Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 711 van 1112

...  699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724  ...
[19] Zie, dat is niets anders dan je reinste afgoderij; want de mens maakt zichzelf daarmee onvrij of laat zich veeleer onvrij maken - en dus ook doden!
Hoofdstuk 151: De hoge wijsheid van de vreemdeling. De bestemming van de mens tot geestelijke zelfstandigheid. Het blinde geloof en het geloven op gezag maken onvrij. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Zeg Me, lieve Henoch, zal een dergelijk antwoord, ook al is het op zich zelf de grootste waarheid, de hongerigen wel verzadigen?!
Hoofdstuk 152: Vol verbazing erkent Henoch de wijze woorden van de vreemdeling. De gelijkenis van de twee verzadigden en de vele hongerigen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] Maar laten wij dat nu voor wat het is; want jullie wijsheid zal zich pas bij jullie kinderen rechtvaardigen! Laten wij daarom nu naar de vaders kijken, opdat de kinderen niet te gronde zullen gaan!
Hoofdstuk 152: Vol verbazing erkent Henoch de wijze woorden van de vreemdeling. De gelijkenis van de twee verzadigden en de vele hongerigen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Het is toch werkelijk vreemd: Men kan zich niets voorstellen dat nog zuiverder zou zijn dan juist deze woorden, - en, zoals gezegd, Abedam heeft iets dergelijks niet verkondigd! Zijn leer was hoofdzakelijk gericht op de liefde en de deemoed, en mij droeg Hij alleen maar op de liefde te verkondigen en de deemoed die daaruit voortvloeit!
Hoofdstuk 153: Henoch heeft een gesprek met zichzelf over de wijsheid van de vreemdeling. Abedams dromerij en grote vermoeden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Hier wendde Henoch zich tot Abedam en zei tegen hem: 'Broeder Abedam, jij hebt net zo goed als ik en alle anderen de buitengewoon kostelijke woorden van onze onbekende broeder gehoord! Zie, er wordt je een groot stuk brood aangereikt; bijt erin, en geef ons daarop je oordeel, of en hoe het het begrip van je hart verzadigt!'
Hoofdstuk 153: Henoch heeft een gesprek met zichzelf over de wijsheid van de vreemdeling. Abedams dromerij en grote vermoeden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] Hierop begaf de vreemdeling zich naar Abedam en zei tegen hem: 'Waarlijk, je kunt het geloven, de ogen van je geest bedriegen je niet! Maar het is voor zo menige geest op bepaalde tijden beter, dat hij niet onmiddellijk de kern ziet van hetgeen zich voor hem bevindt; dat weet Ik ook al zeer lang uit ondervinding. Daarom heb je gelijk om niet te zeggen wat je ziet, maar het dan pas te zeggen, wanneer ook de ander het zal zien!'
Hoofdstuk 153: Henoch heeft een gesprek met zichzelf over de wijsheid van de vreemdeling. Abedams dromerij en grote vermoeden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[29] Hier verbaasde Henoch zich nog meer en hij begon Abedam grondig op te nemen.
Hoofdstuk 153: Henoch heeft een gesprek met zichzelf over de wijsheid van de vreemdeling. Abedams dromerij en grote vermoeden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Deze woorden boorden zich diep in Henochs hart en hij overdacht in zijn hart ieder woord van Abedam, maar meer nog dat van de vreemdeling.
Hoofdstuk 154: Henochs tweespraak met de andere vreemdeling. Henoch en Adam in een kritische situatie - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Terwijl de vreemdeling geheel onopvallend iets met Abedam besprak, benutte Henoch die gelegenheid om naar de andere vreemdeling te gaan en zich bij hem raad te verschaffen. Wie was toch wel die onbekende spreker en waar had hij zulke zuiver goddelijke wijsheid verkregen, en wat was zijn naam?
Hoofdstuk 154: Henochs tweespraak met de andere vreemdeling. Henoch en Adam in een kritische situatie - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] Hier begon Adam zich weer te verbazen en zei tenslotte tegen Henoch: 'Ja, daarin hebt je wel weer gelijk!
Hoofdstuk 154: Henochs tweespraak met de andere vreemdeling. Henoch en Adam in een kritische situatie - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[26] Toch denk ik dat rust dat allemaal weer in orde zal brengen! Wil hij door jou en ons allen erkend worden, dan zal hij zich ook laten herkennen - als hem daaraan iets gelegen is -; zo niet, dan geven wij God de eer, - en al het overige zal volgens Gods orde verlopen!
Hoofdstuk 154: Henochs tweespraak met de andere vreemdeling. Henoch en Adam in een kritische situatie - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Maar des te sneller was Adam bij deze gelegenheid. Hij stond onmiddellijk op, nam zijn oude ambtshouding aan, wendde zich tot de Vreemdeling en zei tegen Hem:
Hoofdstuk 155: Adam dreigt de vreemdeling met scherpe woorden en verbanning. De onthulling van de vreemdeling als de Heer Zelf - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Jij kent de oude regels van de geschillendag kennelijk zo goed dat je bij iedere afwijkende handeling van de nieuwe rechter in staat bent daarop grondige aanmerkingen te maken. Vertel me dan eens of je niets van de oude wet van Adam hebt gehoord, volgens welke degene die zich op de geschillendag met wat dan ook aan de rechter wil vergrijpen - hetzij met zijn tong, zijn vinger of met een scheve blik -, meteen voor dertig jaar verbannen moet worden!
Hoofdstuk 155: Adam dreigt de vreemdeling met scherpe woorden en verbanning. De onthulling van de vreemdeling als de Heer Zelf - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] Heb Ik Mij soms aan Henoch vergrepen, toen Ik hem alleen maar vroeg om welke reden hij zich niet in alle punten aan jouw oude wet hield?
Hoofdstuk 155: Adam dreigt de vreemdeling met scherpe woorden en verbanning. De onthulling van de vreemdeling als de Heer Zelf - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] De slaaf heeft een heer, de natuur heeft een onverbiddelijke God tot schepper en tot rechter; voor Jehova moet alles vergaan, want de Eeuwige en Oneindige duldt niets in en buiten Zich - want Zijn heiligheid is onaantastbaar -, alleen de Vader kent Zijn kinderkens, en deze alleen zullen Hem herkennen en roepen: `Abba, lieve Vader!', dan zal Hij hen altijd horen en zal hen alles geven wat Hijzelf heeft, namelijk het volkomen, eeuwige leven en alle eindeloze schatten daarvan.
Hoofdstuk 156: Abba's woorden over het vaderschap en het kindschap. Slechts één God en één Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  699 - 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724  ...