15542 resultaten - Pagina 704 van 1037
... 692 - 693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 ...
[4] Omdat Lamech zag dat het volk steeds onstuimiger en opdringeriger werd en riep: 'Lamech, jij oude wreedaard, jij oude tiran, geef ons die voortreffelijke man terug, anders scheuren wij je aan stukken!' werd hij zo bang, dat hij naar Henoch riep:Hoofdstuk 244: De terugkeer van het gezelschap in de stad en in het huis van Lamech. De volksoploop. Henochs goede raad en Lamechs doeltreffende verklaring aan het volk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Zeg tegen het dwaze volk dat het met jou mee moet gaan om de jonge, man uit de tempel te halen! Wanneer het ervan overtuigd is dat daar geen man meer aanwezig is, dan zal het wel rustig worden en zullen wij ongehinderd naar huis kunnen gaan: doe dat dus! Amen.'
Hoofdstuk 244: De terugkeer van het gezelschap in de stad en in het huis van Lamech. De volksoploop. Henochs goede raad en Lamechs doeltreffende verklaring aan het volk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Als jullie mijn woorden niet willen geloven, dan zijn hier de sleutels! Neem ze, ga er naar toe, doorzoek de tempel, en breng de heerlijke Man hierheen, en die zal Zich dan voor jullie ogen Zelf op mij wreken! Mochten jullie Hem echter niet vinden, dan zullen jullie toch wel geloven dat het is zoals ik jullie nu heb verteld, en dan kunnen jullie niets meer tegen mij hebben?!
Hoofdstuk 244: De terugkeer van het gezelschap in de stad en in het huis van Lamech. De volksoploop. Henochs goede raad en Lamechs doeltreffende verklaring aan het volk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Want je kunt bij gulzige kinderen al duidelijk zien, hoe zij juist door hun te grote begeerte naar voedsel dom worden en dan niet tot geestelijke arbeid in staat zijn, terwijl daarentegen steeds de eerder sobere kinderen al gauw fijne denkers worden.
Hoofdstuk 245: Henochs woorden over het wezen van de voeding. Een vermaning tot matigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Na deze woorden, die Lamech werkelijk stichtten en hem van de grote waarheid van de zaak overtuigden, ging hij naar zijn keukenmeester in een zijkamer en bestelde een matig, eenvoudig maal.
Hoofdstuk 246: Lamech laat een broederlijk feestmaal voor de armen en gevangenen bereiden. De verwondering van Brudal, de keukenmeester, en zijn gevangen gehouden familie - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Lamech als koning zou je voor deze kritiek meteen hebben laten vastnemen en vermoorden; maar Lamech als de door God aangestelde leider, stapt naar je toe, omarmt je en zegt tegen je: mijn beste Brudal, ga en doe zoals ik je heb opgedragen; want zo wil de Heer het immers, de grote, eeuwige, almachtige God van Farak!
Hoofdstuk 246: Lamech laat een broederlijk feestmaal voor de armen en gevangenen bereiden. De verwondering van Brudal, de keukenmeester, en zijn gevangen gehouden familie - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] Hierop begonnen de armen van vreugde bijna te huilen, zij loofden en prezen God en volgden Lamech naar de eetzaal.
Hoofdstuk 246: Lamech laat een broederlijk feestmaal voor de armen en gevangenen bereiden. De verwondering van Brudal, de keukenmeester, en zijn gevangen gehouden familie - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Henoch en alle anderen van de hoogte wisten echter wel wat de reden was, en Henoch stelde een dergelijke vraag alleen om Lamech daarmee in de gelegenheid te stellen, dieper en deemoediger naar zichzelf te kijken.
Hoofdstuk 247: Henochs en Lamechs samenspraak vanwege de vertraging van het feestmaal. Henoch legt de geestelijke overeenkomst uit van de tempel en het binnenste van de tempel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Opdat je ziet hoe welgevallig dat de Vader is, gaan we naar de troonzaal; daar zul je te zien krijgen met welk een welgevallen Hij zulke handelingen aanziet!
Hoofdstuk 247: Henochs en Lamechs samenspraak vanwege de vertraging van het feestmaal. Henoch legt de geestelijke overeenkomst uit van de tempel en het binnenste van de tempel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Na deze woorden van Henoch begaven allen zich naar de troonzaal en tegen Brudal werd gezegd, dat hij de spijzen voor de hoge gasten nu ook in de troonzaal moest brengen en daar een geschikte tafel voor hen in orde moest maken.
Hoofdstuk 248: De bijeenkomst van de gasten in de troonzaal. De wonderbaarlijke vruchten op de tafels. De zetel en de oorsprong van het boze in het menselijke hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] En Henoch glimlachte tegen Lamech en zei toen tegen hem: 'O lieve broeder, je vraagt naar een bijkomstigheid, maar het belangrijkste hierbij schijnt je helemaal niet op te vallen!
Hoofdstuk 248: De bijeenkomst van de gasten in de troonzaal. De wonderbaarlijke vruchten op de tafels. De zetel en de oorsprong van het boze in het menselijke hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] En zo begaf zich dan het hele gezelschap, dat Henoch volgde, naar de reeds met allerlei vruchten bezette tafel.
Hoofdstuk 249: Het grote maal. De strijd tussen de te laat gekomen armen en de dienaren voor de deur van de zaal. De halfnaakte arme als de Heer Zelf - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Verlang daarom niet naar die edelere vruchten, die de tafels van je gasten sieren, maar blijf dankbaar bij wat de Heer ons heeft toebedacht!'
Hoofdstuk 249: Het grote maal. De strijd tussen de te laat gekomen armen en de dienaren voor de deur van de zaal. De halfnaakte arme als de Heer Zelf - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Ik zeg je nu voor de laatste keer, dit is jullie laatste eigenmachtige optreden! Doen jullie zoiets nog eens, dan zul je door mij naakt naar de meest verlaten woestijn worden verstoten!
Hoofdstuk 249: Het grote maal. De strijd tussen de te laat gekomen armen en de dienaren voor de deur van de zaal. De halfnaakte arme als de Heer Zelf - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] En ga nu naar jullie verblijf en berouw je daad, opdat God die jullie moge vergeven! -
Hoofdstuk 249: Het grote maal. De strijd tussen de te laat gekomen armen en de dienaren voor de deur van de zaal. De halfnaakte arme als de Heer Zelf - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)