn almachtige aanwezigheid werden gedreven die jullie onweerstaanbaar naar Hem toe heeft getrokken.
Hoofdstuk 241: Henochs woorden over de nutteloosheid van een opgelegd geloof en een door de zichtbare aanwezigheid van God afgedwongen liefde tot de Heer. Het wezen van de deemoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Maar gebruiken wij dat niet zo, dan brengt het ons al gauw het gericht, dat reeds de eerste dood van de geest is, en brengt ons dan van deze dood, die namelijk het gericht is, naar de werkelijke en eeuwige dood.
Hoofdstuk 241: Henochs woorden over de nutteloosheid van een opgelegd geloof en een door de zichtbare aanwezigheid van God afgedwongen liefde tot de Heer. Het wezen van de deemoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] `O Heer en Vader, zie genadig neer op ons, luie en trage knechten, en kijk naar onze arbeid alsof het iets voor zou stellen voor U! Want wij zien in en bekennen werkelijk voor U, dat al het goede dat aan onze arbeid kleeft, een daad van U is; en dat wij met onze onbekwame handen U slechts hinderden bij Uw werk. Neem daarom onze wil in plaats van ons werk aan, en laat altijd Uw heilige wil geschieden!'
Hoofdstuk 241: Henochs woorden over de nutteloosheid van een opgelegd geloof en een door de zichtbare aanwezigheid van God afgedwongen liefde tot de Heer. Het wezen van de deemoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] 'En nu, mijn geliefde broeder Lamech, luister naar mijn woorden die alleen voor jou zijn; want zo luidt de wil van de Heer uitsluitend voor jou:
Hoofdstuk 242: Henochs woorden aan Lamech over zijn taken als priester in de tempel. Voorschriften voor het onderzoeken van de bezoekers in de voorhof van de tempel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Wel, dat moest je nog horen; en laten we, nu je in alles bent onderwezen, en wel hier in het heiligdom, naar buiten gaan, dan de tempel sluiten, en ons nog over enkele zaken beraden in de voorhof, en ten slotte naar jouw huis terugkeren!
Hoofdstuk 242: Henochs woorden aan Lamech over zijn taken als priester in de tempel. Voorschriften voor het onderzoeken van de bezoekers in de voorhof van de tempel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] Zie, de Heer heeft mij als een voorbereidend leraar van de hoogte naar je toegestuurd; daarom moet je ook naar me luisteren!
Hoofdstuk 243: Lamechs verwondering over de pracht van de tempel en zijn onvermogen om de geestelijke betekenis van de tempelbouw te begrijpen. Henochs woorden over de noodzaak, dat de opperpriester van de tempel door God wordt onderwezen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Na deze woorden van Henoch begaven zich alle aanwezigen - zoals Lamech, Thubalkaïn, Mura, Cural, de zeven boden en dus ook Henoch - uit de ruime voorhof naar de stad en daar naar het huis van Lamech.
Hoofdstuk 244: De terugkeer van het gezelschap in de stad en in het huis van Lamech. De volksoploop. Henochs goede raad en Lamechs doeltreffende verklaring aan het volk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Maar toen het gezelschap de Hof van God verliet (zo werd de voorhof van de tempel later genoemd) om zich naar de stad te begeven, zie, daar werden zij door het volk opgehouden!
Hoofdstuk 244: De terugkeer van het gezelschap in de stad en in het huis van Lamech. De volksoploop. Henochs goede raad en Lamechs doeltreffende verklaring aan het volk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)