17481 resultaten - Pagina 72 van 1166
... 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 ...
[9] Je vraagt je nu wel af, hoe een biechtvader in dit geval nog een 'onrechtvaardige' rentmeester kan zijn? Je kunt ten dele al uit mijn relaas opmaken dat niemand het recht heeft om tussen twee personen die bij elkaar in de schuld staan, die schuld te delgen, behalve wanneer een derde tussen de schuldenaar en de schuldeiser optreedt, hen door de leer der liefde weer tot elkaar brengt en voor de arme schuldenaar liefdadig uit eigen kas aan de schuldeiser de schuld betaalt. Maar let wel, dat kan alleen maar wanneer beide partijen volkomen broederlijk en vriendschappelijk met zo'n liefdadige schulddelging akkoord gaan.Hoofdstuk 86: Ook in de hel is de Heer puur liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] O Heer, almachtige, heilige, goede Vader, nu geschiede voor mij en voor al mijn arme broeders alleen Uw heilige wil! Al mijn zorgen en al mijn willen leg ik aan Uw heilige voeten neer. Wat U met mij zult doen en wat U mij wilt geven, daarin geschiede ook alleen Uw heilige wil! O jij lieve, hemelse broeder, jij moet zeker een nog grotere vriend van de Heer zijn dan de vroegere verheven bode. Je moet me maar vergeven, want jouw woorden hebben mij ook voor jou met zo'n liefde vervuld, dat ik er niet omheen kan jou te omarmen om je zo met mijn warmste broederliefde mijn dankbaarheid voor je hemelse leer te betuigen. Waarlijk, zoals ik eeuwig nooit zal ophouden onze liefdevolle heilige Vader lief te hebben, zal ik ook nooit ophouden in mijn hart aan jou te denkeg!
Hoofdstuk 91: De verlossingsvoorwaarde. Het overbruggen van de kloof - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] De monnik merkt op: ja, lieve hoge vriend en broeder, voor jou is jouw antwoord helder en verstandig, maar daarentegen moet ik me wel met mijn eigen duisternis tevreden stellen. Desondanks heb je me tegen mijn ver wachting in veel gezegd, want omdat ik bij de beoordeling van menige zaak, zoals ik eens, al was het enigszins bedekt, tegen je heb gezegd, tamelijk scherp van geest was, heb ik ontdekt dat er met die vreemdeling iets heel bijzonders aan de hand moet zijn. Zou dat niet het geval zijn, dan zou ik werkelijk geen reden hebben om jou dingen te vragen waarop jij mij een uitwijkend antwoord zou moeten geven. Zou deze vreemdeling evenals jij slechts een bode uit de hemel zijn, dan zou de kennismaking met hem zeker evenmin levensgevaarlijk zijn als die met jou. Hij moet dus zeker heel wat meer zijn en hoger staan dan jij, als jij zo'n getuigenis over hem geeft.
Hoofdstuk 94: 'Wees listig als de slangen en zachtmoedig als de duiven' - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[23] De prior zegt: lieve vriend en broeder, omwille van de almachtige Heer, breng me toch naar de volgens jouw inzicht verste uithoek van deze tuin en als het niet te veel gevraagd is, blijf dan tenminste zolang bij me totdat de almachtige Heer Zijn heilige zaak met deze broeders heeft beslecht. En zou Hij mij daarna als allerlaatste willen opzoeken, dan zal ik me helemaal alleen voor Hem op mijn aangezicht werpen en om Zijn goddelijke barmhartigheid smeken.
Hoofdstuk 95: Verder op de proef gesteld. Het begin van de beloning - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Ik denk dat jullie door dit duwtje alles al tamelijk duidelijk is geworden. Dat het echter werkelijk zo is, kunnen jullie ook duidelijk opmaken uit hetgeen de Heer tegen Zijn apostelen zei toen zij Hem vroegen wat zij eens zouden ontvangen, omdat zij om Zijnentwil alles hadden verlaten. Hij sprak: 'Jullie zullen op twaalf tronen gezeten zijn en de twaalf stammen van Israël oordelen!' Wat zoveel wil zeggen als: uit het woord dat jullie in Mijn naam en vanuit Mijn geest aan alle volkeren zullen prediken, zullen er, aan de hand van jullie aantal, evenveel hoofdverenigingen worden opgericht, waarvan jullie, volgens jullie aard, de hoofdleiders en voorgangers zullen zijn. Ik denk dat dit toch wel voor de hand ligt. Opdat de zaak nog duidelijker mag worden, zullen we vervolgens nog onze toevlucht tot een ander 'duwtje' nemen.
Hoofdstuk 65: Het verschijnen van onze `geestelijke zon'. Andere verschijning dan in de sfeer van de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Ik zeg jullie, mijn lieve broeders en vrienden, het zal voor jullie wel tamelijk moeilijk worden om de onderlinge verhoudingen in de hemel volkomen te doorzien. Wat ik echter kan doen om jullie geestelijk te corrigeren, zal ik ook doen en ik zal jullie weer allerlei duwtjes geven, waardoor jullie ten minste de grote waarheid nader op het spoor kunnen komen. Luister dus! Wat zei de Heer toen Hij eens een getuigenis over Johannes de Doper gaf? Zijn woorden luidden: 'Van allen die tot nu toe uit vrouwen geboren werden, was er niet een groter dan hij; maar de kleinste in het rijk Gods is groter dan hij!' Wat wil dat nu zeggen? Niets anders dan: van alle individuele mensen is niemand op zich groter dan Johannes; maar de geringsten onder hen die volgens de leer van de Heer als zuivere godskinderen in het nieuwe rijk der hemelen worden opgenomen, zullen reeds groter zijn dan de grootste individuele mens op zich.
Hoofdstuk 65: Het verschijnen van onze `geestelijke zon'. Andere verschijning dan in de sfeer van de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Laten we nu maar weer aandacht aan onze kandidaat besteden. Kijk, hij denkt heel ernstig over deze zaak na en zegt dan tegen de oudste: luister, vader van dit huis, er is een gedachte in me opgekomen en deze luidt als volgt: als ik nu het ernstige besluit neem om geen kind van de Heer te worden maar slechts de geringste dienaar van de geringste van Zijn kinderen, om op deze manier de almachtige Heer heel in het geheim uit liefde eenmaal tot op gezichtsafstand te kunnen naderen, dan denk ik dat zoiets toch niet verkeerd kan zijn. Maar zal de Heer in de andere wereld mijn voornemen wel indachtig zijn en mij in een situatie plaatsen waarin ik mijn doel zou kunnen bereiken? Als dat het geval is, dan wil ik mijn hand op het altaar leggen.
Hoofdstuk 17: De kern van de voorwaarden - kun je God liefhebben? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Jullie zeggen: het zou weliswaar goed zijn als men maar meteen zou weten aan welk deel van onze liefde of aan welke hemelse streken daarvan men deze wereld nu juist moet toedichten, maar ik zeg jullie, mijn lieve vrienden en broeders: omdat jullie door mijn duwtje het belangrijkste al voor driekwart uit jezelf hebben gevonden, zal het zeker niet zo moeilijk zijn om door hoogstens nog een paar duwtjes ook het vierde kwart te vinden. Ik zal jullie daarom meteen nog een vraag stellen waarop jullie het antwoord op voorhand al weten. De vraag is: hebben jullie nooit gehoord van de zogenaamde oude astrologie? Jullie zeggen: ja zeker, boeken daarover zijn er heden ten dage nog. Maar daar mag men toch niet te veel waarde aan hechten. Ik zeg jullie: op de manier waarop jullie dat plegen te doen zeker niet, want dat zou een absurd bijgeloof zijn en dus zondig. Maar iedere zaak heeft twee kanten, namelijk een licht- en een schaduwzijde. Wij zullen ons daarom niet van de schaduwzijde, maar van de lichtzijde van dit oude mysterie bedienen.
Hoofdstuk 15: De drie wijzen uit het morgenland; hun wezen. De grote betekenis van onze aarde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Niemand wil echter serieus de wegen bewandelen die hem rechtstreeks naar de plek zouden voeren waar hij met Mijzelf in contact zou komen om uit Mijn mond een levende leer te ontvangen, die hem dan tot goede aarde zou kunnen omvormen.
Hoofdstuk 125: Het hemelrijk komt overeen met deze tegenwoordige tijd - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Nee, duizend keer nee! Ik ben geen ziel, ik ben Robert Blum, de afgevaardigde bij de Rijksdag te Frankfurt! Hier in Wenen ben ik erachter gekomen wat Oostenrijk wil. Ik weet dat heel het streven van deze staat tot doel heeft, het oude absolutisme weer opnieuw te vestigen. Ik streed daartegen als een reus. Maar daar de kanonnen van de tegenpartij sterker waren dan mijn goede wil, moest ik met inbegrip van mijn rechtvaardige zaak toch nog afdruipen en me uiteindelijk nog laten neerschieten! Een fraai loon voor een hart dat het vaderland trouw toegewijd is! 0, vervloekt leven!
Hoofdstuk 5: Pogingen om in de lege ruimte te lopen. Zelfgesprekken over het niets en over het voortbestaan. Vloek tegen God, de veroorzaker van het leed - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Het is trouwens merkwaardig, dat ik nu mijn toch zo rechtmatige woede en wraakgevoel niet kan bewaren. Het gaat soms helemaal in een soort grootmoedige vergeving over, wat me echt ergert. Maar als ik de zaak goed bekijk, is dat toch eigenlijk weer echt Duits! Alleen een Duitser kan vergeven. En dat is een prachtige deugd, die alleen maar eigen is aan de edelste zielen!
Hoofdstuk 8: Opnieuw liefde voor het leven. Wraakzucht gaat over in gedachten van vergeving. Nieuwe bliksem en blijvende helderheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Daarom, leraren, leer jullie aanhangers geloven! En zij zullen gelukkiger sterven dan ik met al mijn verstand gestorven ben. Nu wordt me ook duidelijk, waarom de grote meesterleraar Zijn leerlingen steeds op het hart drukte slechts te geloven!'
Hoofdstuk 9: Alle wijsbegeerte is ijdel. Jezus legt zijn leerlingen op, het geloof ter harte te nemen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Vriend, dit strookt niet met elkaar. Of het een, of het ander! Is men gedwongen beide na te leven, dan is dat in de grond van de zaak twee heren dienen, wat je zelf voor onmogelijk hebt verklaard! Of men zou bij zichzelf een soort dubbele natuur moeten aankweken, waardoor men uit huichelachtigheid alleen uiterlijk zou doen wat de vorsten willen. Maar innerlijk zou men dat moeten vervloeken en stiekem moeten doen wat het liberalere deel van je leer verlangt. Dat zou natuurlijk heel moeilijk zijn, soms zelfs onmogelijk of minstens uiterst gevaarlijk.
Hoofdstuk 17: De Heer brengt naar voren: 'Wees onderdanig aan de overheid'. Robert trekt dit gebod in twijfel. Hij wenst opheldering over de God-menselijke natuur van Jezus - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Ik zeg: 'Mijn geliefde broeder! Kijk, als men zoals jij deze zaak met puur wereldse ogen en even werelds verstand bekijkt en daarbij genoegen neemt met elke vertaling van de vier evangelisten en de brieven van Paulus, ook al is die nog zo vrij en mist die vaak iedere normale betekenis, en als men bovendien nog de wereldse filosofie van verschillende Duitse atheïsten met volle teugen in zich heeft opgenomen, dan kan het wel niet anders gaan dan zoals het nu met jou gesteld is.
Hoofdstuk 18: Rede van Jezus over de noodzaak van een aardse overheid. Geen menselijke samenleving zonder orde en gehoorzaamheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Of jij, waarde vriend, je ook door een in jou verborgen bovenzinnelijke macht had kunnen verzetten toen deze overheid je werkelijk gevangen nam, dat kan ik niet beoordelen, omdat het mijn tot nu toe verworven inzicht ver te boven gaat! Zo je daden je al niet als heidense halfgodenfabels zijn toegedicht, is het zeker dat jou als een wijze die stellig vertrouwd was met de meest innerlijke krachten der natuur ook buitengewone krachten ten dienste stonden. Maar jouw gevangenneming en terechtstelling heeft bij heel veel heldere denkers je wonderbare vermogens in een zeer verkeerd daglicht gesteld en velen hebben zich daar geweldig aan gestoten. Maar ikzelf en veel anderen hebben alleen jouw zuivere leer aangenomen en daaruit alles verbannen wat maar leek op een later bijgevoegde heidense fabel.
Hoofdstuk 17: De Heer brengt naar voren: 'Wees onderdanig aan de overheid'. Robert trekt dit gebod in twijfel. Hij wenst opheldering over de God-menselijke natuur van Jezus - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)