Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 705 van 1112

...  693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718  ...
[29] Maar als dan Mijn liefde zich verenigt met Mijn wil, dan luidt bet: `O, stel geen paal en perk aan de grote vlucht van Je totaal vrije gedachten, maar laat ze weer vrij zweven in de grote kringen van Je eeuwige leven in het volkomen bewustzijn van bun levende kracht vanuit Jou!'
Hoofdstuk 124: Het loven met het hart en het loven met de mond. Het raadsel van de voortdurende vernietiging in het rijk van de natuur. De troostrijke oplossing van de eeuwige liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Na deze woorden van Abedam richtte Henoch zich op en riep met luide stem: 'Luister, luister, jullie doden, luister allemaal, al degenen die zich nog ophouden in de spleten, afgronden en diepten der aarde, - ja, doden uit de hele schepping, kom hiernaartoe!
Hoofdstuk 125: Henochs woorden van dank en prijs. Levensvreugde als beste dankbetuiging ten aanzien van de Schepper - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Verheug je daarom, gehele oneindigheid over het leven, zoals ik mij nu daarover verheug; want van Hem, van Hem hebben wij het immers allemaal ontvangen, niet als een last, maar als een wonderbaarlijke zaligheid van alle zaligheden! Want wat zouden alle zaligheden zijn zonder deze; wie zou zich zonder deze zaligheid aan al die zaligheden kunnen verzadigen?!
Hoofdstuk 125: Henochs woorden van dank en prijs. Levensvreugde als beste dankbetuiging ten aanzien van de Schepper - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Na Henochs woorden van dank en prijs riep de hoge Abedam Enos bij Zich en zei tegen hem: 'Enos, als je de prijzende woorden van mijn geliefde Henoch hebt gehoord, die van de eerste tot de laatste lettergreep goed en waar zijn, zeg Me dan: hebben deze woorden geen hogere levensbehoefte in je gewekt dan alleen, dat je steeds maar zwijgt als een steen op de top van een berg in het rustige licht van de maan?!
Hoofdstuk 126: Abedams roep tot opwekking van de onverschillige Enos. Over het doel van het menselijk bestaan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Pas nu herstelde Enos zich en vroeg in volle ernst: 'O Allerhoogste, had ik, armzalig mens, ooit een betere vraag kunnen vinden dan juist deze, die U mij zo even aanreikte; en daarom vraag ik U dan ook overeenkomstig Uw wil: waarom ben ik eigenlijk hier?
Hoofdstuk 126: Abedams roep tot opwekking van de onverschillige Enos. Over het doel van het menselijk bestaan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Hij is niet geschapen in de volheid van het leven, maar is slechts in staat om die volheid geleidelijk aan in zich op te nemen.
Hoofdstuk 126: Abedams roep tot opwekking van de onverschillige Enos. Over het doel van het menselijk bestaan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Daarom kan ook geen mens volkomen weten wat het leven is voordat hij het geheel en al in zich heeft opgenomen.
Hoofdstuk 126: Abedams roep tot opwekking van de onverschillige Enos. Over het doel van het menselijk bestaan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] Niemand kan dan ook de ander door welbespraaktheid het leven bewijzen; maar bij degene die het leven heeft, zal het vanzelf blijken in alle volheid, zodat hij dan ook eeuwig geen ander bewijs nodig heeft, omdat hij in zich de volheid van het leven zelf draagt, dat het enige vatbare en geldige bewijs voor het leven is.
Hoofdstuk 126: Abedams roep tot opwekking van de onverschillige Enos. Over het doel van het menselijk bestaan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Zo kan het leven alleen maar het leven vatten, maar de dode niet! Deze kan wel door zijn min of meer schijnbaar levende ziel geleidelijk aan in het leven overgaan, als hij dat met zijn ziel wil; maar het leven vatten kan hij toch niet eerder dan dat hij het in alle volheid in zich opgenomen heeft.
Hoofdstuk 126: Abedams roep tot opwekking van de onverschillige Enos. Over het doel van het menselijk bestaan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Abedam, de andere, die zich nog steeds in de nabijheid van de Heer ophield, schrok en ging meteen naar Hem toe en vroeg:
Hoofdstuk 128: De verwondering van Abedam, de andere, over de levenafwijzende visie van Enos. De geruststellende woorden van de Heer tot Abedam, de andere - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Nadat dus alles weer in orde was, iep de hoge Abedam Kenan bij Zich en zei tegen hem:
Hoofdstuk 129: Het lied over het leven van Kenan, de zanger - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] O heerlijk leven, wat een heilig geschenk ben je voor wat niet bestond en nu is en zich in de zaligste vreugde verheugt over het Zijn, ja over het eeuwige Zijn in het aangezicht van Hem, die het voor eeuwig onnoemelijk liefhebbend uit Zichzelf in het leven heeft geroepen!
Hoofdstuk 129: Het lied over het leven van Kenan, de zanger - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Wanneer echter de vrije wind komt, dan heft hij het stof op van de wegen en de velden en draagt dat al wervelend met zich mee waarheen hij gaat en waarheen hij wil, omdat hij een vrije kracht is en het stof kan hem niet de weg versperren of hem zelfs tot stilstand brengen.
Hoofdstuk 130: Kenans loon voor zijn lied: de onsterfelijkheid. De essentie van het leven en de dood - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Na deze leerzame woorden over het ware leven, die ook leven schonken, werd Kenan buitengewoon blij en vele anderen met hem en allen dankten vanuit de grond van hun hart voor deze grote onthulling. Daardoor begrepen zij nu goed wat het ware leven is en hoe het zich ontwikkelt en dat het duidelijk iets anders is dan het schijnleven van het vlees of veeleer van de dood.
Hoofdstuk 131: Enos' berouw. De angst voor de dood van degenen die het leven afwijzen. Over de volledig rijpe vrucht van de geest en de onrijpe vrucht van het vlees - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Nu zij allen de hoge Abedam zo dankten en loofden en prezen, werd ook Enos tot tranen toe geroerd, hij keerde zich om en ging vol wroeging naar de Vader toe.
Hoofdstuk 131: Enos' berouw. De angst voor de dood van degenen die het leven afwijzen. Over de volledig rijpe vrucht van de geest en de onrijpe vrucht van het vlees - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  693 - 694 - 695 - 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718  ...