17481 resultaten - Pagina 709 van 1166
... 697 - 698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 ...
[46] Ostracine in Egypte is ditmaal het doel van mijn reis, en zelf ben ik de stadhouder en een broer van de keizer. Mijn naam is Cyrenius Quirinus.Hoofdstuk 180: Voorspoedige landing. Jonatha's voldoening. De dankbaarheid van Cyrenius. De schipbreukelingen rusten uit. Het vastgelopen schip wordt geborgen. Gemeenschappelijk ontbijt. Jonatha's deemoed. Aankomst van Jozef en zijn gehele gezin - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[21] Kijk, mijn hutten zijn ruim en schoon. Stro is er ook in overvloed ter beschikking, zodat u een legerstede kunt maken. Zelf zal ik weer onmiddellijk teruggaan om te proberen uw schip vlot te krijgen.'
Hoofdstuk 180: Voorspoedige landing. Jonatha's voldoening. De dankbaarheid van Cyrenius. De schipbreukelingen rusten uit. Het vastgelopen schip wordt geborgen. Gemeenschappelijk ontbijt. Jonatha's deemoed. Aankomst van Jozef en zijn gehele gezin - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[13] Bij rustig weer en een kalme zee zouden we van hier af mijn vissershut allang hebben kunnen zien!
Hoofdstuk 180: Voorspoedige landing. Jonatha's voldoening. De dankbaarheid van Cyrenius. De schipbreukelingen rusten uit. Het vastgelopen schip wordt geborgen. Gemeenschappelijk ontbijt. Jonatha's deemoed. Aankomst van Jozef en zijn gehele gezin - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[11] 'U bent werkelijk een zeer edelmoedig redder, en u beschikt bovendien over ware wijsheid; het is dus nu zaak, dat u goed op uw roer let, zodat we gauw aan land zijn!'
Hoofdstuk 180: Voorspoedige landing. Jonatha's voldoening. De dankbaarheid van Cyrenius. De schipbreukelingen rusten uit. Het vastgelopen schip wordt geborgen. Gemeenschappelijk ontbijt. Jonatha's deemoed. Aankomst van Jozef en zijn gehele gezin - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[17] Nu zei Jonatha tegen de drie: 'We hebben geen tijd meer te verliezen! ...Roepen jullie vlug je tien zoons en zet die aan de riemen. Jij, bootsman, moet de stuurriemen nemen, dan neem ik zelf de twee grote boegspanen voor mijn rekening.
Hoofdstuk 179: Goede ontvangst van Jonatha door de zijnen. Hij vaart naar open zee. Redding van Cyrenius en diens gevolg, die schipbreuk leden - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[33] Maar het Kindje antwoordde: 'Ziet u dan niet dat Ik eet, waarom Mij dan storen? Als Ik straks met mijn oranjeappel klaar ben zoals jullie met de maan zal Ik wel verder spreken.'
Hoofdstuk 175: Maria en het Kind je in hartelijk schertsend gesprek op de heuvel. Jozef en Jonatha bij het verteren van de maan. Maansverduistering - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[17] Maar Jozef keek nauwelijks naar Maria om, hij zei: 'Stoor me nu niet in mijn beschouwingen,
Hoofdstuk 175: Maria en het Kind je in hartelijk schertsend gesprek op de heuvel. Jozef en Jonatha bij het verteren van de maan. Maansverduistering - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[15] Voorwaar, tollenaars en zondaren zal Ik in Mijn huis nog kunnen prijzen, maar
Hoofdstuk 173: Het Jezuskind je vederlicht. Jonatha 's verwondering. Zeer wijze woorden van het Kindje over de zwaarte van de Wet van Mozes - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[16] die zogenaamde rechtvaardigen zal Ik in Mijn huis met een zware last belasten!
Hoofdstuk 173: Het Jezuskind je vederlicht. Jonatha 's verwondering. Zeer wijze woorden van het Kindje over de zwaarte van de Wet van Mozes - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[4] En hij zei dan ook: 'Mijn Heer en mijn God, daar kan ik met mijn verstand niet bij.
Hoofdstuk 173: Het Jezuskind je vederlicht. Jonatha 's verwondering. Zeer wijze woorden van het Kindje over de zwaarte van de Wet van Mozes - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[7] Want niet in Mijzelf is mijn last gelegen, maar in de Wet van Mozes!
Hoofdstuk 173: Het Jezuskind je vederlicht. Jonatha 's verwondering. Zeer wijze woorden van het Kindje over de zwaarte van de Wet van Mozes - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[8] Toen je Mij niet kende, maar alleen de Wet, en je Mij op je schouder droeg, toen woog niet Mijn last, maar die van de Wet zo loodzwaar op je schouders!
Hoofdstuk 173: Het Jezuskind je vederlicht. Jonatha 's verwondering. Zeer wijze woorden van het Kindje over de zwaarte van de Wet van Mozes - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[14] Maar wettisch gerechtvaardigden zullen Mijn Huis veroordeeld moeten verlaten.
Hoofdstuk 173: Het Jezuskind je vederlicht. Jonatha 's verwondering. Zeer wijze woorden van het Kindje over de zwaarte van de Wet van Mozes - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[19] Jonatha gaf Hem ten antwoord: 'Mijn God en Heer, ik ben immers een groot zondaar tegen de Wet!'
Hoofdstuk 172: Overdreven eerbied en deemoed van Jonatha voor het Jezuskind. Goede raad van Jozef. Liefdevolle aandrang van het Kindje, zodat Jonatha blijft - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[20] Alle overige grote denkwerk laat ik dus maar achterwege, in de wetenschap dat zelfs mijn verhevenste en meest indrukwekkende gedachten tegenover Gods Grootheid nog minder dan niets zijn: lege voze praat!'
Hoofdstuk 170: Vergeefse vraag van Jonatha naar de innerlijke houding van Jozef ten opzichte van het Kindje. Jozefs treffende antwoord - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus