Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 710 van 1112

...  698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723  ...
[12] Want wie het leven heeft, is wel zeer onverstandig, als hij zich bezighoudt met wat van de dood is!
Hoofdstuk 148: De hardnekkige vreemdeling. Henochs goede ontwijkende antwoord. De tegenvraag van de vreemdeling en Henochs nieuwe verlegenheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] En de vreemdeling antwoordde Henoch daarop: 'Mijn lieve Henoch, je hebt weliswaar in één opzicht geen ongelijk; maar als je zegt dat de levende zich niet om de dood moet bekommeren, dan wil ik toch wel van jou weten wat je daarmee bedoelt?!
Hoofdstuk 148: De hardnekkige vreemdeling. Henochs goede ontwijkende antwoord. De tegenvraag van de vreemdeling en Henochs nieuwe verlegenheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Zie, God is immers volledig levend; maar ten opzichte van Hem zijn alle mensen dood! Indien Hij zich nu als de enige Levende in Zijn grote liefde, erbarmen en wijsheid niet zou bekommeren om de op zichzelf dode mensen, dus om de algemene dood, hoe zou het er dan met het levendworden van de mensen uitzien?
Hoofdstuk 148: De hardnekkige vreemdeling. Henochs goede ontwijkende antwoord. De tegenvraag van de vreemdeling en Henochs nieuwe verlegenheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Maar erkennen wij of zouden wij veeleer kunnen erkennen, dat de hoge Abedam niet Degene was waarvoor Hij Zich door woord en daad uitgaf, dan zal ik ook de eerste zijn die jouw raad zal opvolgen!
Hoofdstuk 149: Het ambt als een verdeemoediging voor God en voor de wereld. Henoch spreekt over het verschil tussen het leven in God en het leven in de mens. De vraag van de vreemdeling naar het verschil tussen schepsel en kind van God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Zie, om zulke maar al te overweldigende redenen kunnen wij er dan ook onmogelijk omheen te geloven, dat Hij het was, zoals Hij Zich getrouwelijk aan ons allen te kennen heeft gegeven.
Hoofdstuk 149: Het ambt als een verdeemoediging voor God en voor de wereld. Henoch spreekt over het verschil tussen het leven in God en het leven in de mens. De vraag van de vreemdeling naar het verschil tussen schepsel en kind van God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] En Henoch wendde zich daarop tot de vreemdeling en zei tegen Hem: 'Luister, lieve broeder, jouw opmerking is zojuist en goed en waar, dat daar niets tegen in te brengen valt, - alleen schijnt hij hier niet zo geheel toepasselijk te zijn; want er is toch wel een oneindig groot verschil tussen ons leven en het leven in God!
Hoofdstuk 149: Het ambt als een verdeemoediging voor God en voor de wereld. Henoch spreekt over het verschil tussen het leven in God en het leven in de mens. De vraag van de vreemdeling naar het verschil tussen schepsel en kind van God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] En zo is het ook min of meer voor ons mensen. Wij kunnen weliswaar vrij op de aardbodem rondlopen, maar niemand kan de aardbodem verlaten en zich vrij verheffen naar de wolken aan de hemel!
Hoofdstuk 149: Het ambt als een verdeemoediging voor God en voor de wereld. Henoch spreekt over het verschil tussen het leven in God en het leven in de mens. De vraag van de vreemdeling naar het verschil tussen schepsel en kind van God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Nu wendde de vreemdeling Zich echter tot Abedam en zei: 'Broeder en vriend Abedam, als Mijn beslist belangrijke tegenwerpingen je zo erg in de war brengen en je Mij bij een volgende zelfs over alle bergen heen wilt wegpraten, zie, dat kun je immers nu al doen; en is dan je vermeende zege gelukt, dan heb je Henoch en jezelf immers voor alle verdere commentaren van het leven en de liefde behoed!
Hoofdstuk 150: De deemoediging van de eigenwijze Abedam door de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] Zie, van degene die Hij heeft beroepen, heeft Hij ook zeker voorzien waarom Hij hem heeft beroepen! Maar Hij werpt daarom een geroepene de wijsheid niet in zijn schoot, maar die moet iedere geroepene zich gaandeweg eigen maken, en daarom heeft Hij hem die weg door vele duizenden woorden getoond en derhalve getrouw uitgestippeld.
Hoofdstuk 150: De deemoediging van de eigenwijze Abedam door de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] Deze woorden rolden als hevige donderslagen door Abedams ziel en Henoch en alle vaderen verbaasden zich over de grote wijsheid van de vreemdeling.
Hoofdstuk 150: De deemoediging van de eigenwijze Abedam door de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[27] En de vreemdeling antwoordde Adam daarop: 'Wat zeg je nu? Is Asmahaël dan niet op de voorsabbat uit de diepte naar jullie toegekomen?! Waarom zou er zich dan in de avond ook niet een wijze broeder kunnen bevinden?!
Hoofdstuk 150: De deemoediging van de eigenwijze Abedam door de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[29] De vreemdeling wendde Zich daarop tot Henoch en verzocht hem om de oplossing van Zijn vraag; maar Henoch verzocht de vreemdeling hem eerst zijn eigen mening daarover mee te delen, en dan pas zou hij met `ja' en zeker niet met `neen' antwoorden.
Hoofdstuk 150: De deemoediging van de eigenwijze Abedam door de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Maar men kan zich afvragen of iemand daarmee gebaat zal zijn!
Hoofdstuk 151: De hoge wijsheid van de vreemdeling. De bestemming van de mens tot geestelijke zelfstandigheid. Het blinde geloof en het geloven op gezag maken onvrij. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Want dan accepteert hij het oordeel ofwel uit onkunde of hij gelooft het op het gezag van de spreker, baseert zich dan daarop en kan dan nooit tot een eigen oordeel komen.
Hoofdstuk 151: De hoge wijsheid van de vreemdeling. De bestemming van de mens tot geestelijke zelfstandigheid. Het blinde geloof en het geloven op gezag maken onvrij. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Er bestaat geen vreselijker toestand voor een vrij mens dan blind te geloven; want een dergelijk geloof draagt de waarachtige dood van de geest in zich.
Hoofdstuk 151: De hoge wijsheid van de vreemdeling. De bestemming van de mens tot geestelijke zelfstandigheid. Het blinde geloof en het geloven op gezag maken onvrij. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  698 - 699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723  ...