Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 72 van 215

...  60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85  ...
[10] Daarom blijft het voor mij voorlopig een vaste stelling, dat er op de wereld altijd enkele bijzonder begaafde mensen kunnen bestaan; maar men moet daarom zeer op zijn hoede zijn, om een dergelijk mens als een uit de hemel gekomen God te beschouwen en te erkennen.
Hoofdstuk 8: De bedenkingen van de Farizeeën over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Wij mensen konden vóór ons bestaan nooit gewild hebben dat wij zouden bestaan, maar alleen U kon dat willen, en wij zijn dus Uw werken; en U zorgt, dat ze volledig datgene kunnen worden waartoe U ze geschapen en bestemd hebt.
Hoofdstuk 16: Over het incameren van bewoners van de sterren (26.10.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Ik zei: 'Daar zul je voorlopig heel goed aan doen! Maar het zal wel weer gebeuren, datje nog heel veel zult vragen. Maar nu is het tijd om op iets anders over te gaan. Wie van jullie nog het een of ander wil weten, kan nu naar voren komen en spreken en vragen; want vandaag staat de poort van de hemel voor jullie allemaal wijd open!'
Hoofdstuk 17: De behandeling van de mensen aan deze en aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Een God echter, die dat gedaan heeft en nog voortdurend doet, heeft niet eens een mug, en zeker niet ons mensen als een beklagenswaardig speelgoed voor Zijn grillen geschapen! Of kan men zich een wijs en derhalve ook goed mens voorstellen, die er behagen in zou scheppen om te zien hoe zijn arme medemensen voortdurend op de afschuwelijkste manier gekweld worden? Voorzover ik de mensen in alle opzichten heb bekeken, heb ik ook steeds gemerkt, dat God de mens volstrekt geen kwaad berokkent; dat doen de mensen elkaar en maar al te vaak en het meest zichzelf aan. Want ten eerste drijft hun nooit te bevredigen .zelfzucht en hebzucht de mensen ertoe, elkaar zoveel mogelijk te achtervolgen en elkaar daardoor allerlei kwaad aan te doen; en omdat ze daarbij geen acht meer slaan op de geopenbaarde wil van God, krijgen ze door de meest ongeregelde leefwijzen ook allerlei lichamelijke ziekten, die hun dit voorleven ten zeerste vergallen.
Hoofdstuk 4: Een schriftgeleerde verwijst naar Gods orde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[22] Wanneer men zelf getuige is geweest van zo'n daad en van nog honderd andere, waarvan men niet eens meer kan zeggen: 'Kijk deze waren groter en gedenkwaardiger dan de andere!', wanneer men gezien heeft, dat ook alle dieren, alle elementen, de hele natuur, zelfs de zon, de maan en de sterren en de zeeën van de aarde evenals de bergen aan Zijn wil gehoorzamen, en Hijzelf zegt: 'Ik en de Vader in de hemel zijn één! Wie Mij ziet, ziet ook de Vader .Wie in Mij gelooft, zal het eeuwige leven hebben, want Ikzelf ben de waarheid, de weg en het leven!', dan kan men er met zijn gezonde zintuigen en zijn gezonde verstand toch niet meer aan twijfelen dat het is zoals Hij leert, en zoals sinds Adam alle vaderen, patriarchen en profeten van Hem hebben voorspeld en onderwezen.
Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Zoals God Zich hier met Zijn almacht terughoudt vanwege de volste levensvrijheid van de ziel, zo zal Hij Zich krachtens Zijn eeuwige orde ook eeuwig terughouden. Hier op deze aarde heeft ieder mens echter voor zijn ziel het voordeel, dat Gods almacht hem allerlei schatten heeft gegeven om te gebruiken; en wanneer hij die volgens Gods raadgevingen juist gebruikt, kan hij daarmee voor eeuwig zeer grote geestelijke schatten voor zijn ziel verwerven. Aan gene zijde echter valt een door God geschapen wereld vol schatten en voedsel helemaal weg; daar zal iedere ziel, als evenbeeld van God, voor zichzelf alles uit zichzelf moeten scheppen, dat wil zeggen: uit haar eigen wijsheid en uit haar eigen geheel vrije wil. Hoe zal het haar dan vergaan, wanneer zij nog nooit in verbinding heeft gestaan met Gods wil of met Zijn wijsheid en liefde?
Hoofdstuk 9: Lazarus' getuigenis over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Maar er bestaat nu nergens op aarde een volk dat helemaal zonder enige wet is. Want God heeft onder alle volkeren al naargelang hun behoeften wijze mannen opgewekt en deze hebben hun wetten gegeven en hun ook gezegd en laten zien dat er een God bestaat, die alles heeft geschapen en ook alles in stand houdt, leidt en regeert. Zo leerden die wijze mannen de mensen ook dat God degenen die aan de wetten gehoorzamen, hier en aan gene zijde zal belonen, maar de degenen die in strijd met de wet leven zal tuchtigen en onverbiddelijk streng straffen, hier al en zeker aan gene zijde, omdat de ziel van de mens na de dood van het lichaam in een andere wereld van geesten verder leeft en overeenkomstig haar handelen gericht wordt.
Hoofdstuk 17: De behandeling van de mensen aan deze en aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Toen Ik dit gezegd had, kwam er snel één van de. gewonnen Farizeeën naar voren en zei: 'Heer en Meester, aangezien U nu gezegd hebt dat de poort van de hemel voor ons allemaal wijd open staat - zou het dan niet kunnen, dat wij de geopende poort van de hemel nu allemaal met onze ogen konden zien om ons enigszins een voorstelling te kunnen maken hoe de hemel er vanbinnen uitziet? Want door de geopende poort zal men er zeker een klein deel van kunnen waarnemen.'
Hoofdstuk 18: De poort van de hemel en het rijk van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Kijk niet omhoog of omlaag met jullie vleselijke ogen als jullie het ware aanzicht en het wezen van de hemel, dat het rijk van God is, willen doorgronden, maar richt de ogen van je gemoed op je innerlijke bewustzijn van liefde; daar zullen jullie de hemel aanschouwen, en weloveral, op welke plaats in Mijn scheppingen jullie je ook bevinden, hetzij op deze aarde of op een andere, dat is om het even; want het aanzicht van de hemel zal zich vormen uit de grondslag van jullie leven, zoals die volgens Mijn woord en door jullie goede werken gevormd is. Pas via jullie eigen hemel zullen jullie in Mijn eeuwige en oneindig grote hemel komen.
Hoofdstuk 18: De poort van de hemel en het rijk van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Onthoudt allemaal goed: Gods rijk spreidt geen enkele uiterlijke pracht ten toon en komt ook niet in een uiterlijke afbeelding en vorm tot jullie, maar het is in jullie diepste innerlijk en bestaat in de geest van zuivere liefde tot God en tot de naaste en in de waarheid van het daaruit voortvloeiende leven van de ziel; want wie geen liefde tot God of de naaste in zich heeft en gewaar wordt, heeft ook geen leven in zich en geen opstanding, die de hemel in de mens is, en derhalve ook geen leven daarin, maar alleen het gericht en de daaruit voortvloeiende eeuwige dood, in plaats van het enig ware en volmaakte leven in de hemel.
Hoofdstuk 18: De poort van de hemel en het rijk van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Als jullie dat nu een beetje diepgaander beschouwen, zullen jullie toch hopelijk niet meer tegen Mij zeggen: 'Heer, toon ons de poort van de hemel en daardoor ook een beetje van de hemel zelf, of toon ons ook de hel, opdat wij, gewaarschuwd door de aanblik ervan, ons des te gemakkelijker onthouden van alle zonden!' Wie dat zou vragen, zou Ik een dwaas moeten noemen; ieder mens heeft ofwel de hemel ofwel in het ergste geval de hel volkomen in zich en kan alles in zichzelf gadeslaan.
Hoofdstuk 18: De poort van de hemel en het rijk van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Wandel dus volgens Mijn geboden, dan zullen jullie gemakkelijk en spoedig het aanzicht en het wezen van de hemel in jezelf gewaar worden. - Hebben jullie dat nu ook goed begrepen?'
Hoofdstuk 18: De poort van de hemel en het rijk van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Wanneer jullie nu een beetje dieper nadenken over dit beeld, zal jullie toch duidelijk worden, hoe uiterst weinig er bij het bebouwen van de akker als verdienste aan de boer valt toe te rekenen? Welbeschouwd eigenlijk helemaal niets - en toch zou hij willen zeggen: 'Kijk, dat heb ik allemaal aan mijn inspanning te danken! ' Maar hij denkt er nauwelijks aan, wie de enige voornaamste bewerker van het tarweveld was! Zou hij niet veeleer in zijn hart moeten bekennen: 'Heer, grote, goede en heilige Vader in de hemel, ik dank U voor Uw grote zorgzaamheid! Want dat alles was en is alleen Uw werk en zal dat altijd zijn; ik was daarbij een luie en totaal onnutte knecht!'?
Hoofdstuk 19: De machteloosheid van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Als men jullie zal opnemen, blijf daar dan, leer hun de waarheid inzien en handelen volgens de gemakkelijk te begrijpen principes ervan! Als ze die blijmoedig hebben aangenomen en weldra ook bereidwillig begonnen zijn er naar te handelen, spreek dan een gebed over hen uit en leg de zieken jullie handen op, opdat ze genezen worden van hun kwalen, en doop hen dan op de waarachtige wijze, die Ik jullie al eerder heb aangegeven; dan zullen jullie daardoor volgens Mijn wil een Mij welgevallig werk hebben verricht, en jullie loon in de hemel zal daardoor sterk vermeerderd worden.
Hoofdstuk 23: Hoe men een einde kan maken aan het heidense priesterdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Kijk, de mens is helemaal naar Gods evenbeeld geschapen, en wie zichzelf volkomen wil kennen moet zich realiseren dat hij als een en dezelfde mens in feite ook uit drie persoonlijkheden bestaat! Je hebt ten eerste een lichaam, voorzien van alle noodzakelijke zintuigen en andere lichaamsdelen, van zeer groot tot nauwelijks voorstelbaar klein, die voor een vrij en zelfstandig leven nodig zijn. Dit lichaam heeft ten behoeve van de ontwikkeling van de geestelijke ziel een heel eigen natuurlijk leven in zich, dat zich van het geestelijke zieleleven in alle opzichten onderscheidt. Het lichaam leeft van materiële voeding, waaruit het bloed en de andere voedingssappen voor de verschillende onderdelen van het lichaam gevormd worden.
Hoofdstuk 24: De drie-eenheid in God en mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85  ...