Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 704 van 1088

...  692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717  ...
[8] Kom echter met Mij mee naar de grote witte rots, dan zullen wij de brandstichters nog op heterdaad betrappen! Amen.'
Hoofdstuk 28: De door Lamech, koning der laagte, aangestoken bosbrand - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] En meteen begaven de vijf aanwezige personen zich tezamen met Abedam naar de grote witte rots.
Hoofdstuk 28: De door Lamech, koning der laagte, aangestoken bosbrand - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] 'Waarom ben je nu onnodig bezorgd - terwijl je eerder niet om wilde kijken naar je vrouw, die met haar koninklijke kleren vast is blijven hangen aan de doornen langs dit smalle pad en daarbij jou om hulp riep, terwijl jij doof was voor haar stem?!
Hoofdstuk 30: De tocht van het vijftal over het smalle voetpad van de deemoed naar de hoogte. Belangrijke vraag van Abedam aan Hored en Naëhme - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Maar Hored werd nu nog verdrietiger, viel ter aarde en begon als volgt te smeken: 'Luister naar mij, o broeders in God, luister naar mij, - of als iemand een vader voor mij is, laat hem mij verschoren!
Hoofdstuk 30: De tocht van het vijftal over het smalle voetpad van de deemoed naar de hoogte. Belangrijke vraag van Abedam aan Hored en Naëhme - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] O ik zie nu al in, dat ik jullie niet tot hier had moeten volgen omdat ik in Gods ogen een grote zondaar geworden ben en eveneens in jullie ogen, jullie mannen en kinderen naar Gods hart!
Hoofdstuk 30: De tocht van het vijftal over het smalle voetpad van de deemoed naar de hoogte. Belangrijke vraag van Abedam aan Hored en Naëhme - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[31] Sta daarom toch op naar de wil van deze edele vriend!'
Hoofdstuk 30: De tocht van het vijftal over het smalle voetpad van de deemoed naar de hoogte. Belangrijke vraag van Abedam aan Hored en Naëhme - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Na deze woorden trok het gezelschap weer verder naar het oord en de plek die ons reeds bekend is.
Hoofdstuk 31: Hored en Naëhme met de onbekende Abedam in de kring van de aartsvaderen, Horeds straf voor zijn afgunst op Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] Abedam echter riep daarop Hored bij Zich en zei tegen hem: 'Hored, jij zoon van de lichte morgen, zie, hier is een verlaten kind van de wereld uit de laagte! Het beeft van grote liefde en verlangen, vrees en vreugde naar Jehova, - maar jou als zoon van de morgen laat alles onberoerd, en je hebt daarentegen enkel menig jaloerse blik op Mij geworpen!
Hoofdstuk 31: Hored en Naëhme met de onbekende Abedam in de kring van de aartsvaderen, Horeds straf voor zijn afgunst op Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] Ik zeg je daarom, dat Ik een Heer ben en deze edele vrouwelijke plant nu van je afneem en haar zal verplanten naar een andere tuin. Jij zult haar verder niet meer te zien krijgen, omdat jij Mij tengevolge van je egoïstische jaloezie kon vergeten, terwijl Ik je liet redden van de ondergang, veroorzaakt door jouw grote wellustige dwaasheid.
Hoofdstuk 31: Hored en Naëhme met de onbekende Abedam in de kring van de aartsvaderen, Horeds straf voor zijn afgunst op Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[27] Ken je Mij, ken je God?! - Zie naar Naëhme, zij vermoedt hier in Mijn tegenwoordigheid, in wiens nabijheid zij zich bevindt!
Hoofdstuk 31: Hored en Naëhme met de onbekende Abedam in de kring van de aartsvaderen, Horeds straf voor zijn afgunst op Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[29] Ga naar de grot toe en onderzoek of je hart tot berouw in staat is; want Ik - die dat nu Zelf tegen jou zeg, ben de zichtbare Jehova, God van eeuwigheid, Zelf.'
Hoofdstuk 31: Hored en Naëhme met de onbekende Abedam in de kring van de aartsvaderen, Horeds straf voor zijn afgunst op Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Maar jij hebt Mij daarstraks gezegd dat je Mij nog veel meer kon noemen waaraan je Mij herkent en daarom nu ook vast aan Mij gelooft en ervan overtuigd bent dat er buiten Mij nergens meer de een of andere Jehova bestaat.
Hoofdstuk 32: Abedam zowel Mens als God. Naëhme's grote liefde tot Jehova - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] Meteen liep Abedam naar haar toe, nam haar arm, hielp haar overeind en drukte haar vervolgens onverholen ten overstaan van alle vaderen zichtbaar heftig tegen Zijn borst en hield haar zo een tijdlang in Zijn armen; en toen Hij haar weer losliet, vroeg Hij nog een keer: 'Wel. Mijn geliefde Naëhme, zul jij Mij nog een keer vragen of je Mij lief mag hebben?'
Hoofdstuk 32: Abedam zowel Mens als God. Naëhme's grote liefde tot Jehova - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Hij gelastte mij weliswaar naar de grot te gaan om te bezien of mijn hart nog wel tot berouw in staat is; maar wat lieb ik daaraan?
Hoofdstuk 33: Horeds inkeer, zijn bekentenis en zijn nieuwe vergissing - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Moest ik niet smachten naar Naëhme, en zij wilde mij nooit verhoren als ik voor haar brandde als een rijpe, sappige olijftak?!
Hoofdstuk 33: Horeds inkeer, zijn bekentenis en zijn nieuwe vergissing - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717  ...