17481 resultaten - Pagina 704 van 1166
... 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 ...
[28] Hij bleef even bij mij staan en zei: beste vriend, helaas heb ik nu niets bij me dat ik je zou kunnen geven behalve dan dit aandenken van mijn bruid die erg rijk IS.Hoofdstuk 204: Maria stelt het Kindje vragen over Zijn liefde voor haar. Het verschil tussen de liefde van mensen en die van God. De gelijkenis van de koning als minnaar. De toepassing van deze gelijkenis op Tullia en het Jezuskind - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[19] Maar de koning dacht: Je houdt nu wel van mij omdat ik bij je ben, en omdat mijn gestalte en mijn wijsheid je boeien;
Hoofdstuk 204: Maria stelt het Kindje vragen over Zijn liefde voor haar. Het verschil tussen de liefde van mensen en die van God. De gelijkenis van de koning als minnaar. De toepassing van deze gelijkenis op Tullia en het Jezuskind - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[8] Want wat is eigenlijk Mijn liefde voor U?
Hoofdstuk 204: Maria stelt het Kindje vragen over Zijn liefde voor haar. Het verschil tussen de liefde van mensen en die van God. De gelijkenis van de koning als minnaar. De toepassing van deze gelijkenis op Tullia en het Jezuskind - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[7] Ja, zelfs Mijn toorn is feitelijk nog meer liefde dan de grootste liefde van uw kant kan zijn!
Hoofdstuk 204: Maria stelt het Kindje vragen over Zijn liefde voor haar. Het verschil tussen de liefde van mensen en die van God. De gelijkenis van de koning als minnaar. De toepassing van deze gelijkenis op Tullia en het Jezuskind - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[6] Weet u, als u Mij zoudt beminnen met een vurigheid, gelijk aan de gloed van alle zonnen samen, dan nog zou uw liefde niets te betekenen hebben in vergelijking met de Mijne, waarmee Ik namelijk zelfs de slechtste mens in Mijn toorn nog liefheb!
Hoofdstuk 204: Maria stelt het Kindje vragen over Zijn liefde voor haar. Het verschil tussen de liefde van mensen en die van God. De gelijkenis van de koning als minnaar. De toepassing van deze gelijkenis op Tullia en het Jezuskind - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[12] Ben Ik dan niet de Héér, aan Wie heel de oneindigheid op een wenk gehoorzaamt, -daar zij niet meer is dan een vastgehouden gedachte van Mij, en een uitgesproken woord uit mijn mond?!
Hoofdstuk 203: De bekentenis van Jozef aan het Kindje. Het onderscheid tussen dubbelzinnigheid enerzijds en schranderheid anderzijds. Een vermaning aan Maria - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[13] En als Ik dus de Enige Waarachtige Heer ben, hoe zou dan de verhulling van jouw ge moed voor de beveiliging van Mijn bestaan in de wereld werkzamer kunnen zijn, dan Mijn eigen macht, waarvan de hele wereld vervuld is? !
Hoofdstuk 203: De bekentenis van Jozef aan het Kindje. Het onderscheid tussen dubbelzinnigheid enerzijds en schranderheid anderzijds. Een vermaning aan Maria - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[14] Een ademtocht uit Mijn mond: en heel de zichtbare schepping is niet meer!
Hoofdstuk 203: De bekentenis van Jozef aan het Kindje. Het onderscheid tussen dubbelzinnigheid enerzijds en schranderheid anderzijds. Een vermaning aan Maria - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[3] Ik weet immers best, dat Jij mijn geheimste gedachten doorziet, zodat ik wat dat betreft niets heb in te brengen; maar, die verder aanwezigen moeten óók weten wat ik nu tegen Je ga zeggen.
Hoofdstuk 203: De bekentenis van Jozef aan het Kindje. Het onderscheid tussen dubbelzinnigheid enerzijds en schranderheid anderzijds. Een vermaning aan Maria - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[4] Je zou het wel kunnen doen, maar dan zal ik op mijn beurt met Je gaan twisten, omdat Je mij namelijk niet voor dat spelletje hebt uitgenodigd, terwijl ik er toch zo heel graag bij geweest zou zijn!'
Hoofdstuk 202: Jacob met de kleine Jezus in gesprek. Het Kindje beklaagt Zich over het gebrek aan aandacht van de zijde van Zijn ouders en huisgenoten - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[6] 'Maar Jezus, mijn goddelijk Kindje, zo iets mag toch Jou niet overkomen?!
Hoofdstuk 200: Verdere profetische onthullingen van het Jezuskind: Jezus' dood; Zijn Leer der Verzoening; Opstanding, en Ontsluiting der levenspoort voor allen. Een wenk voor wereldse mensen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[10] Tweehonderdduizend van de best geoefende soldaten staan onder mijn bevel; ik behoef slechts een wenk te geven, en overal op de wereld wordt dood en verderf gezaaid !
Hoofdstuk 200: Verdere profetische onthullingen van het Jezuskind: Jezus' dood; Zijn Leer der Verzoening; Opstanding, en Ontsluiting der levenspoort voor allen. Een wenk voor wereldse mensen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[2] ' Ja mijn goddelijk Zoontje, diep in mijn hart heb ik Je wel begrepen;
Hoofdstuk 199: Menselijk kortzichtige vragen van Jozef. Antwoord van het Kind je. Over de allesomvattende betekenis van de Menswording des Heren - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[17] maar ten slotte monden al die banen toch weer uit in Mijn oerordening, en daarmee beantwoorden ze dan allemaal aan het ene grote hoofddoel, zoals de ledematen van een lichaam en hun verrichtingen!
Hoofdstuk 199: Menselijk kortzichtige vragen van Jozef. Antwoord van het Kind je. Over de allesomvattende betekenis van de Menswording des Heren - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[14] Hetgeen echter geenszins betekent dat de eeuwig heilige doelstelling van Mijn Menswording niet zou worden bereikt!
Hoofdstuk 199: Menselijk kortzichtige vragen van Jozef. Antwoord van het Kind je. Over de allesomvattende betekenis van de Menswording des Heren - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus