15542 resultaten - Pagina 712 van 1037
... 700 - 701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 ...
[10] Zie, dat ik het met de moeders en zusters van ganser harte goed meen, kun je immers alleen al opmaken uit het feit dat ik toch uit vrees en achting bij de moeders en zusters ben gebleven, hoewel de heerlijke Man ook mij heeft gewenkt om net als de andere vier naar hem toe te komen en ik ook meteen een bijna onweerstaanbare drang in mij voelde om dat te doen!Hoofdstuk 4: De bekommerde Mira in gesprek met Henoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Toch zeg ik je, lieve vader Henoch, nu ook zeer beslist: als die Man mij nog een keer zou wenken om bij hem te komen, dan zou ik niet alleen alle moeders en zusters ogenblikkelijk laten zitten, maar de hele wereld, en zou regelrecht naar Hem toe snellen; want achter deze Man schuilt meer dan alleen maar een man! - Dat weet ik heel zeker!'
Hoofdstuk 4: De bekommerde Mira in gesprek met Henoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] En Mira antwoordde Henoch: 'Ja, lieve vader Henoch, naar jouw steeds ontwijkende woorden te oordelen, zal er tenslotte voor mij niets anders overblijven! Ik heb onderweg ook al gedacht dat bij u de hoogste graad van erbarming wel niet aan te treffen zou zijn! - Als ik maar bij die Man kon komen; die zou mij zeker eerder verhoren dan u!'
Hoofdstuk 4: De bekommerde Mira in gesprek met Henoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] En Henoch antwoordde haar: 'Goed dan; zie, de Man is in de hut en de deur is open! Ik wil het je niet onthouden om bij Hem hulp te zoeken. Ga daarom maar naar Hem toe als je denkt dat Hij je eerder zal verhoren dan ik!'
Hoofdstuk 4: De bekommerde Mira in gesprek met Henoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Dat heb ik ook tegen vader Henoch gezegd, maar hij had geen hart voor mij en mijn grote nood. Daarom snelde ik naar u toe, omdat ik geloofde dat u toch barmhartiger zou zijn dan Henoch; maar na uw eerste ontvangst lijkt ook bij u niet meer barmhartigheid te zijn dan bij Henoch!
Hoofdstuk 5: Mira's binnenkomst in de hut en haar beproeving, loutering en opname door de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Ten gevolge van Mijn wenk naar jou ontstak je meteen in de heftigste liefde tot Mij, maar toen je later de moeders en zusters hoorde schimpen over Mij werd de liefde in jou daardoor beledigd en je nam wraak op de moeders en zusters door je goede mening te uiten.
Hoofdstuk 5: Mira's binnenkomst in de hut en haar beproeving, loutering en opname door de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] Maar Ik zeg je, de hulp zal wel komen en eerder dan je zou hebben verwacht; maar ga jij intussen naar buiten en overdenk je misstap en kom dan pas, in jezelf gelouterd, bij Me, en Ik zal je dan opnemen en je zegenen zoals deze vier!'
Hoofdstuk 5: Mira's binnenkomst in de hut en haar beproeving, loutering en opname door de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Om die reden verborg Ik Mij dan ook voor een korte tijd en begaf Mij intussen naar Henoch, was daar ook alleen voor hem zichtbaar en gaf hem in wat hij tegen de vrouwen moest zeggen, opdat zij Mij zouden herkennen, maar zonder al te zeer te ontvlammen.
Hoofdstuk 6: Mira sterft van liefde en wordt weer tot leven gewekt door de Heer. De vuurstorm van liefde en het plotselinge verdwijnen van de Heer. De terugkeer van de Heer en het toebereiden van de maaltijd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[20] Purista ging dadelijk naar de vuurplaats en deed wat de Heer had gezegd. En daar de vruchten al zeer zacht waren, vertelde zij dat aan de Heer.
Hoofdstuk 6: Mira sterft van liefde en wordt weer tot leven gewekt door de Heer. De vuurstorm van liefde en het plotselinge verdwijnen van de Heer. De terugkeer van de Heer en het toebereiden van de maaltijd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Deze opdracht maakte onze Mira buitengewoon blij, en zij ging dan ook met een opgewekt gemoed naar buiten en kondigde de vaderen aan dat zij zich, aangezien de maaltijd bereid was, volgens de wil van de Heer in de hut moesten begeven.
Hoofdstuk 7: Mira's vergeefse, onvriendelijke uitnodiging aan de vaderen tot de maaltijd in de hut. De Heer maant tot deemoed. Mira nodigt de vaderen nogmaals uit, nu niet tevergeefs. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Ik heb mijn opdracht aan jullie doorgegeven, en dat is genoeg; naar binnen trekken kan ik jullie niet en de Heer heeft mij ook niet opgedragen dat te doen! - Doe daarom wat jullie willen; ik ben vrij en ga weer in de hut!'
Hoofdstuk 7: Mira's vergeefse, onvriendelijke uitnodiging aan de vaderen tot de maaltijd in de hut. De Heer maant tot deemoed. Mira nodigt de vaderen nogmaals uit, nu niet tevergeefs. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Maar Lamech riep haar terug en zei: 'Luister, mijn mooi morgenkind, je bent wel een beetje snibbig! Hoe zou het zijn - als je dan toch zulke snelle voeten hebt -, dat je in plaats van meteen weer de hut in te rennen, snel naar Henoch liep om hem hetzelfde te zeggen als je tegen ons hebt gezegd?!'
Hoofdstuk 7: Mira's vergeefse, onvriendelijke uitnodiging aan de vaderen tot de maaltijd in de hut. De Heer maant tot deemoed. Mira nodigt de vaderen nogmaals uit, nu niet tevergeefs. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Als jou aan Henoch meer gelegen is dan aan de Heer, kun je beter zelf naar Henoch gaan. Jouw voeten zijn immers ruim tweemaal zo groot als de mijne, dus kun je zelf ook tweemaal zo vlug bij hem zijn!
Hoofdstuk 7: Mira's vergeefse, onvriendelijke uitnodiging aan de vaderen tot de maaltijd in de hut. De Heer maant tot deemoed. Mira nodigt de vaderen nogmaals uit, nu niet tevergeefs. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Hier maakte Mira een beweging in de richting van de hut. Maar alweer hinderde Lamech haar daarbij met een nieuwe vraag; en die luidde: 'Maar Mira, lieflijke parel van de morgen, als de Heer ons door jou heeft laten halen, kun je toch niet zonder ons terugrennen naar de hut?! Wat zal de Heer wel zeggen als je met lege handen terugkomt?
Hoofdstuk 7: Mira's vergeefse, onvriendelijke uitnodiging aan de vaderen tot de maaltijd in de hut. De Heer maant tot deemoed. Mira nodigt de vaderen nogmaals uit, nu niet tevergeefs. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Alle vaderen verheugden zich daar buitengewoon over. Adam en Eva snelden naar Abel en Seth naar Sehel en Ghemela naar Zuriël en zij spraken over dingen van de geest en over het volkomen en geheel en al vrije en zodoende ook allerzaligste leven van de geest.
Hoofdstuk 9: Het zichtbaar worden van de geesten Abel, Sehel en Zuriël. Seth en Sehel, Adam en Abel in gesprek. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)