2758 resultaten - Pagina 72 van 184
... 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 ...
[9] Hierop bedankten allen Rafaël ook voor deze les en prezen zijn wijsheid, die hij ook bezat in het belichten en grondig en helder uiteenzetten van alle verschijnselen in de natuurlijke wereld, die voorheen geen enkele natuurgeleerde ook maar bij benadering overeenkomstig de waarheid kende en kon verklaren.Hoofdstuk 147: Sneeuw en ijs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] De hoofdman vroeg Mij dan ook onmiddellijk: 'Had ik vannacht eigenlijk geen gelijk, toen ik die jongen, die echt een levend wonder is, voor een soort god hield? Zijn grote wijsheid, zijn kracht en nu dit plotsklaps verdwijnen bevestigen dat toch op nauwelijks weerlegbare wijze! Waar komt hij toch vandaan en wie zijn de ouders van deze bijzondere jongen? Heer en Meester, daar zou U ons wel wat meer opheldering over kunnen geven als U dat zou willen, wat ons werkelijk heel aangenaam zou zijn!'
Hoofdstuk 150: De weg tot eenwording met de Geest en tot wedergeboorte (27.4.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Blijf daarom op deze weg, want die kan jullie als enige naar de levende waarheid en wijsheid in alle dingen leiden, en zoek niet te onpas naar dingen en hun omstandigheden, waarvoor jullie nog lang niet levensrijp genoeg zijn om die op de juiste manier te vatten en te begrijpen; want een dergelijk nutteloos vorsen houdt de ziel alleen maar op om werkelijk steeds dieper in haar eigen geest door te dringen!
Hoofdstuk 150: De weg tot eenwording met de Geest en tot wedergeboorte (27.4.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Volgens het aardse verstandige denken van de mensen zou in de hele wereld der schepselen op deze aarde bijna alles bekritiseerd kunnen worden; maar volgens de hoogste liefde en wijsheid van God moet alles zo worden en zijn als het wordt en is.
Hoofdstuk 152: Over de goddelijke orde op de geestelijke levensweg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik zei: 'Had Ik hen nog meer in hun oude luiheid en in hun ongeloof en bijgeloof moeten sterken dan ze sinds lange tijd al zijn? Ik heb hun alleen de weg getoond die ze moeten gaan. Als ze dat zullen doen, zullen ze ook op de juiste tijd geholpen worden; maar als ze dat niet doen, dan mogen ze ook blijven zoals ze zijn en hun huizen op zand bouwen! Ons zal dat werkelijk niet van de wijs brengen; want als een mens zichzelf tegen het advies van de wijsheid in schade wil toebrengen, geschiedt hem geen onrecht.
Hoofdstuk 161: De gelijkenis van de rechter en de weduwe (Luc. 18: 1-8) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Maar nochtans zullen er ook velen zijn die zich niet door de wereldse wijsheid zullen laten verblinden en Mijn woord openlijk zullen verkondigen; en tot hen zal Ik dan ook komen bij dag en bij nacht, Ik zal Mij aan hen openbaren en zal hen beschermen tegen de vervolgingen van de wereld en zal hun ook de wondergave schenken om door middel van de liefde de verdrukten, de gebrekkigen en zieken te helpen. En zo zal het dan lichter en troostrijker worden op aarde. - Begrijp je deze profetie?'
Hoofdstuk 161: De gelijkenis van de rechter en de weduwe (Luc. 18: 1-8) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Daarop zei Simon Juda: 'Heer, wij herkennen hierin nu wel Uw orde, die met betrekking tot de volledige wilsvrijheid van de mensen der aarde ook geen andere richting kan nemen dan U ons nu, en ook al bij andere gelegenheden, zij. het niet zo openlijk, uiteengezet hebt; maar voor de mensheid zien wij daar in het algemeen nog lang geen gouden levensvruchten uit voortkomen! Maar omdat het nu eenmaal zo moet zijn, om deze aarde uiteindelijk om te vormen tot een ware levensschool voor Uw kinderen, zij het dan ook zoals Uw wijsheid het zal toelaten!
Hoofdstuk 163: Over de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Tracht vóór alles jullie levensgevoel volgens Mijn leer te ontwikkelen en te versterken, voel samen met de arme zijn nood en lenig die naar jullie kracht en vermogen, troost de verdrietigen, kleed degenen die naakt zijn, geef hun die honger hebben te eten en hun die dorst hebben te drinken, help de zieken waar jullie kunnen, verlos de gevangenen en verkondig de armen van geest Mijn evangelie -dat zal jullie gevoel, jullie gemoed tot in de hemelen verheffen, en jullie ziel zal op deze enig ware levensweg weldra zonder moeite één worden met haar geest uit God en daardoor ook Zijn wijsheid en macht deelachtig worden! En dat zal toch zeker meer waard zijn dan veel te weten in de wereld terwijl je daarbij een gevoelloos mens bent tegenover je medemensen en door je te weinig tot leven gewekte gevoel aan jezelf het getuigenis moet geven dat je nog heel ver af staat van het ware leven in de geest!
Hoofdstuk 150: De weg tot eenwording met de Geest en tot wedergeboorte (27.4.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Ik zeg jullie: de geest, die het enig levende in de mens is, is puur liefde en het tederste en eeuwig hoogst welwillende gevoel van die liefde. Wie zich derhalve inspant om die liefde van de geest en haar tederste en eeuwig meest welwillende gevoel steeds meer in zijn zelfzuchtige* (*'Zelfzuchtige' is in de grondtekst achteraf door Lorber zelf toegevoegd. ) ziel op te nemen en daarin ook steeds sterker, krachtiger, moediger en volgzamer wordt, die bevordert daardoor de volledige eenwording van de geest met de ziel; en als de ziel dan tot pure liefde en wijsheid wordt in haar tederste en meest welwillende gevoel, dan is zo'n zielook geheel en al één met haar geest en is daardoor dan ook in het meest levende bezit van alle wonderbaarlijke levens en zijnsvermogens van haar geest, en dat is dan toch zeker meer waard dan alle scholen van de wereldse geleerden op aarde doorlopen te hebben, maar daarbij een streng en gevoelloos mens te blijven.
Hoofdstuk 150: De weg tot eenwording met de Geest en tot wedergeboorte (27.4.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Maar hij moet zich daarmee niet aan de mensen vertonen opdat die zich over hem zullen verbazen en vervolgens ook alles vast geloven wat hij hun verkondigt; maar de bezitter van zo'n hogere geestkracht uit Mij moet zich ook steeds tot Mij wenden met de vraag: 'Heer, als het ook Uw wil is dat ik nu gebruik maak van de door U aan mij verleende kracht, laat mij dat dan weten in mijn hart en verenig Uw almachtige wil met Uw genadig aan mij verleende kracht! Maar als het niet tevens Uw wil is, maak mij dat dan ook kenbaar volgens Uw liefde, wijsheid en genade!' Dan zal Ik zo'n deemoedige vraag in het hart van de vraagsteller altijd ogenblikkelijk met ja of nee beantwoorden en Ik zal hem ook helder de reden tonen waarom er een teken gedaan of achterwege gelaten moet worden. De bezitter van zo'n door Mij aan hem verleende kracht zal echter ook zonder Mijn volledige instemming het wonder wel kunnen verrichten, maar het zal voor hem en nog minder voor degenen voor wie hij het gedaan heeft, van geen enkel nut zijn, -en dat kunnen jullie ook goed onthouden! Want wie in alle opzichten volkomen met Mij zal wandelen en handelen, diens werken zullen ook altijd van de ware zegen vergezeld gaan.
Hoofdstuk 154: Het gebruiken van de kracht om wonderen te doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Ik zeg jullie: dat komt door jullie eigen luiheid! jullie zijn aards welgestelde bezitters van goederen en reeds vanaf jullie jeugd gewend om jullie knechten en dienstmaagden tegen een karig loon voor jullie te laten werken en daarbij de strenge heren uit te hangen, en jullie geloven ook dat die voorbidders ook bij God met succes voor jullie moeten werken, omdat jullie hen daar goed voor betalen. Maar dan keert God Zijn aangezicht van jullie af en luistert nooit naar het weerzinwekkende, zinloze en geestloze geblèr van de lippen van jullie huichelachtige godsdienaren. En dat is dan ook de reden waarom God jullie niet kan, wil en mag helpen. Want als God dat zou doen, dan zou Hij als de hoogste, eeuwige wijsheid, liefde en macht jullie nog dieper weg doen zakken in het volledige verderf dat alleen door jullie luiheid veroorzaakt wordt.
Hoofdstuk 160: Over godsdienst en zinvol bidden (15.5.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Maar omdat wij nu toch aan het praten en vragen zijn, zouden wij graag van Uw wijsheid horen waarom er eigenlijk ooit een ceremoniële zogenaamde godsdienst ingevoerd is, en waarom God die ooit heeft toegelaten. Want naar ons idee is dat steeds de reden voor allerlei bijgeloof, veelgoderij, afgodendom en tenslotte volledige goddeloosheid geweest, zoals wij zien bij de wijsgeren die de leer van Diogenes aanhangen. Wanneer de mensen direct vanaf het oerbegin een zuivere leer van plichten ten aanzien van God en de mensen gegeven zou zijn, net zo eenvoudig en begrijpelijk als U, o Heer en Meester, die ons hebt voorgehouden, dan zou er toch zeker veelonheil op deze aarde achterwege gebleven zijn.
Hoofdstuk 175: Doel en betekenis van de ceremoniën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] In God, de eeuwige oergrond van alle zijn, is dan ook het meest volkomen zelfbewustzijn, de hoogste intelligentie, wijsheid en macht, en als het niet zo zou zijn, dan zou er ook nooit iets geschapen zijn; want wat in zichzelf niets is, kan zich ook nooit als iets manifesteren.
Hoofdstuk 176: Het wezen van de waarheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Zien jullie, Mijn geliefde vrienden, dat Ik ook de wereldse wijsheid van jullie filosofen heel goed ken en al heel lang maar al te goed gekend heb ? En Ik zeg jullie dat er onder alle ellende en alle nood van de mensen niets ergers bestaat dan hun geestelijke blindheid. Want daaruit ontspringen onvermijdelijk alle andere kwaden onder de mensen en deze zullen net zo lang bestaan als er Epicurussen zullen zijn in alle mensengemeenschappen; want de wereldse geest van zulke wijzen bederft door zijn verleidelijke voorbeeld maar al te gauw vele duizenden.
Hoofdstuk 181: Natuurfilosofische opvattingen (12.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[18] Maar wanneer dat zo is, kan God er dan iets aan doen als de mensen, die in het bezit zijn van hun volkomen vrije wil, zich van God afkeren en een leven leiden volgens hun wereldse liefde? Of zou God ten gevolge van Zijn liefde, goedheid, wijsheid en macht soms voortdurend al die ellende en nood onder de mensen niet moeten laten bestaan? Luister, als God die niet zou toelaten, dan zou het er onder de mensen al heel gauw nog afgrijselijker uitzien dan nu! Wat zou er in de loop van de tijd van de mensen worden? Niets anders dan een uiterst grof en volkomen geestloos en levenloos onbehouwen werkstuk, net als de heidense afgoden van steen, metaal en hout!'
Hoofdstuk 181: Natuurfilosofische opvattingen (12.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)