16308 resultaten - Pagina 708 van 1088
... 696 - 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 ...
[29] Ik voor mij zal wachten tot het iets donkerder is geworden en me dan heel zachtjes uit de voeten maken om ongemerkt op weg naar mijn woonplaats te gaan.Hoofdstuk 47: De verdeemoediging en verlegenheid van de betweterige vragenstellers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[31] En een derde richtte ook meteen het woord tot de spreker en zei: 'Waarlijk, vriend en broeder, je gedachtegang bevalt me wel, vandaar dat ook ik hetzelfde zou willen doen; maar één ding geeft mij daarbij te denken en dat zijn de vaderen, broeders en kinderen die ons hiernaartoe gestuurd hebben en mi tevergeefs uitzien naar een antwoord!
Hoofdstuk 47: De verdeemoediging en verlegenheid van de betweterige vragenstellers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[32] Omdat niemand van ons eigenlijk nog met die bedoeling naar Adam durft te gaan, denk ik dat het toch nog beter zal zijn de lieve eerlijkheid trouw te blijven en regelrecht onverrichter zake weer naar de onzen terug te keren en hen zonder omwegen te melden wat ons hier overkomen is. Daar de zeer wonderlijke, verheven sabbatsstemming van de aartsvaderen allen bekend is, zal zeker ook niemand zich erover ergeren of verwonderen dat wij onverrichter zake weer bij hen teruggekeerd zijn!
Hoofdstuk 47: De verdeemoediging en verlegenheid van de betweterige vragenstellers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[35] Wat zou je eigenlijk kunnen gebeuren als je in alle deemoed nog eens naar Adam toeging?! Hij zal je daarvoor toch niet om het leven brengen?!
Hoofdstuk 47: De verdeemoediging en verlegenheid van de betweterige vragenstellers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[41] Wie kent Adam niet reeds zo lang als hij leeft?! Hij is iemand die steeds van razende ernst vervuld is; en wat er in het bijzonder tijdens een sabbat naar buiten treedt wanneer men op een ongelegen moment met iets bij hem komt, dat weet ook bijna ieder van ons.
Hoofdstuk 47: De verdeemoediging en verlegenheid van de betweterige vragenstellers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[42] Dus – weet je wat?! - Broeders en vrienden, ik ben volkomen bereid naar boven te gaan en ons aller geluk te beproeven! Wie met mij mee wil gaan, wordt door mij zeker geen hindernis in de weg gelegd!
Hoofdstuk 47: De verdeemoediging en verlegenheid van de betweterige vragenstellers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[49] Maar zie, zie, daar komen zojuist twee mannen van de heuvel af - en naar het mij voorkomt, regelrecht naar ons toe!
Hoofdstuk 47: De verdeemoediging en verlegenheid van de betweterige vragenstellers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[50] Laat ons eens zien of we met hen niet een weinig kunnen onderhandelen! Laat alleen mij naar voren treden, als jullie misschien een beetje bang zijn!'
Hoofdstuk 47: De verdeemoediging en verlegenheid van de betweterige vragenstellers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] En nu boog Adam zich voorover naar onze eerste spreker en aanvoerder, greep zijn hand en riep in zijn oor:
Hoofdstuk 48: De van angst vervulde boden worden opgebeurd door Abedam en Aduco, Garbiëls grote liefde voor Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[26] Vrees niet; niemand van jullie wordt ooit meer verbannen, want de voor jullie nog onbekende man en ik zijn nu niet naar jullie toegekomen om je te onderdrukken, maar om je allen geheel op te richten en als dat mogelijk mocht zijn, ook volkomen tot leven te wekken. Sta daarom allemaal op! Amen.'
Hoofdstuk 48: De van angst vervulde boden worden opgebeurd door Abedam en Aduco, Garbiëls grote liefde voor Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] En de andere elf gingen terstond naar Adam en daarna naar de vreemdeling en deden - hoewel nog wat bevreesd -, wat Garbiël daarvoor had gedaan en vonden bij de vreemdeling wonderbaarlijk bevestigd wat Garbiël hen verteld had.
Hoofdstuk 49: De innerlijke, ware bedoeling van de boden door Abedam onthuld - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] En Garbiël begon na te denken en zei daarop: 'Ja, wat het tweede deel van de vraag betreft, daarvoor zijn wij naar de hoogte gezonden om voor het hele volk raad in te winnen of wij de nacht hier - zoals het anders de gewoonte was - door zullen brengen of niet, omdat het vandaag allemaal ongewoon toeging en 's avonds geen offer meer gebrand werd.
Hoofdstuk 49: De innerlijke, ware bedoeling van de boden door Abedam onthuld - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Zie, dat is de hele reden van onze komst hiernaartoe, ofwel dat is alles waarom wij naar de hoogte zijn gekomen en dat zal wellicht ook de zin van onze bedoeling zijn!
Hoofdstuk 49: De innerlijke, ware bedoeling van de boden door Abedam onthuld - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Weliswaar wilden jullie hardop alleen maar vragen of je moest blijven of naar huis moest gaan; maar wat de zin van je bedoeling betreft wilden jullie alleen maar heel in het geheim spiedend inlichtingen inwinnen om daarmee je geheime ergernis genoegdoening te geven en deze dan bij een gunstige gelegenheid de vaderen voor de voeten te werpen en dat wel reeds op de eerstvolgende vastgestelde geschillendag (op dinsdag) waarop de vaderen altijd een gewillig oor schenken aan jullie klachten! - Is het niet zo?'
Hoofdstuk 49: De innerlijke, ware bedoeling van de boden door Abedam onthuld - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] Maar Abedam zei daarop tegen hen allen: 'Volg nu Mij en Adam naar de hoogte; daar zullen jullie je eerst sterken met spijs en drank, omdat je vandaag nog niets gegeten hebt en dan willen wij welgemoed over Mijn zin in Mijn bedoeling enkele goede woorden wisselen! Amen.'
Hoofdstuk 49: De innerlijke, ware bedoeling van de boden door Abedam onthuld - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)